Tirade. Jaargang 23 (nrs. 242-251)(1979)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] Peter Delpeut Vier gedichten Trane ‘I must practise’ john coltrane Niet lang geleden ontmoette ik John Coltrane, traveling wij spraken over rieten en mondstukken en hoe het met Pharaoh ging, nu hij zeurde nog wat over god en heilige toestanden en wilde verder reizen, als altijd on the road maar ik vroeg hem voor mij te spelen Love van het Impulse! - album Meditations ik leende hem mijn saxofoon maar het was niet half zo goed als op de plaat Toch heb ik maar wat gehuild omdat het voor een dode toch nog prachtig klonk - [pagina 276] [p. 276] Lissabon, hotel de ville Deze ochtend nog arriveerde Fernando Pessoa in Lissabon hij liet direkt bericht sturen naar mijn hotel ik probeerde nog te werken maar dat ik hem vanavond zal ontmoeten verwart me ik heb vandaag geen gedicht kunnen schrijven hoe moet ik Fernando ontvangen? Niet dat hij zal komen natuurlijk ik drink vannacht alleen de wijn die ik voor hem kocht morgen zal hij mij in de spiegel toelachen en fluisteren: ‘verwonderlijk is slechts dat er wat dan ook zou zijn dat geen bevreemding wekt.’ Ik zal knikken, - misschien verzin ik nog een verhaal overmorgen zal hij me berichten dat hij is vertrokken en ik zal me afvragen als altijd: is hij wel geboren? [pagina 277] [p. 277] Hoop oktober '78-maart '79 Een goede vriend zegt voor mij: Er is geen hoop. Niet in het leven en niet in de dood. Ik knik ernstig. Er zijn dagen waarin geen plaats is voor ironie, evenmin als goede smaak. Het is zoiets als dode lucht onder een horloge, de geur van slecht zeep. Dagelijks verzin ik wat loze woorden, maar het alfabet is me ontschoten. Ik ben haar school ontgroeid. Alles willen is te veel, denk ik. Daarom wil ik minder, maar nog altijd te veel - [pagina 278] [p. 278] G. ‘Er is ontroering genoeg in de wereld’ gerrit kroi. Vannacht stond G. plots voor me, naakt tot op het bot. Ik zeg: Waarom ben je naar hier gekomen? Hij glimlacht, buigt zich voorover en zegt: Je moet niet denken dat ik hier ben, noch zou willen zijn. Maar daar waar ik in dienst getreden ben gaat men slechts daar naar waar men wordt gestuurd. Ik ken het verhaal en zeg: Maar G., is het dan mijn tijd? Nog teveel is niet afgemaakt voor een overhaast vertrek. Zo heb ik bijvoorbeeld deze morgen nog een conferentie in het zakencentrum van Isphahan... Dan neemt G. mijn hand en zegt: Bedenk voor de zon opkomt slechts dit, dat het niet mogelijk is zonder jou verder te gaan. Maar vanmorgen is hij niet gekomen, typisch G., - altijd te laat - Vorige Volgende