Tirade. Jaargang 28 (nrs. 290-295)(1984)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 244] [p. 244] Touch (naar Thom Gunn) Jij bent al in slaap, ik nestel me dicht tegen je aan, mijn huid licht verstijfd door de macht der gewoonten, het patina van het ik, de zwarte vrieskou van afzijdigheid, zodat hij zelfs onbedekt nu van een weerbarstige kille hardheid is, een oppervlakkig vervormbaar, dood rubberen weefsel. Jij bent een hoop beddegoed waar de kat in zijn slaap zijn nagels in klauwt en zijn poten masseert op jouw heup door de dekens. [pagina 245] [p. 245] Intussen voel ik hoe langzaamaan mijn eigen warmte weer opkomt of is het de straling van jouw lichaam die in het donker onder de deken steels en voetje voor voetje de kilte doorbreekt? Je draait je om en houdt mij vast, weet je wie ik ben of ben ik je moeder of de dichtstbijzijnde aan wie je je vastklampt als je droomt van een pogrom? Waar ik, losgekomen, nu in verzink is een oud, groot gebied, het was er al, want jij bent er al, de kat was je daar al voor, toch staat het op geen kaart. Wat meer is, het wordt niet gevonden, maar vloeit voort uit ons contact en ontstaat steeds opnieuw, een donkere, alleen ons omsluitende cocon, een donker, groot rijk waar wij wandelen met iedereen. Vorige Volgende