Tirade. Jaargang 34 (nrs. 326-331)(1990)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 308] [p. 308] Leonard Nolens Erotisch schimmenspel 1 Waar de talpa caeca, de blinde mol, zijn blik Verborgen onder blauwzwart dons, ritten en luchtkokers Gravend zijn nagels slijpt, en waar de wijnen rijpen En bacteriën hun voedzaamheid bewijzen, daar, Dicht bij de wortels en wormen, in een koud En ongemakkelijk donker probeer ik mijn leven. Heb geduld. En breng mijn cirkels niet in de war. Dit werk heeft ons gewild om onder de mensen te komen. [pagina 309] [p. 309] 2 Jij of dit, het is dezelfde slavernij. Het zijn dezelfde vormen die mijn leven riskeren, Dezelfde haat en liefde die mijn dood normeren, Dezelfde grote woorden voor een klinkende kus. En zelfs als ik zeg: ik kan alleen mezelf belijden, Niemand anders kent mijn hart, niemand anders Het centrale zenuwstelsel van mijn ziel, Dan dank ik die eenzame kennis aan jou en aan dit. [pagina 310] [p. 310] 3 Heb geduld. Schrijf me veel. Bel me niet. Mijn woorden mogen die van jou niet penetreren, Onze stemmen moeten hees en donker worden, Onze monden moeten droogstaan van gemis. Pas dan, als onze harten scheel zien van de honger En dorst, zijn wij te vreten, liggen wij elkaar Dwars in de maag. En laten we dan afscheid nemen Om te verteren, om vurige spijs te zijn voor de dood. [pagina 311] [p. 311] 4 Zo kwaad ben ik, zo kwaad, ik zou van razernij Je lief gezicht tegen de sterren kunnen plakken. Je hebt onze grondwet geschonden, de melk omgegooid Van de brieven, de bittere boom van het geduld Geveld waaraan de vruchten moesten groeien, de zoete. Maar je komst heeft het dodelijk voedsel ontbloot Van je borsten, je stap heeft de cirkels, de rit opgewoeld Van de mol, de diepe grond verwoest van zijn bestaan. Vorige Volgende