daaromtrent. Ik zal geen moeite doen om te herhalen wat reeds over deze zaak bekend is, omdat ik dat niet noodzakelijk acht bij de huidige stand van de Gogolstudies.
Laat ik het meteen maar zeggen: de echtgenote van Nicolai Wassiliwitsch was geen vrouw. Noch was zij enig menselijk wezen, noch waarlijk enig levend organisme, dierlijk of plantaardig (ofschoon iets dergelijks wel eens gesuggereerd is). Zij was doodgewoon een ballon. Jawel, een ballon; en dit verklaart de ontsteltenis of zelfs de verontwaardiging van bepaalde biografen, die eveneens persoonlijk met de meester bevriend waren en die erover klaagden dat, hoewel zij vaak zijn huis bezochten, zij haar nooit gezien hadden en ‘nooit haar stem gehoord’. Daaruit trokken zij allerlei duistere en schandelijke conclusies,- ja en misdadige ook. Neen, mijne heren; alles is altijd eenvoudiger dan het lijkt. U hoorde haar stem niet om de dóódsimpele reden dat ze niet kon spreken, of om het juister te zeggen, zij kon slechts onder bepaalde voorwaarden spreken, zoals we zullen zien. En dat was altijd, behalve één keer, in een tête à tête met Nicolai Wassiliwitsch.
Laat ons dus de tijd niet verknoeien met beuzelachtige en onbenullige weerleggingen, maar laten we onmiddellijk overgaan tot een zo nauwkeurig en volledig mogelijke beschrijving van het wezen of object in kwestie.
Gogols zogenaamde vrouw was dus een gewone pop van dik rubber, altijd naakt, van een geelbruine tint, of zoals men gewoonlijk zegt, vleeskleurig. Maar aangezien de huid van vrouwen vaak verschillend van kleur is, zou ik nader willen aanduiden, dat we in dit geval vooral te maken hadden met een lichtkleurige, gladde huid, zoals die van sommige brunettes. Hij, of zij, was, het is nauwelijks noodzakelijk dat eraan toe te voegen, van het vrouwelijk geslacht. Misschien moet ik meteen wel zeggen dat zij in staat was tot zeer verregaande veranderingen van haar eigenschappen zonder natuurlijk instaat te zijn haar geslacht te veranderen. Hoe het ook zij, soms was zij instaat mager te lijken, bijna zonder borsten en met smalle heupen, meer als een jonge man dan als een vrouw en een andere keer leek ze buitengewoon weelderig gevormd of, laten we de zaken niet verbloemen, dik. Bovendien veranderde zij vaak de kleur van haar haar, zowel van het haar op haar hoofd als elders op haar lichaam, hoewel niet noodzakelijkerwijze tegelijkertijd. Het leek soms dat zij eveneens allerlei andere ondergeschikte eigenschappen kon veranderen zoals de plaats van de moedervlekken, de werking van de slijmvliezen enz. Tot op zekere hoogte kon zij zelfs de kleur van haar huid veranderen. Men kan zich niet aan de noodzaak onttrekken zich af te vragen, wie zij in werkelijkheid was, of het misschien juist is te spreken van een enkele persoon - en inderdaad zullen wij zien dat het onvoorzichtig zou zijn dit punt nu reeds tot klaarheid te willen brengen.
De oorzaak van deze veranderingen, zoals mijn lezers reeds zullen hebben begrepen, was niets anders dan de wil van Nicolai Wassiliwitsch zelf. Hij placht haar op te blazen tot een grotere of geringere omvang, placht haar pruik en andere toefjes haar te veranderen, placht haar in te smeren met eigen zalfjes en haar op verscheidene manieren op te knappen, opdat hij min of meer het type vrouw kreeg dat hem die dag of dat moment beviel. Gehoor gevend aan de natuurlijke neigingen van zijn fantasie, vermaakte hij soms zichzelf ermee haar lachwekkende en monsterlijke vormen te geven; zoals men gemakkelijk zal begrijpen werd zij misvormd zodra zij boven een bepaalde spanning opgeblazen werd en eveneens als zij beneden een bepaalde spanning bleef.
Maar Gogol kreeg weldra genoeg van deze experimenten. Hij vond ze eigenlijk een beetje oneerbiedig tegenover zijn vrouw, van wie hij op zijn eigen manier hield, hoe ondoorgrondelijk dat voor ons ook blijft.
Hij hield van haar, maar van welke van deze incarnaties, mogen we ons afvragen, hield hij? Ik heb al even aangèstipt, dat het einde van dit verslag ons een zeker antwoord zal geven. Helaas, hoe kan ik boven beweerd hebben, dat de wil van Nicolai Wassiliwitsch die vrouw beheerste? In zekere zin, ja, is dat waar; maar het is even zeker, dat zij weldra niet langer zijn slaaf maar zijn tyran werd. En hier gaapt de afgrond, of indien U liever wilt, hier sperren de kaken van de Tartarus zich open. Maar laten we niet op de zaak vooruit lopen.
Ik heb al verteld dat Gogol door middel van zijn manipulaties min of meer het type vrouw verkreeg, dat hij van tijd tot tijd nodig had. Ik moet daaraan toevoegen dat, wanneer de verkregen vorm op volmaakte wijze belichaamde, wat hij wenste, wat zelden gebeurde, Nicolai Wassiliwitsch er ‘exclusief’ verliefd op werd, zoals hij met zijn eigen woorden zei en dat dit voldoende was om haar zekere tijd dezelfde vorm te doen behouden, d.w.z. totdat zijn liefde voor haar voorbij was.
Niettemin telde ik slechts drie of vier van deze hevige passies - of, zoals ik vermoed, dat ze tegenwoordig genoemd worden, dwaze verliefdheden - in