Tirade. Jaargang 15 (nrs. 163-172)(1971)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] [Gedichten] Een uitstapje had ons aan zee gebracht. Tussen andere mensen stonden we op een te klein strand. Donkere klompen druipsteen omsloten vlakbij een lapje kleurloos, gehobbeld blik. Het leek niet op de zee bij Estepona zoals ze jaren geleden op een zomermiddag likkend aan het bruine zand languit onder een lila hemel naar alle kanten open lag, al dacht ik daaraan het eerst toen ik wakker werd met het vage gevoel iets te hebben verbeurd. Hanny Michaelis [pagina 72] [p. 72] Uitspraken laten zich van tafel vegen, wegdrukken, verstikken in geruststellende omarmingen. Toch hebben zij het langste leven en het laatste woord. Hanny Michaelis [pagina 73] [p. 73] Aangekomen bij de tralies onderbreekt de mooie verfomfaaide wolvin haar rusteloze draf. Met ingehouden adem probeer ik haar blik te vangen. Ze kijkt dwars door me heen uit doorschijnend lichte ogen die me doen denken aan de jouwe wanneer je halverwege een zin verwezen voor je uit blijft staren. Triest. Wanhopig. Onbenaderbaar. Hanny Michaelis [pagina 74] [p. 74] Ruggelings uitgestrekt met je voeten in het heden en je hoofd gekoppeld aan een onachterhaalbaar ver verleden is het geen wonder dat je iedere nacht van spanning dreigt te breken. Maar dat je elke dag opnieuw de kracht vindt om overeindnoot en uit je bed te komen vervult me met ontzag. Hanny Michaelis Vorige Volgende