Vermast's Aardrijkskunde (I, Europa), bewerkt voor 't eerste studiejaar der middelbare scholen, naar't programma van 1897.
Na eenige algemeene begrippen over de aarde en over Europa worden al de Europeesche staten behandeld, naar het volgende plan: a) grenzen, ligging; b) natuurkundige studie (uitzicht, meren en stroomen, zee en kusten, klimaat); c) oeconomische studie (natuurlijke voortbrengselen, nijverheid, handel: in- en uitvoer, havens, spoorwegnet, enz.); d) staatkundige studie (regeeringsvorm en bestuur, regeerende vorsten, rassen en zeden, godsdienst en taal, onderwijs, leger en vloot, voornaamste steden, afhankelijkheden, koloniën); e) besluit.
Vele karakteristieke plaatjes helderen den tekst op en tal van diagrammen, die de samensteller - te recht - met voorliefde aanwendt, maken de studie gemakkelijker en aanschouwelijker: we wijzen bv. op een eenvoudig teekeningje, dat toelaat onmiddellijk de hoogten der voornaamste bergtoppen met elkaar te vergelijken en op de rechthoekjes met verschillende kenmerkende dwarsstrepen, om voor elk land het procent bouwland, weiland, woud en woesten of ongebruikten grond aan te geven, enz.
Van veel nut en nieuw in dergelijke werken is het aanhangsel, met statistische opgaven en tabellen, bv. over de havens, gerangschikt volgens het belang der handelszaken en volgens den inhoud der schepen, over de groote stoomvaartlijnen, over den bodem van Europa, de godsdiensten, het onderwijs, de legermachten, den handel, de financiën, de koloniën der Europeesche Staten en zoo meer.
Ik herhaal het: ik vestig op Vermast's werk, dat de vrucht moet zijn van veel nauwgezette opzoekingen, gaarne de aandacht. Onderwijzers en normalisten zullen het met vrucht raadplegen en als leerboek voor de middelbare scholen is het zeer geschikt.
Het huis Van der Poorten verdient een pluimpje voor de zorg, die aan de uitgave werd besteed.
P.