Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 4

Ontwaking.

Aan Jh^r A. de Maere-Limnander opgedragen.

Wat ook in d'eeuwenslaap uw tooverdroom mocht zijn,
O Brugga's ‘doode maagd’, verwezen Brunehilde,
Als, op de rots gestrekt, omgolfd van 't vuurgordijn,
U soms een levenssprank door 't schoone lichaam trilde;

Of gij uw Sigurd zaagt, in goud en wapenschijn, -
Een beeld des glorietijds, - die tot u dringen wilde;
Of 't u een wellust was, dat kwijnen zonder pijn,
Tot weer de kuif des lichts op de oosterkimmen lilde;

Ontwaak! de slaap is uit, die eeuwen vlieden zag!
De zonneheld verwon en komt uw floersen scheuren!
Ruk weg dat lijkgewaad! Rijs op in lentegeuren!

De zee, uw nieuwe jeugd begroetend als zij plag,
Komt weer, in morgengloor, het Bruidschip tot u beuren,
Dat U de mare brengt; ‘Het is geworden dag!’

Julius Sabbe.
Brugge, 24 April 1894.