we strategie waarvan niemand nog weet wat zij zou kunnen inhouden en of zij ‘überhaupt’ kan werken.
In een later stadium is Kohl iets meer opgeschoven in de richting Genscher maar verschil in benadering bleef bestaan.
Er zijn trouwens wel meer accentverschillen. Zo ligt bij Genscher, sterker dan bij Kohl, de nadruk op het vasthouden van de hand van Mitterrand. Kohl had die hand op de industriële top in Bonn (mei 1985) nogal ostentatief losgelaten. Genscher heeft alles in het werk gesteld om de brokken weer wat te helen, en de zig-zaggende Kohl is daarin, op de slordig voorbereide en chaotisch verlopen ‘Europese top’ van Milaan weer vergaand meegegaan.
Daarnaast is er dan nog de kwestie van de ‘Ostpolitik’: Genscher beweegt hemel en aarde om de contacten met de Sovjet-Unie, de landen van Oost-Europa en de Duitse Democratische Republiek op enigszins redelijk peil te houden. Hij spreekt zelfs van de noodzaak om ‘een nieuwe fase van de ontspanningspolitiek’ in te luiden. Kohl loopt op dat terrein wat minder hard, vooral ook omdat hij te maken heeft met een rechtervleugel in zijn eigen partij, de cdu/csu, die bezwaar heeft tegen verdere concessies aan het Oosten en die bevreesd is dat een dergelijke politiek afbreuk zal doen aan de positie van de Bondsrepubliek in het Atlantisch kader, in het bijzonder tegenover de Amerikanen. De Beierse minister-president Strauss, die als voorman van de csu een zeer belangrijke vinger in de coalitiepap in Bonn heeft, kruist regelmatig, direct of indirect, de degens met Genscher en diens liberale partij. En met zijn gebruikelijke Beiersboerse openhartigheid spaart hij ook Kohl niet. Zo noemde hij Kohl, niet zonder geringschatting, de ‘Herr Amtsträger’. En in een commentaar op het functioneren van Kohl zei hij, onder verwijzing naar de ‘Richtlinienkompetenz’ van de bondskanselier, dat hij graag zou zien dat de bondskanselier inderdaad eens van die competentie gebruik zou maken. Dat soort opmerkingen is geen bijdrage tot bevestiging van Kohls gezag, en zo is het ook kennelijk bedoeld. Strauss is niet de enige die binnen de coalitie druk op Kohl uitoefent. De voorzitter van de christen-democratische fractie in de Bondsdag, Alfred Dregger, is een duidelijke exponent van de harde Atlantische lijn en een man die zich goed vinden kan in de algemene aanpak van de Reagan-administratie. Hij ziet de minister van buitenlandse