vervolg van pag. 294
onskrupuleuze wijze vol te krijgen. En het is een opmerkelijk verschijnsel dat juist die mensen van wie men door gezindheid en kwaliteit medewerking zou verwachten, en voor wie het toch aantrekkelijk moest zijn in het blad van hun keus ruimte te vinden, koppig weigeren, zelfs na maandenlange belegering met stormram en blijde, zich gewonnen te geven en een bijdrage af te staan. Zij weigeren erin te schrijven omdat het niet goed genoeg is en zo blijft het natuurlijk matig. En is het eenmaal zo gesteld, dan gaan financiële overwegingen een rol spelen, overwegingen die zeker geldigheid bezitten, maar niet de doorslag zouden mogen geven.
Daarnaast moet een redacteur nog zijn normale bezigheden verrichten: zelf zijn bijdragen schrijven, op de hoogte blijven van wat er in binnen- en buitenland gebeurt, voorzien in zijn onderhoud door neven- of hoofdwerkzaamheden, vaak op een heel ander terrein, en de moed niet verliezen. Het is niet verwonderlijk dat vele bladen zo per jaargang een redaktie verbruiken; zij lopen 1 op 1.
Het wordt hoog tijd dat de blaadjes eens flink worden uitgedund en het onkruid uitgewied. Ook het toch al druk beoefende fuseren van verwante bladen kan uitkomst bieden. Het volharden in sektarisme op grond van met het blote oog niet waarneembare nuances in beginselen en programs is een weliswaar onder Nederlanders geliefkoosde maar toch vrij onvruchtbare en illusionistische vrijetijdsbesteding. Natuurlijk heeft Tirade zozeer een eigen gezicht (al werd daar vroeger door regeringskringen wel eens aan getwijfeld met het oog op de financiële konsekwenties) dat het ongewied en ongefuseerd moet blijven voortbestaan, maar niets staat de versmelting van alle andere bladen (de Nieuwe Stem met zijn delikate politieke inzichten misschien uitgezonderd) in de weg. Ik stel het bij deze voor, om te vermijden dat de nu nog geïnteresseerde lezer met de sprookjesgeit zal zeggen: