getallen vertegenwoordigt een schrikkelijk werk, schrikkelijk voor een man van den ouderdom en de gezondheid van Vuylsteke.
Wie weet of zijn hartstochtelijke hardnekkigheid in spijt van zijn reeds wankelende krachten, niet de ziekte verhaast heeft, die hem op zoo wreede wijze heeft weggerukt, nog voor de voltooiing van zijn werk.
Want hij heeft de voldoening niet gesmaakt om het boekdeel te zien verschijnen dat hij aan de geschiedschrijvers als zijn erfdeel achterlaat. Hij heeft bepaaldelijk niet de laatste hand kunnen leggen aan de monumentale inleiding die een voortdurende commentaar van den tekst zou geweest zijn en een echten schat van inlichtingen over de Gentsche geschiedenis der 16e eeuw zou gevormd hebben.
Maar een werk zoo groot en schoon zal niet verloren zijn. Vele gedeelten van het handschrift behoeven maar een laatste nazicht om te kunnen gedrukt worden, en de Commissie van het Archief heeft er van nu reeds de uitgave van besloten.
In afwachting van dit bijvoegsel dat Vuylsteke's historischen arbeid moet bekronen, kunnen wij verklaren dat het nu gedrukte gedeelte, als tekstuitgave een werk van eersten rang is. Volkomen opgemaakt volgens de beginselen door de Koninklijke Commissie van Geschiedenis voor de uitgave van oude oorkonden aangenomen, zal de tekst van de Rekeningen van Gent voortaan het toonbeeld van dergelijke uitgaven blijven.
Het Oorkondenboek, zooals het door Vuylsteke ingewijd is, moet als een uitmuntend wetenschappelijk werk begroet worden, in alle opzichten den man waardig die er zijn naam op zette, en de stad aan welke het opgedragen is.
H. Pirenne.