Tirade. Jaargang 37 (nrs. 344-349)(1993)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 493] [p. 493] Eva Gerlach Tegelijk 1. Daar staat zij pieken kletsnat om haar hoofd vol nieuwe voortanden en zij lacht want ze heeft de weddenschap gewonnen, nachtgoed aan in 2 minuten. Danst en springt, er moet weer ijs gekocht, kijkt hoe ik kijk legt haar slordige hoofd op mijn buik, ‘stil doe nou het licht maar uit ik wil een droom gaan dromen die ik op school heb bedacht.’ [pagina 494] [p. 494] 2. Daar gaat zij op haar rolschaatsen, doet haar armen omhoog als zij vaart krijgt, wind in haar jas, een eindje heen dan weer terug. Zij pakt mijn mouw, legt i hand over haar oog. ‘Nou moet jij het ook doen, zie je, kijk dan bij mij, je pupil wordt groter en groter omdat de andere in het donker groeit, van binnen zit het aan elkaar vast. Zie jij nog wat?’ Rijdt verder, armen opzij, een beetje gebukt waardoor zij bijna maar nog juist niet valt - alsof het vallen een arm is waar zij vlak onderdoor gaat. Ik kijk haar na maar wat wil je, met die te wijde pupil vast aan wat er niet is. [pagina 495] [p. 495] 3. Daar loopt zij in de regen door het water waar zojuist nog straat was, haar jas waait opzij, naast haar voeten rimpelt het, soms schopt zij tegen het water en het ketst bij haar weg, soms zie je de zool van haar laars. Enkels in haar sokken geschuurd van het touw waarlangs onzichtbaar zij blijft klimmen, ik keek hoe zij deden en daar stond ik op de knoop hees mij met mijn knieën op aan mijn handen bijna was ik bij het plafond ze hadden de stang al klaar waaraan je dan mag zwaaien maar het was tijd Toeval is waaraan je ogen hangen, zoals zij loopt naar school door de regen, het laatste zegel dat je moet breken om haar een keer te zien zoals zij zich voordoet. [pagina 496] [p. 496] 4. Terwijl ik met haar praat, zij luistert niet, neemt zij haar handen van het stuur, klapt tweemaal snel na elkaar, fietst door. Zon ketst op haar scheef door elkaar gegroeide tanden als zij lacht, ik kan het, zie je dat ik het kan? Zal ik het nog een keer doen? Neemt haar handen van het stuur, klapt tweemaal snel na elkaar, fietst door. Vorige Volgende