| |
| |
| |
Günter Eich
Het staat bij Seume
Noordelijke zucht
Links een straat naar de haven. Niet de inwoners,
de topografieën zijn doorslaggevend.
De gereformeerde kerkgang, roodwitte
meetroeden vormen het godsbegrip.
Zoals de straat een bocht maakt bij een dierenwinkel,
de ontvanger van mijn brieftelegrammen zou het liefde kunnen noemen.
Je reist niet naar Venetië of Kyoto. In kleine hoekjes
Vooral geen sporen achterlaten.
| |
| |
| |
Rand van de stad
stilte in de doodskist a.u.b.
voor de alleenstaande onderhuurders -
leg het maar neer, de kakkerlakken
in je wittebrood fluisteren.
| |
Filologisch
Ik dacht, dat ik voor twee schreef.
aan naaldhouttakken hangende schrift!
blijven na een paar colleges weg.
Ik wacht, want ik heb medelijden met de docent.
Hij hurkt eenzaam te midden van zijn smakgeluiden,
rilt bij de gedachte aan sneeuw.
| |
| |
| |
Na het einde van de biografie
was Trabzon de moeite waard geweest.
met woorden uit volksboeken.
| |
Optiek
Als je ogen slechter worden
om je vrienden te herkennen.
onder de nagels van je vijand.
| |
| |
| |
Namen
als het ruisen in de telefoon,
maar de uitspraak is anders,
| |
| |
| |
Belastingaangifte
Verrotte paperassen (- intussen
zijn de woordsplitsing en de spelling veranderd -)
op de monnik van Heisterbach,
gezicht, dat wij ooit hadden.
‘Ach, de balans!’ Hij komt buiten adem.
Wij herkennen hem niet meer.
| |
Augsburg
Ik zou graag een bad nemen met Agnes Bernauer,
in Straubing in een zak naaien.
Men zegt dat het licht snel is,
maar het bereikt mij niet.
Zo vond zij een mogelijkheid
| |
| |
| |
Het staat bij Seume
ik heb hen nooit ontmoet.
die veel verder gaan dan eerlijkheid.
Terwijl die toch zou kunnen voldoen
als troost, als ontroost,
een souvenir van een reis
van het jichtige sterven.
| |
Later
Verderop in de bergen, op
ik verheug me al, je hebt dan
vertaling Jan Gielkens
|
|