dat in Hollandse vertaling is uitgegeven. (De eerste film die Stawinsky zelf gemaakt heeft heb ik niet gezien.)
As en Diamant is een roman van Jerzy Andrzejewski. Met Skolimowski schreef deze ook het scenario voor Wajda's Onschuldige tovenaars. Men merkt direct dat de dialoog literair is, wat ik bepaald niet in het algemeen een voordeel voor film zou willen noemen. Film heeft een eigen soort dialoog nodig en geen literaire, die naar een pointe werkt, de dingen zo fraai mogelijk tracht te formuleren en mikt op een literair effekt. Bijna alle grote Poolse films hebben hun kracht, maar ook hun zwakheden, te danken aan het feit dat ze uit de literatuur voortkwamen. In As en diamant bijvoorbeeld krijgt de dialoog een eigen waarde naast het beeld, een poëzie die in de film eigenlijk niet thuishoort. Anders is dat in Het mes in het water van de jonge Roman Polanski, die in een latere periode gemaakt is. Voor mij is dat de eerste Poolse film waarin men met de traditionele literaire dialoog gebroken heeft. Als u het draaiboek van deze film leest en alleen de dialoog, zonder de aanwijzingen dus voor het beeld, begrijpt u van de film niets. Korte zinnen, uitroepen in de dialoog, het wezenlijke gebeurt via het beeld. Dat vind ik een filmische kwaliteit voor zover men het niet een kriterium zou moeten noemen.
Die sterke binding tussen film en literatuur is een anachronisme. Daarom gaan steeds meer scenarioschrijvers zelf regisseren, zoals Stawinsky. Ook regisseurs gaan ertoe over zelf hun draaiboeken te schrijven. De regisseurs voelden zich niet autonoom om de nieuwe inhoud van ons leven aan te wijzen, de literatuur was in de avant-garde en dus gingen ze romans verfilmen. Moeder Johanna van de Engelen van Kawalerowicz vertoont ook theatrale invloeden, maar had als oorsprong een verhaal van de bekende vooroorlogse schrijver Iwaszkiewicz.
Uw bezwaren tegen een literaire dialoog kunnen wij moeilijk delen omdat we er weinig van merken in de ondertitels, maar bovendien vinden we de wijze waarop de dialogen bijvoorbeeld in de films van Wajda gezegd worden een typisch onderdeel van zijn barokke manier van filmen, die evenzeer blijkt uit het kleurgebruik in Lotna, veel picturale effekten ook. Men krijgt de indruk dat een aantal 19e-eeuwse zaken nog niet uitgewerkt zijn en dat merkt men uiteraard ook in de film.
U verzint een ingewikkelde redenering (waar ik op zich niet tegen ben) om iets eenvoudigs goed te praten. Lotna is ook maar een verhaal, weliswaar van een enigszins ouderwetse schrijver met een epische stijl die nogal barok is. Maar de moderne literatuur is wel anders, nuchter, kort. De meeste films zijn gebaseerd op een ouderwets soort literatuur.
Kunt u iets zeggen over films uit de laatste jaren die u belangrijk vindt?
De laatste echt belangrijke film die ik gezien heb was De passa-