Tirade. Jaargang 18 (nrs. 193-200)(1974)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 465] [p. 465] Remco Campert Twee gedichten Fat city Vette stad altijd om me heen met je witte nachten Kind en kraai verlaat ik als ik je roepen hoor Daar zijn de meiden daar zijn de jongens daar is het altijd bal Geflits van messen bloed dat gutst een dealer, een toerist Muziek erover morgen weer geen dag en poen nog zat Op de Geldersche Kade daar zit ik snor tot ik omzak [pagina 466] [p. 466] steeds meer een wrak kakelend over vette stad, schat Onverstaanbaar romantisch verheerlijk ik de nachtschaduw Vette stad vader en moeder en graf [pagina 467] [p. 467] Als ik doodga voor D. Als ik doodga hoop ik dat je er bij bent dat ik je aankijk dat je mij aankijkt dat ik je hand nog voelen kan Dan zal ik rustig doodgaan Dan hoeft niemand verdrietig te zijn Dan ben ik gelukkig Vorige Volgende