Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 3(1898)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Morgengroet. De dageraad, met tooverachtig glimmen, beschildert de Oosterkimmen, als grootsche kunstpaneelen van klaar goud. Een frissche loovergeur waait allerwegen met een verkwikkend koeltje tegen, terwijl geveêrde zangers neuriën in het woud. De zon, de dagvorstin, de heerscheres der wereld, met hemelglans en schitterend smaragd ompereld, bestijgt den troon van het natuurgebied; ze laat heur koesterende stralen op rijk en arm, in zegen, nederdalen, terwijl ze 't leven in den schoot der aarde schiet. En in de lucht, hoe alles zwiert er? En op den grond, hoe alles tiert er? o, wat natuurschoon! o, wat harmonij komt in 't Heelal als englentonen zweven! 't Juicht alles van bezieling, jeugde, lust en leven; al wat onschuldig is, is blij! Sta van uw rustsponde op, o mensch. Door 't morgengloren is weer een nieuwe dag geboren; hij biedt den morgengroet u aan en stelt des werelds schouwtooneel voor u wijd open, met al zijn lief en leed, en twijfelen en hopen, en zorg en strijd voor het bestaan. [pagina 29] [p. 29] Sta van de rustsponde op; verzamel in uw harte veel wilskracht en veel moed, opdat gij aan de smarte, als ze u vandaag kom' kwellen, of aan het genot, als 't u kom' streelen, eene ziele kunnet toonen waar vaste wil voor 't goede en medelij in wonen; opdat gij worstlen kunnet met het lot. Sta van uw rustsponde op, en wees vandaag genadig voor die verdwaald van geest zijn; wees milddadig als 't zijn moet: leg uw goedren niet op slot. Dàt, dàt is liefde en liefde alleen weet aan het leven geneugte en prijs te geven. Heb lief, want God is liefde: wees als God. Gedenk het: wie niet lief heeft zal ook geen beminden op zijne levenspaden vinden: het lievend hart, alleen, vindt wedermin. Beminnen en vergeven en vergeten, o broeders, moet altoos de leuze heeten in 's werelds groote huisgezin. Sta van het rustbed op, o mensch; door 't morgengloren is weer een nieuwe dag geboren; hij biedt den morgengroet u aan, en schijnt te fluistren: mochtet ge immer bij 't ontwaken, door hoop gesterkt, geen droeve zuchten slaken, zoo lang gij zult bestaan. Hendrik Van Eyck. Vorige Volgende