Tirade. Jaargang 3 (nrs. 25-36)(1959)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Groet aan G.v.O. uit Marolaka De lange dragers tussen lange twijgen, de negers horen bijen, zoeken honing, of ruiken een citroenboom, groen, wild, zoet. Aan de moerassen komt geen eind; terwijl wij kruisdiep waden schreeuwen wij ons hees om kalme krokodillen te verjagen. De benen tinten oranje na het water, vol zweren van de dorens en bloedzuigers. Verbaasde maki's op boomtakken staren. Het dorp is kaal, van bladeren gebouwd. Vrouwen rennen stampvoetend in een stofwolk om het dor huis van wie dood ging vandaag. Hun rouwroep: roeienroeien! roeienroeien! en: houjébekhè! houjebekhè!, uit den treure, is niet van de lucht vannacht. chr. j. van geel Vorige Volgende