nu maar flink in de buidel tasten, de problemen wel de wereld uitgaan. In de praktijk blijkt dat de internationale gemeenschap - voorzover die bestaat - slecht is toegerust voor het snel reageren op rampen zoals nu in Ethiopië en een aantal andere Afrikaanse landen zijn opgetreden. Voor een deel ligt dat aan het feit dat internationale organen vaak te log en te bureaucratisch zijn om snel en efficiënt te kunnen handelen. Voor een ander deel hangt dat samen met de omstandigheid dat hulpverlening klaarblijkelijk ook een jaloers makend vak is: competentiestrijd en onderlinge naijver werken verlammend. En tenslotte zijn er de politieke complicaties die in de meest verschillende vormen kunnen optreden. Toen Ethiopië, nog tijdens het bewind van keizer Haile Selassie, óók al eens door een hongersnoodramp werd getroffen (in 1973) werd dat, om politieke redenen, voor de buitenwereld zoveel mogelijk verborgen gehouden: onder het keizerlijk regime was hongersnood een onbekend en niet-bestaand begrip. En, om nog even bij Ethiopië te blijven, het regime van de marxistische dictator Mengistu heeft zelf een krachtige bijdrage tot de omvang van de huidige ramp geleverd, door zijn prioriteiten te zoeken in bestendiging van macht en militair prestige en door een landbouwsysteem op te leggen dat vernietigend was voor de productie. Dat betekent niet dat er dan, voor straf, maar niet geholpen moet worden. Het betekent wél dat, als er ooit sprake wil zijn van enigszins zinvolle hulpverlening op langere termijn, problemen van structurele aard, politieke problemen dus, aan de orde zullen moeten komen.
Dat geldt niet alleen voor Ethiopië, het geldt ook voor een aantal andere Afrikaanse landen, in het bijzonder die van de Sahel. Twaalf jaar geleden was de wereld, even, in rep en roer over de honger die dáár toen toesloeg. Ook toen was er sprake van noodhulp op korte termijn, en van allerlei filosofieën over de vraag wat er zou moeten gebeuren als de meest acute nood eenmaal gelenigd was. Dat heeft er, in de twaalf jaar die sindsdien verstreken zijn, niet toe geleid dat de situatie in de Sahellanden merkbaar verbeterd is. Integendeel. De voornaamste problemen zijn wel bekend. Het is een complex geheel. De meeste betrokken landen lijden aan een bureaucratische en administratieve verlamming, die resulteert in vrijwel totale inefficiëntie. De meeste regeringen zijn meer geïnteresseerd