Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 4(1899)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 230] [p. 230] De heide. Getoonzet door Jan Blockx. De heide slaapt in de armen van den nacht, De heide, bloedig in het hart geslagen; Zij fluistert van de smart, zoolang gedragen, En traag versterft ginds ver heur bange klacht.... Niet immer treurde de heide; Eens fleurde zij, vol levenslust, Ze fleurde als een jonge moeder, Die heur kinderen stralend kust; En de menschen, zij ook ontsproten Aan heuren vruchlbren schoot, Zij zongen heur dankbaar hun liedren Voor wat zij, de milde, aan oogst en vruchten bood. Een lied! Het klonk als spotgelach In het oor van den Haat; Hij zou den Vrede keeren doen In twist en in kwaad; Hij joeg der menschen driften op, Zij leenden het oor, En 't vreugdelied werd smartelied En 't geluk ging te loor... [pagina 231] [p. 231] List! Ramp! Twist! Kamp!... O wee! Langs rijken oogst en groene hagen Rijden en rotsen ze in dolle vlucht; Zij treffen elkaar; dof vallen de slagen, Onheilvolle kreten vervullen de lucht. En wilder nog krijten en schreeuwen de stemmen, Die krijgers zijn wilden, zij broeders weleer; Zie hoe zij elkander tot stikkens omklemmen En eindelijk buitlen zij, machteloos, neer.... Vertrappeld ligt het graan en het koren, En 't rookende bloed verwt de voren.... Van de haardstêe vlood het geluk, Vrouwen en kinderen kwijnen in druk; De stap van vader Zal hen op 't voorhof niet meer tegenklinken; Zijn teedre blikken Hen niet meer stralend tegenblinken; De bandhond zal niet meer Zijn ketting rammelen doen.... O heide, hoe treurdet gij toen.... Uw zoons gevallen, Slechts jammer en dood, En dor werd geslagen Uw weeldrige schoot, [pagina 232] [p. 232] Onvruchtbaar geslagen, Door 't eindlooze wee! En waar gouden aren In zonnigen vrêe Hun hoofden eens wiegden, Daar rees, schor en droog, Als 't beeld van de smarte De denneboom omhoog; En vol van mysterie, Uit bloed, uit den dood, Rees het bloemken der heide, Als bloed, rozig-rood..... * * * Maar in den roes der tijden Verzwonden oorlog en lijden.... Weer doorvaart de koestrende zucht Van liefde en van vrede de heldrende lucht. Weer zwoegen de menschen in 't goeden zonnegloren, Welvaart en vrede zullen weder hier wonen; De liefde zal tronen, uit vrede herboren, En de heide zal juichen bij 't lied harer zonen. Straal uit, heilge vrede, uwen zeegnenden gloed, Straal licht in de geeslen en kracht in het bloed, Zoo zij ons het leven één frissche bloemengaard; Den menschen van goeden wil zij vrede hier op aard! Hosannah! Huibrecht Melis. Vorige Volgende