Tirade. Jaargang 3 (nrs. 25-36)(1959)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Pierre Kemp Om die ijle toon Er is een speld gevallen in de nacht, juist op dat groene steentje bij die poel. Of zij er in gleed! Of een zacht gerimpel uitstreek en hoe koel dat alles deed naast vochtige aarde, wat heeft dat voor mij nog waarde? Het ging mij om die enkele, ijle toon, eenzaam en dan zo hulpeloos-schoon. Papieren muziek Deze papieren muziek! Ik zit te peinzen. Is dit durven en deinzen van een trommelwonder toch maar een donder uit de statistiek? Na de laatste overweg Paren reizende hoofden schuiven over het gloeiende spoor. Waar bomen de lijnen overhuiven glijden ze er onder door. Het is een wijken en komen op gelijke maat. De monden gaan open, vernomen wordt niet, waar het over gaat. Zijn er, die lachen in overleg? maar eerst na de laatste overweg? Leven Ik zie een seconde van een paar vrienden en glimlach van onder mijn haar, zo intens, als ik dit, oudgediende, nog word gewaar. De lucht in de kamer voel ik beven en spartelen tegen de wand. Dit kan, zo juist gaf leven en leven elkander de volle hand. Vorige Volgende