Tirade. Jaargang 6 (nrs. 61-72)
(1962)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 680]
| |
Delphi
Het land staat kreupel
gebogen onder een lastige zon,
die zelf niet eens nog de moederborst ontgroeid
de aarde voedt met haar vurige melk,
een lavastroom die nooit stolt.
Onvruchtbare berg,
waar schapen blaten tegen het licht
dat zelfs de woorden verduistert van goden,
reikhalzende zuilen afgestompt heeft
tot welsprekende dwergen.
De vruchtbare schoot,
waaruit dubbele taal werd geboren,
is het baren zat en heeft geen vroedvrouw meer.
Tempels waarvan ik een foto nu maak,
zijn onbewoonbaar verklaard.
Wat laurierbomen,
de handen wringend in eeuwige onschuld,
ademen groen hun schaduw over mij uit,
wuiven mij weg van dit kerkhof,
waar een god wordt begraven.
Een zonnige god,
die door geen mens aanbeden meer wordt,
wiens stem in geen drievoet of braambos meer brandt.
Vanavond fluistert nu zijn dode naam:
dwergen blijven marmer staan.
Gerrit Korthals Altes |
|