had. Een week nadat het in de Gids was verschenen, kwam ik op het Rokin de brave Herman Robbers tegen. Hij werd toen veel gelezen. Hij hield mij staande en sprak: ‘Holst, hoe kan je nu zoiets in de Gids opnemen?’ Ik antwoordde: ‘Omdat ik het in zijn genre een meesterlijk gedicht vind.’ Ineens bedacht ik mij dat zijn naam erin werd genoemd en redde de situatie door te zeggen: ‘Mijn beste kerel, hij moest een rijm hebben op “tobbers”, wat wil je?’ Zichtbaar opgelucht zei hij: ‘O, zou dát het zijn!’
Hoe dan ook, de vier door hem genoemde romanschrijvers werden toen veel gelezen en zijn nu vergeten, behalve dan wellicht Scharten, maar dan ook alleen omdat zijn vrouw, de grote schrijfster van ‘Sprotje’ bereid was geweest met hem samen romans te schrijven. Greshoff verklaarde toen: ‘Mevrouw verdient de hemel, want zij heeft haar talent geofferd aan de liefde; maar waar komt de Heer Scharten terecht die dat offer heeft aanvaard?’ Zoals de eerste uitgave van de Ballade der zielige makkers die ik in mijn vestjeszak mee kon nemen, bijzonder precieus was, zo was dat ook zijn handschrift: behalve een mededeling op het vel postpapier was het tevens een versiering daarvan in zeer dunne gekrulde inktlijnen, waaronder dan zijn handtekening kwam als een slotapotheose, een ijle bloem van transparant kristal.
Hij was een overgangsfiguur. Door zijn talent voor de vriendschap en zijn verfijnd zintuig voor literatuur was hij dan ook vaak een trait d'union tussen oude en jonge schrijvers, een eigenschap die hij volkomen belangeloos in daden waar maakte. Hij leefde en werkte gedreven door zijn onvoorwaardelijke liefde voor de kunst en de letteren, want die liefde kon zo zuiver en onberekenend zijn en tot het einde blijven, omdat zij naar buiten als het ware de afschijn, de reflex was van zijn liefde voor zijn vrouw.
Veel huwelijken van kunstenaars heb ik van dichtbij zich voor mij zien afspelen, maar ik weet er geen die het huwelijk tussen hem en zijn vrouw in gave zuiverheid evenaarde en zeker niet overtrof. Wat wij hem danken, danken wij dus ook haar.