een ideologisch waakzame jonge communist.
Veel kwaad doet de expeditie overigens niet. Integendeel: sommige wankele figuren, onder invloed van Westerse drank, boeken en films al bijna bedorven, komen juist door het contact met de kapitalistische boeven tot inkeer. Sterker nog: als de expeditie onverrichterzake huiswaarts keert is een van de boeven ook tot inkeer gekomen.
Het boek is overigens zeer slecht geschreven. Tientallen bladzijden lang heb je het gevoel dat je geen boek leest, maar een beschrijving van een boek. Zelfs als de gedachten van de oud-SS-man Klauberg worden beschreven, drukt hij zich helemaal uit (ideologisch en taalkundig) in het proza van de Prawda, zodat Kotsjetow af en toe zonder het te willen een soort Brecht-effect bereikt.
Het aardigst in zulk soort boeken zijn natuurlijk de tirades tegen de linkse jongens, die in ons geliefde vaderland de jeugd bederven. In Foei, hoe suffend! zou bijvoorbeeld de oud-verzetsman, vriend van Henks vader, erover kunnen klagen dat in literaire bladen, toneel, film, cabaret, televisie, radio er eigenlijk voor fatsoenlijke, vaderlandslievende oppassende Nederlanders geen plaats is. Wie niet bereid is het koningshuis te vertrappen en Soekarno en Castro en Mao te aanbidden, komt eenvoudig niet aan bod. Zelfs de minister-president wordt op de beeldbuis op snierende wijze in de rede gevallen als hij zijn mond durft open te doen! Een tegen ons democratisch bestel gerichte opera Reconstructie wordt nota bene op de planken gebracht met subsidie van de Nederlandse belastingbetaler!
In Wat wil je nou eigenlijk? komen tirades voor van soortgelijke strekking: in de Russische literaire tijdschriften hebben zich critici verschanst, die systematisch alle goede, positieve literatuur afbreken. Er groeit een generatie op die het alleen maar heeft over Mandelstam, Tswetajewa, Pasternak, Babel, Solzjenitsyn - in plaats van over gezonde lectuur als Foermanow, Ostrowksi en Fadejew. We zijn te onbezorgd en te goedgelovig geworden ten aanzien van de mensen aan de andere kant van het ijzeren gordijn. ‘Ons embleem is de vredesduif geworden, met een palmtak in zijn bek. Wie heeft ons die aangesmeerd inplaats van de hamer en sikkel? Die duif komt uit de bijbel, uit de zogenaamde heilige schrift, niet uit het marxisme,’ zegt een van de positieve figuren uit het boek verontrust.