Tirade. Jaargang 9 (nrs. 97-108)(1965)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 387] [p. 387] [Gedichten] Not wisely, but too well Toen Othello voor heel het Haagje - le tout la Haye, in het zwart verzameld rond de baar - zichzelf doorstak en op de dode Desdemona viel, werd haar lichaam één ogenblik weer warm, en kronkelde op onder hem - heet en wellustig. Haar stem toen fluisterde zacht en hees: ‘Kom, kom in mij, lieve Moor.’ Toen bereed Othello haar nog eenmaal, in één enkele stervende seconde. Maar hij herinnerde zich haar naam niet meer, noch haar gezicht en stierf toen van pure schaamte. Een orkaan van bijval van heel het Haagje, maar achter het doek een grote consternatie. ‘Hij is dood! Subliem! Schei uit, hij is werkelijk dood!’ riepen stomverbaasd de acteurs. ‘Stop it!’ schreeuwde nerveus de regisseur, ‘we spelen Shakespeare en geen Pirandello.’ ‘Maar hij is werkelijk dood,’ zei treurig Desdemona, ‘en zojuist heb ik nog zo zalig met hem gevreeën.’ Riekus Waskowsky [pagina 388] [p. 388] Sans teeth, sans eyes... Toen in 1781 het paradijs eindelijk te klein was geworden, (er was al eeuwen lang kritiek op het werk van de totaal incompetente ballotagecommissie) verkleinde God de zaligen zover dat de hele hemel in zijn vestzakje ging. (God die zoals men weet zelf niet groter is dan 1 m 23) En zo werden toen miljarden doden minder dan het ritselen van een enkel blad, minder dan een glimlach. Riekus Waskowsky [pagina 389] [p. 389] Na het concilie ‘Mais qui donc a tiré l'univers de la nuit?’ vroeg de dichter en hij keek streng de klas rond. Er viel een stilte en iedereen dacht aan Moos. Riekus Waskowsky Vorige Volgende