Tirade. Jaargang 34 (nrs. 326-331)(1990)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] Peter Ghyssaert Museum Iets van grote zeggingskracht was op de muur geklonken. Een metalen stem, verfrommeld van ontroering, legde uit. De gouden kamer uit vervlogen tijden lag één verdieping hoger. Banen glanzend in het stof getrokken wezen eerder nagebootste ontucht aan. Vervormend was de hitte van voltooid verleden niet, hoewel suppoosten altijd achterbleven, hun grijze kant versmolten in de uitgestalde tijdvakken. [pagina 268] [p. 268] Diefstal Verwisselbaar geworden door de dood schiet hem vandaag een koningsschap te binnen. Niemand controleert die waan; men doet maar, ieder voor zich. Wie denkt te kunnen staan mag dat. Of hij is generaal geweest, en glanzend stapelt zich bevordering op bevordering; voor zijn moeder, één rij verder, ook iets uitgekiend. Gepuurd uit kasten van gestorven adel die wordt aangezogen tegen de onderkant van de zerk. Bijna het vacuüm van een leeggeroofd verleden in. Vorige Volgende