Professor Gerretson, hoogleraar naast de dichter Geerten Gossaert, kwam uit een Rotterdamse, christelijk-historische en merkwaardige familie. Hoe merkwaardig wel was iets, waar ik pas een jaar of veertien later een verhaal over zou horen. Dat was in West-Java, in een Japans concentratiekamp. De bewoners hielden elkaar daar onder meer bezig met het houden van lezingen, meestal op niet veel anders gebaseerd dan op flarden van kennis, waarop je met een zekere weemoed terugzag. Mijn aandeel bestond uit niet al te wetenschappelijk verantwoorde anecdoten over de Franse revolutie van 1848 en bij een van die gelegenheden had ik de naam Gerretson laten vallen. Na afloop kwam een meneer op me af. Hij zei Koops te heten - of Coops - en hij was accountant. Hij had, vertelde hij, als zodanig eens de boeken moeten controleren van de firma Gerretson, groothandel in verfwaren te Rotterdam. De firma bestond in die dagen uit de oude heer Gerretson, vader van de professor, de latere professor zelf en diens jongere broer Sierk.
Meneer Koops kwam de kamer van de directie binnen en hij zag daar achter een tafel de drie firmanten zitten, die hem ernstig aankeken. Dat was overigens het bijzondere niet, want zoiets kwam bij dergelijke gelegenheden wel meer voor. Het bijzondere was, dat ze alle drie een theemuts op hun hoofd hadden. De oude heer, die wel meende te zien, dat hun bezoeker verbaasd was, zei: Ja Koops, je zult wel zeggen: wat zien we er vreemd uit, maar wij Gerretsons kunnen alleen maar goed denken als we een warm hoofd hebben.
Gerretson gaf dus een op zichzelf staand openingscollege en het was in oktober van het jaar 1930, dat ik hem voor het eerst zag. Ik had bijna 1830 geschreven en het zal straks blijken waarom.
Het gebouw, waarin het gebeurde, staat er nog steeds, aan de Drift nummer 31. Het was toen al eigendom van de universiteit: een voormalig woonhuis van rijke lieden. Van een rijk man eigenlijk, een der beide leden van de Utrechtse bankiersfirma Vlaer en Kol. Ik geloof, dat Drift 31 het huis van Vlaer is geweest en dan moet Kol indertijd in een nog veel groter huis aan het Lepelenburg hebben gewoond. Those were the times.
In mijn tijd heette Drift 31 het Geografisch Instituut - een benaming, die