Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 4
(1899)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||||
Leerplicht.Dit artikel heeft voor doel: 1o zonder woordenomhaal eenige - o volstrekt niet nieuwe - beweegredenen samen te vatten, die pleiten voor leerplicht; 2o eenige geijkte tegenwerpingen te bespreken; 3o de practische oplossing aan te stippen van enkele bijzonderheden van 't vraagstuk, vooral naar aanleiding van het - gewijzigd - ontwerp, door minister Goeman Borgesius in Nederland aan de wetgeving aangeboden.
***
Het Burgerlijk Wetboek legt aan de ouders de verplichting op, hunne kinderen te onderhouden en op te voeden. Die verplichting, die door de wet niet in 't leven werd geroepen, maar erkend wordt, sluit volstrekte vrijheid uit, en brengt de noodzakelijkheid mee van dwangmaatregelen, welke er de naleving van verzekeren. Maar bestaan die maatregelen, wat het tweede deel van die verplichting betreft? Wie zijn kind het onontbeerlijke voedsel onthoudt, loopt gevaar voor den rechter gedaagd te worden. Wie echter de opvoeding van zijn kind geheel verwaarloost, wordt niet in 't minst verontrust.
***
Bij de zaak der opvoeding is nochtans het belang van het kind, dat van de ouders en dat van den Staat betrokken. Ieder heeft als een minimum in 't leven die kundigheden | ||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||||
noodig, welke de lagere school ongeveer verstrekt. Waar dit minimum wordt beperkt of geheel onthouden, geschiedt dit ten koste van de intellectueele en moreele waarde van het individu, wordt het kind, dat niet voor zich zelf zorgen..... en niet protesteeren kan, in een' toestand van minderheid geplaatst - door zijne ouders, die zijne natuurlijke beschermers moesten zijn! En de bittere klacht van den volwassene wordt gewettigd: ‘Waarom hebben mijne ouders mij verwaarloosd? Waarom heeft de wet, die den zwakke verdedigen moet tegen de willekeur van den sterkere, mijne ouders niet genoodzaakt hunnen plicht te vervullen? Waarom heeft de Staat, die zich wel om vee en paarden bekommert, de hand geleend aan de plichtverzaking, waarvan ik mijn leven lang 't slachtoffer zal wezen, ik, een mensch, die, als soldaat, verplicht zal zijn de wapens op te nemen, die, als burger, door stemplicht gehouden zal zijn mijn aandeel te hebben in de politiek van het land?’ Of er velen zijn, die dergelijke klacht kunnen uiten? Een vergelijkend tabelletje moge 't antwoord geven. Op 10,000 inwoners telt
Dat eene degelijker opleiding van het kind de kans verhoogt op eene betere betrekking en dus op vermeerdering van voordeel voor de ouders, hoeft wel niet gezegd. Wat het belang van den Staat betreft, wij zullen er wel niet moeten op wijzen dat het kind van heden de man van morgen is, en dat een volk in de naaste toekomst des te belangrijker zijn kan, naarmate het opkomend geslacht beter werd voorbe- | ||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||||||||||||
reid tot den strijd voor 't bestaan. ‘La question de l'éducation - schreef Renan - est pour les sociétés modernes une question de vie ou de mort, une question dont dépend l'avenirGa naar voetnoot(1)’. En dan - is het niet waarschijnlijk, dat er thans onder de duizenden, die door onverschilligheid van hunne ouders veroordeeld zijn in onkunde voort te leven, verscheidenen gevonden worden, die bij voldoende ontwikkeling tot iets groots waren bestemd? Wie weet, of er onder de verstooten proletariërs niet mannen opgroeien die, zoo zij slechts onderwijs hadden genoten, het menschdom zouden verrijken met uitvindingen, waarvan nog het nageslacht de vruchten zou plukken? Het is onverantwoordelijk - zeide eens Emile de Laveleye - ‘de laisser dormir ce capital improductif dans tant de milliers de jeunes têtes.’Ga naar voetnoot(2) *** Men vergete daarbij niet dat volstrekt gemis aan de elementaire kennis, die de lagere school verstrekken kan, een der factors is, die aan armenbedeeling en aan gevangenissen steeds nieuw voedsel geeft. Op honderd veroordeelden zijn er ten minste twintig, die noch lezen noch schrijven kunnen. Ze zijn dan in de meeste gevallen kinderen van oud-veroordeelden, landloopers, onverbeterlijke dronkaards of buiten echt levende personen..... Leerplicht zal't leger vagebonden doen verminderen, die een last zijn voor den Staat en eene schande voor de samenleving, zoodat de Staat, na zich in den beginne weliswaar grootere | ||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||||||||||||
opofferingen te hebben getroost, van leerplicht ook financieel voordeel verwachten mag. Tot voor dertig jaar, schreef onlangs The Graphic, was het onderwijs in Londen zeer gebrekkig. Lager onderwijs en vakonderwijs werden op stevigen grondslag ingericht en sindsdien is de Londensche werkman niet alleen op stoffelijk gebied merkelijk vooruitgegaan, maar het zedelijk peil is in veel grooter mate gestegen. In 1869 werden 9,4 per 1000 inwoners tot gevangenisstraf veroordeeld; tien jaar later nog slechts 6,9. In 1890 was dit cijfer tot 3,3 gedaald, en in 1898 tot 2,4. The Graphic schrijft dien vooruitgang, waarbij ook de Staatskas baat vindt, aan de betere opleiding toe van de kinderen.
***
Hadden we tot hier toe het oog op hen, die volstrekt geenen voet zetten in eene school, nu moeten we ook zeggen, dat ongeregeld schoolbezoek een kanker is voor 't onderwijs, waaronder niet alleen diegenen lijden, die van schoolverzuim eene gewoonte maken, maar ook zij, die de school regelmatig bezoeken: de laatsten worden in hunne vaart gestuit, omdat de thuisblijvers het verlorene moeten inhalen; de eersten kunnen tòch niet volgen, omdat er te veel gapingen in den geest bestaan. Zonder geregeld schoolbezoek zal 't onderwijs nooit de vruchten dragen die men er zou mogen van verwachten, en zonder dwangmiddelen is geen geregeld schoolbezoek te bekomen.
***
En men denke niet, dat verbodsbepalingen, om te vroegtijdigen kinderarbeid tegen te gaan, de invoering van leerplicht overbodig maken. Want er zijn nog heel wat kinderen, die, onder 't een of ander voorwendsel, dat de ouders - àls ze zich over hunne verregaande onverschilligheid schamen! - gemakkelijk bij de hand hebben..... op de straat loopen; ik ging er bijvoegen en | ||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| ||||||||||||||||||||||
niets anders doen; maar ze doen wèl iets anders: ze halen er allerlei baldadigheden uit en leeren er allerlei slecht. En dan moet men al heel weinig met de werkelijkheid vertrouwd zijn, om niet te weten hoeveel gastjes er vóor den bepaalden ouderdom toch hier als boodschaploopers, daar als leerjongens of magazijnknechtjes worden aangenomen, als hunne moeder of een van hunne geburen, die hen aan zoo'n betrekkingsken helpt, maar driest genoeg is om op 't kapittel van den ouderdom een beetje te liegen.... Daar komt nog bij, dat wetten over kinderarbeid niets vermogen tegen onregelmatig schoolbezoek. ***
Maar.... leerplicht brengt, aan leerkrachten en schoollokalen, grootere uitgaven teweeg dan er nu voor't onderwijs worden voorzien. Stellig. Edoch, men verlieze niet uit het oog dat, nu reeds, tal van gemeenten in hare scholen plaatsruimte zouden hebben voor leerlingen, die tot nog toe geen school bezochten; voor hen, die onregelmatig komen, maar als leerlingen ingeschreven zijn, is er in den regel plaats. En dan bedenke men eens, hoeveel een land voor oorlog en hoe weinig het voor onderwijs uitgeeft, en spreke daarnà een oordeel uit over de belangrijkheid van dit argument. Camille Flammarion heeft eene vergelijkingstabel opgemaakt van de sommen, die de verschillende gouvernementen per inwoner voor die beide posten uitgeven. Het kan zijn nut hebben er een gedeelte van over te drukken:
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| ||||||||||||||||||||||
Men merkt het, die cijfers geven stof tot nadenken aan hen, die voor den dag zouden komen met een financieel argument, dat eigenlijk niet moest ingeroepen worden, waar het een zoo gewichtig volksbelang geldt.
***
En zullen behoeftige ouders geen ernstige bezwaren hebben tegen leerplicht? Ja wel. En waar de armoede zoo nijpend is, dat de ouders hunne kinderen, bij gebrek aan kleeren bv., naar de school niet kunnen zenden, en bijzondere of openbare liefdadigheid hen niet ter hulpe komt, kan men de verdediging niet nemen van straffen, tegen die ongelukkigen uit te spreken. Maar anderzijds vergete men niet, dat ouders, die trachten door het te werk stellen of het doen bedelen van hunne kinderen eenige centen per week meer te ontvangen, eigenlijk de toekomst aan het heden opofferen en zelden of nooit hunne benarde levensomstandigheden zullen zien verbeteren. Kinderen toch, die worden verwaarloosd of geëxploiteerd, nemen te licht gewoonten aan van wanorde, onverschilligheid, slordigheid, enz.; grooter geworden, zijn zij niet in staat of niet geneigd hunne ouders te steunen, en blijven zelven gansch hun leven in eenen toestand van minderheid tegenover beter onderwezenen. Overigens komt uit den werkersstand de grootste aandrang tot de invoering van leerplicht, en in de landen, waar algemeen stemrecht bestaat, werd zonder uitzondering leerplicht ingevoerd. Het is zelfs niet onmogelijk, dat, bij beperking van kinderarbeid tijdens een groot deel van den dag - 'tgeen de hier besproken hervorming noodzakelijkerwijze zou meebrengen | ||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| ||||||||||||||||||||||
- de loonen der volwassenen stijgen, zoodat de familiën langs een anderen kant zouden schadeloos worden gesteld voor de opoffering, die ze moeten doen om de kleinen naar school te zenden.
***
Maar zal de veldarbeid wel geheel en al de hulp der kinderen kunnen missen? Waar het belang èn van den landbouw èn van de ouders dringend - en als eene soort van noodzakelijk kwaad - vraagt dat kinderen gedurende eenige weken van verplicht schoolbezoek ontheven worden, zou het draconisch heeten, de verbodsbepalingen al te streng te handhaven: de behoorlijke uitvoering der wet zou er overigens door belemmerd worden. Het ontwerp, in Nederland aangeboden, voorziet tijdelijke vrijstelling van hoogstens zes weken (daarom niet noodzakelijk zes opeenvolgende weken) per jaar, voor kinderen, die minstens tien jaar oud zijn en die in de laatste zes maanden, voorafgaande aan de aanvragen tot vrijaf, de school regelmatig hebben bezocht, voor 't geval zij moeten meehelpen in werkzaamheden van landbouw, tuinbouw, veehouderij of veenderij. (Boschbouw, eerst daarbijgevoegd, is vervallen.) Voor den goeden gang van 't onderwijs ware het zeker te wenschen, dat het grootste deel van den tijd, dien de bedrijven, hierboven aangehaald, van de kinderen vergen, in de vacantieweken vallen kon. Maar dat zou natuurlijk niet overal mogelijk zijn. Aan de gemeenteraden wordt het overgelaten den tijd te regelen, binnen welken, met uitsluiting van de overige tijden van 't jaar, die vergunningen kunnen worden verleend. Men zal hebben bemerkt dat de mogelijkheid van vrijstelling als prikkel moet werken voor regelmatig schoolbezoek op andere tijdstippen, daar alleen die leerlingen in aanmerking komen, die anders de school niet verzuimen. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| ||||||||||||||||||||||
De minister heeft aan dit stelsel de voorkeur gegeven boven het Engelsche half-time stelsel, ‘omdat daar, waar de kinderen slechts de helft van den dag naar school komen, de vruchten van het onderwijs geringer zijn dan waar, behoudens een korten vrijstellingstijd, voor- en namiddaguren aan schoolbezoek worden besteed.’ In Engeland vermindert dan ook het aantal scholieren, die van het half-time stelsel gebruik maken.
***
Nu ik toch het Nederlandsch ontwerp aan 't citeeren ben, zal ik meteen de geldige redenen van tijdelijk schoolverzuim aanstippen, andere dan de vergunning op grond van werkzaamheden in 't belang van land- en tuinbouw, enz. Het zijn: 1o tijdelijke sluiting van de school of schorsing van het onderwijs; 2o een wettelijk voorschrift, dat het bezoeken van de school tijdelijk verbiedt; 3o tijdelijke wegzending door het hoofd der school als tuchtmaatregel; 4o ongesteldheid van het kind, vervulling van godsdienstplichten of andere ernstige omstandigheden, die als geldige redenen kunnen worden beschouwd. Ziekte of dood van een huisgenoot of familielid, een huwelijk of een ander belangrijk huiselijk feest of gewichtige gebeurtenis kunnen dus onder de geldige redenen van een verzuim gerekend worden. Het hoofd der school oordeelt of een gepleegd schoolverzuim al of niet verschoonbaar is. Hij kan eenen leerling verlof geven, om éen of meer schooltijden te huis te blijven. Wanneer echter dit verlof voor meer dan 10 schooltijden in vier weken zou gelden, is de bekrachtiging van den schoolopziener noodig. Deze laatste ontvangst elke week van het hoofd der school mededeeling van de verzuimen, en moet naar de niet door het hoofd toegestane en niet verschoonbaar geachte onderzoek | ||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| ||||||||||||||||||||||
instellen. Zelf heeft hij recht een dergelijk verzuim verschoonbaar te verklaren. Vindt hij dat daartoe geen reden bestaat, dan zendt hij aan de in gebreke gebleven ouders zoo spoedig mogelijk eene schriftelijke aanmaning. Bij herhaling van de overtreding volgt dan de oproeping van den vader vóor de schoolcommissie, of, waar die niet bestaat, vóor het college van burgemeester en wethouders; bij tweede herhaling eene bedreiging met proces-verbaal, en eindelijk, bij het vierde geval van ongeoorloofd verzuim, begint de behandeling vóor den kantonrechter en kan eene veroordeeling tot (hoogstens 15 gulden) boete plaats vinden. Hebben de verzuimen plaats met langere tusschenpoozen dan 6 maanden, dan wordt het volgende niet als eene herhaling van het vorige beschouwd, maar begint voor het nieuwe verzuim de geheele behandeling van voren af aan. 't Is dus eene regeling, waarbij al het mogelijke wordt gedaan om de strafvervolgingen tot een minimum te beperken, zonder dat nochtans de bekrachtiging ontbreekt van de vermaningen der schoolcommissie. In de landen, waar zij bestaat, is het beboeten van ouders dan ook zelden of nooit noodig. Nog kan worden aangestipt dat ambtenaren der politie door de gemeentebesturen kunnen gemachtigd worden, een kind, dat zij gedurende de schooltijden op den openbaren weg aantreffen, te brengen vóor het hoofd der school, tot welker leerlingen het kind behoortGa naar voetnoot(1). | ||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| ||||||||||||||||||||||
*** Welke leervakken moeten onderwezen worden? Volgens het ontwerp in Nederland: lezen, schrijven, rekenen, de beginselen der Nederlandsche taal, die der vaderlandsche geschiedenis, die der aardrijkskunde, die van de kennis der natuur en het zingen. Dit laatste vak mag, bij te huis gegeven onderwijs, vervallen. Want ook voor huisonderwijs biedt het ontwerp gelegenheid aan. Ouders, die aan huisonderwijs de voorkeur geven, moeten jaarlijks aan den burgemeester van hunne woonplaats eene geschreven verklaring indienen, en op aanvraag van den schoolopziener schriftelijke inlichtingen verschaffen. De schoolopziener is bevoegd te verzoeken tot de lessen te worden toegelatenGa naar voetnoot(1).
***
Op welken ouderdom begint en wanneer eindigt de leerplicht? In Nederland werd het 7e jaar als ‘uiterlijke’ aanvangstijd aangenomen. En de leerplicht eindigt zoodra hel kind 6 jaarklassen der lagere school doorloopen heeft, met dien verstande dat het, wanneer het bij zijne aanvaarding in eene hoogere dan de aanvangsklasse volgen kan, geacht wordt de voorafgaande klasse of klassen te hebben doorloopen. In de practijk zal de schikking wel zóo zijn, dat de leerplicht bestaat van het tijdstip waarop het kind ter school komt, wat vóor zijn 7e jaar moet geschieden, tot dat waarop het de klasse van het 6e schooljaar heeft doorloopen. Daardoor vervalt het bezwaar, dat leerlingen binnen het schooljaar de | ||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| ||||||||||||||||||||||
lessen verlaten (iets waardoor de bevolking der hoogere klassen gevaar zou loopen meer en meer gedund te worden) en zal men niet verplicht zijn, meer dan éenmaal per jaar nieuwe leerlingen toe te laten. Voor achterlijke kinderen, die niet elk jaar in eene hoogere klasse kunnen komen, en voor wie, zonder verdere regeling, de leerplicht misschien zou blijven duren, is nog de bepaling opgenomen, dat de verplichting in elk geval eindigt als het kind de klasse heeft afgeloopen, waarin het bij het bereiken van den dertienjarigen leeftijd zat. Voor hen, die huisonderwijs ontvangen, duurt de leerplicht van het 7e tot het 13e jaar, of, wanneer reeds van het 6e jaar af of vroeger met dit onderwijs begonnen werd, totdat het kind 6 achtereenvolgende jaren huisonderwijs heeft genoten.
***
Maar na het eigenlijk lager onderwijs moet herhalingsonderwijs worden verstrekt. De regeling van het herhalingsonderwijs (dat ik veeleer practische uitbreiding van 't lager onderwijs of onderwijs in vervolgscholen zou willen noemen) geschiedt naar de plaatselijke behoeften door den gemeenteraad, met de voorschriften: 1o dat het gedurende ten minste 4 maanden van het jaar gedurende ten minste 8 avonduren per week moet gegeven worden; 2o dat het ten minste 4 vakken van onderwijs omvatten moet, waaronder ten minste 2, die begrepen zijn onder het gewoon schoolonderwijs. Het zal op een nader te bepalen tijdstip, maar niet vóor den 1n November 1903, verplicht worden gemaakt voor allen die geen andere school (ambachtschool, hoogere burgerschool, gymnasium, enz.) bezoeken. Van het oogenblik dat de leerling van den plicht om gewoon onderwijs te genieten is vrijgesteld, moet hij de herhalingschool bijwonen, tot wanneer hij de klasse | ||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| ||||||||||||||||||||||
heeft doorloopen, waarin hij bij 't bereiken van den vijftienjarigen leeftijd was geplaatst. De gemeenteraad kan echter, maar alleen voor jongens, dien leerplichtigen leeftijd met een jaar verlengen. Bij het huisherhalingsonderwijs duurt de verplichting eenvoudig tot het 15e jaar. Tot nog toe worden in het ontwerp alleen straffen voorzien voor ouders, wier leerplichtige kinderen de vervolgscholen verzuimen. Het wil ons toeschijnen dat, zooals 't in andere landen geschiedtGa naar voetnoot(1), de gevallen moesten worden voorzien, waarin ofwel de leerlingen zelven opzettelijk de lessen niet zullen bijwonen, ofwel enkele werkgevers in sommige gevallen hunne jeugdige arbeiders niet in de gelegenheid zullen stellen, de vervolgscholen te bezoeken.
***
Een laatste punt blijft te bespreken, namelijk de vrijstelling van den leerplicht ten gevolge van gemoedsbezwaren. Het ontwerp van minister Goeman Borgesius wil de ouders niet dwingen, hunne kinderen te doen vaccineeren: wie tegen inenting overwegend bezwaar heeft, mag zijne kinderen ononderwezen laten. Hetzelfde geldt voor die ouders, die hunne kinderen niet willen zenden naar eene school, 't zij openbare, 't zij bijzondere, waar onderwijs wordt gegeven in eene richting, die zij verkeerd achten, indien zij voor hun kind op eene school in hunnen geest geen plaats kunnen bekomen. Zij moeten alleen in eene jaarlijks te hernieuwen kennisgeving aan den burgemeester de verklaring neerschrijven, ‘dat zij tegen het onderwijs op de, binnen den afstand van | ||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| ||||||||||||||||||||||
45 minuten gaans van de woning gelegen scholen, waarop voor de kinderen plaats te verkrijgen is, zoo overwegend bezwaar hebben, dat zij hunne kinderen voorloopig liever van alle onderwijs verstoken laten, dan hen aan een dier scholen toe te vertrouwen.’ Deze verklaring moet, om geldig te zijn, ook de handteekening dragen van den arrondissements-schoolopziener, handteekening die binnen de 28 dagen na aanvrage moet gesteld, maar mag geweigerd worden, wanneer het den opziener blijkt, dat het kind op de school of eene der scholen, waartegen bezwaar wordt gemaakt, gedurende het jaar, voorafgaande aan de dagteekening der verklaring, geplaatst is geweest en deze ambtenaar overtuigd is, dat geen ernstig gemoedsbezwaar tot aanvraag om vrijstelling heeft geleid. De belanghebbende kan in hooger beroep komen bij den districts-schoolopziener. De memorie van toelichting meent, dat slechts weinigen van dergelijke vrijstelling zullen gebruik maken; maar er moest rekening worden gehouden met een bezwaar, dat vaak tegen leerplicht wordt uitgesproken. Om heel duidelijk te zijn zal ik een gedeelte van art. 33 en 22 aanhalen van de Nederlandsche Wet Lager Onderwijs, handelende over godsdienstonderwijs in openbare scholen: | ||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| ||||||||||||||||||||||
Onder voorwaarden, door burgemeester en wethouders in overleg met den districts-schoolopziener te bepalen, worden de schoollokalen, des noodig verwarmd en verlicht, voor dit godsdienstonderwijs beschikbaar gesteld.....Ga naar voetnoot(1) Aan de besturen der bijzondere lagere scholen wordt, mits zekere voorwaarden, door het Rijk over elk dienstjaar eene bijdrage verleend, volgens denzelfden maatstaf als aan de gemeente wordt toegekend ten behoeve van de openbare lagere schoolGa naar voetnoot(2).
***
Het is er mij - hier en nu - niet om te doen mijne voorliefde voor een bepaald stelsel van leerplicht in België uit te spreken. Ik wil alleen de vraag stellen: Zouden in ons land meer bezwaren oprijzen dan bij onze naburen? De lezer heeft, ik ben er zeker van, een overtuigd neen op de lippen, en meteen het besluit: Het is hoog tijd, dat leerplicht gezonde, practische kennis verbreide in alle geesten, als middel tot volksontwikkeling en volkswelvaart. A. |
|