| |
| |
| |
Letterkundige kroniek.
Eenige losse aanteekeningen over de Internationale bibliotheek uitgegeven door S.L. Van Looy, Amsterdam. - Een woord over een paar werken van Alphonse Daudet. - Le nouveau Larousse illustré. - Werk, eene nieuwe Vlaamsche uitgaaf.
Wanneer het onzen Vlaamschen landgenooten als eene schuld wordt aangerekend in vele gevallen zoo bitter weinig bekend te zijn met de talrijke hoogst merkwaardige uitgaven van gene zijde van den Moerdijk, geldt het bij hen als eene verontschuldiging dat, doorgaans weg, de boeken aldaar ongelooflijk duur zijn. Daar kan wel eenigszins waarheid in steken. Zonder eigenlijk doodarme lui te zijn, is de beurs der meeste liefhebbers van Nederlandsche letteren, ten onzent, niet genoegzaam gevuld om zich al de werken aan te schaffen die zij graag zouden lezen. Overigens, ook de Vlaamsche Beweging eischt van ons jaarlijks een zekere som die onze beschikbare gelden duchtig aantast. Maar er zijn ook zeer goedkoope boeken in Noord-Nederland en de kennismaking met hun inhoud eischt van ons geen al te groote opofferingen.
Daarom was het dat ik heden uwe bijzondere aandacht wilde inroepen op eene der merkwaardigste uitgaven die in Holland het licht zien en die voorzeker in de boekenkast van ieder ontwikkeld mensch kunnen en moeten voorhanden zijn. Ik bedoel de Internationale bibliotheek uitgegeven door S.L. Van Looy, te Amsterdam.
Op dit oogenblik zijn reeds veertien deelen dezer bibliotheek verschenen. De meest uiteenloopende onderwerpen over maat- | |
| |
schappelijke, godsdienstige of wijsgeerige aangelegenheden worden er in behandeld. Het eerste deel was de Nederlandsche vertaling van Edw. Bellamy's beruchte boek In het jaar 2000 (prijs: gl. 0,75). Onlangs zag eene tweede uitgave daarvan het licht. Daarop volgde Bijdragen tot den strijd over God, Eigendom en Familie, door M.S. Van Houten (prijs: gl. 0,60). Vervolgens verschenen:
a) Maatschappelijke nooden. De Strijd om Welvaart, naar het Fransch van Ernest Gilon, door M.G. Keller, zoon (prijs: gl. 0,90). Velen onzer lezers zullen dit werk misschien reeds in de oorspronkelijke taal gelezen hebben. Hier mag wel herinnerd worden dat aan dit boek de prijs Guinard van 10,000 fr., op eenstemmig advies van de jury, door onze regeering werd toegekend. (Voor het beste werk of de beste uitvinding, welke de verbetering van den stoffelijken of geestelijken toestand van den arbeidenden stand bevordert.) De heer Gilon doet, in zijn boek, een beroep op het gevoel voor recht en menschelijkheid bij de welgestelden. Volgens hem kan de oplossing van het maatschappelijke vraagstuk niet in één dag bekomen worden. Eerst en vooral moet de mensch zelf verbeterd worden. De gansche maatschappij moet ‘als 't ware met een dampkring van onderwijs omgeven worden.’
b) Socialisme, naar het Engelsch: Fabian essays in Socialisme, nrs 4 en 5 (Prijs gl. 0,75 en gl. 0.50) vertaald door F.M. Wibaut. Het werk is eigenlijk eene reeks voordrachten gehouden door verschillende leden van het zoogenaamde ‘Fabian Genootschap’. Vandaar ook de Engelsche benaming ‘Fabian essays’. Het Fabiansgenootschap bestaat uit socialisten. Het beoogt de hervorming der Maatschappij door de onteigening van den eigendom van grond en kapitaal voor de voortbrenging, aan eene klasse, en het overbrengen van dezen eigendom aan de gemeenschap ten algemeenen nutte. Het eerste deel van het werk bevat de grondslagen van het socialisme beschouwd uit economisch oogpunt, uit historisch oog- | |
| |
punt, uit industrieel oogpunt, en uit een oogpunt van zedelijkheid. In het tweede behandelt men ‘de socialistische maatschappij.’ Men spreekt over eigendom onder socialisme en over arbeid onder socialisme, over overgang tol socialisme en over de naaste toekomst.
Op dit oogenblik vooral dat de studie der economische vraagstukken zulke ongemeene uitbreiding heeft genomen en dat de sociaal-democratie in alle landen met zulke reuzenstappen is vooruitgegaan, is de lezing van een werk als de Fabian essays bijna eene noodzakelijkheid voor eenieder en in de eerste plaats voor al wie het ontwikkelingsproces der lagere klassen op den voet wil volgen.
c) Het vraagstuk van den arbeid. Open brief aan Paus Leo XIII, naar aanleiding van zijn Encycliek, door Henry George, nr 6 (prijs: gl. 0,60). De vertaler, hr. J. Stoffel, zegt van dit werk: ‘dit boek moet gelezen worden; het moet gelezen worden vooral door hen, die godsdienstig gevoel hebben, want het is het sterkste betoog voor het bestaan eener harmonische wereldorde, dat nog is geschreven.’
d) Paul Göhre: Drie maanden fabrieksarbeider, een praktische studie, vertaald door Hel. Mercier (nr 7, prijs: gl. 0,75).
Dit boek heeft, bij zijne verschijning, nog al gerucht gemaakt. Wellicht weten onze lezers reeds dat de heer Göhre, candid. theol., zijn ‘candidatenrok’ tegen een arbeiderspak ruilde en gedurende drie maanden fabrieksarbeider was. Toen hij in Berlijn terug kwam heeft hij dit boek geschreven. Het handelt vooral over den materieelen toestand zijner arbeids kameraden, den arbeid in de fabriek, het agiteeren der sociaaldemocraten, de sociale en politieke gezindheid zijner makkers, beschaving en christendom en de zedelijke toestanden.
Eigenlijk is het werk een boek van onderzoekingen door den schrijver ter plaats gedaan en dat juist daarin zijne grootste eigenaardigheid vindt. Zijn doel vooral was het te bewijzen dat het arbeidersvraagstuk niet alleen een maag- en loonquaestie
| |
| |
is, maar ook een vraagstuk van geestelijken en godsdienstigen aard. En wel een der belangrijksten die er bestaan. Hij beschouwt de loonsvraag slechts als één, en niet als de bijzonderste factor der arbeidersbeweging. Er is nog, en wel in de eerste plaats, bij alle Duitsche werklieden, een vurig verlangen naar meer achting, meer waardering, naar eene betere regeling der economische productie. Zij willen niet slechts handen maar ook hoofden zijn. Ook bestaat er bij hen een onweerstaanbare drang naar grootere geestelijke vrijheid, naar meer licht over de diepste problemen der menschelijke ziel. Daarenboven vindt de Duitsche arbeidersbeweging hare uitdrukking en hare vertegenwoordiging in de sociaal-democratie. Deze is die beweging zelve. De schrijver vindt het een waan te meenen dat zij nog kan uitgeroeid worden; het is zijne overtuiging dat zij steeds zal aangroeien en zich ook te plattelande zal uitbreiden. Hij beschouwt haar als een historische noodwendigheid, en meent dat de sociaal-democratie moet geleid, geadeld en geheiligd worden. De eene helft dezer opvoedingstaak, zooals hij die hervorming noemt, moet geschieden door de regeering; de tweede door de kerk. De staat door eene diepgaande hervorming: de vervulling aller rechtmatige wenschen der arbeidersklasse, - de kerk door te verhinderen dat de sociaal-democratie het volslagen anti-christendom worde. Want ‘ook een social-democraat kan een christen, een christen een sociaal-democraat zijn.’ Van het evangelisch-sociale congres - waarvan de hr. Göhre algemeen secretaris is - eischt hij ‘de opvoeding, de veredeling, de verchristelijking van de thans nog ongetemde, nog heidensche sociaal-democratie en de vernietiging harer anti-christelijke materialistische wereldbeschouwing.’
Ik ben het niet nopens alle door den schrijver aangeraakte punten met hem eens. Maar toch durf ik de lezing van zijn met overtuiging en gloed geschreven pleidooi aan alle weetgierigen aanbevelen.
| |
| |
e) Het nr 8 is Uitvoerbaar Socialisme, door Rev. en Mrs S.A. Barnett (gl. 1.00) en nr 9 Het Koninkrijk Gods is binnen in U, door graaf Leo Tolstoï. Van dit laatste gewrocht is thans eene tweede en goedkoope uitgaaf verschenen aan den geringen prijs van gl. 0.45.
f) nr 10. Hel Heden en de Toekomst, door Robert Blatchford (Prijs gl. 1.25). Dit boek verscheen in Engeland onder den titel: Merrie Engeland. Zijn bijval was uitnemend. In minder dan een jaar, zegt ons de vertaler, werden in Engeland alleen 800,000 exemplaren van verschillende uitgaven verkocht. De bijzonderste hoofdstukken welke in dit boek voorkomen, heeten: Het vraagstuk des levens. - De landbouw in Engeland. - Het leven van den arbeider. - De ongelijke verdeeling van den rijkdom. - Pacht, Interest, Kapitaal en Crediet. - Verklaring van het socialisme. - Het socialisme en de menscheiijke vooruitgang. - Socialisme en Slavernij. - De rechten van het Individu. - Weelde. - Plichten van den arbeider, enz.
g) nr 11. In Engeland's Donkerste Wildernissen en De Weg ter ontkoming, door William Booth, generaal van het Leger des Heils. Nederlandsche vertaling van C.S. Adama van Scheltema, 384 bladz. Prijs: gl. 1.25.
Natuurlijk een hoogst belangrijk boek. Vele ernstige verhandelingen over deze nieuwe godsdienstsecte werden er nog niet geschreven. Daarom is een werk van generaal Booth over dit vraagstuk een belangrijk verschijnsel. In zijne voorrede zegt hij:
‘De met voorspoed bekroonde vorderingen van het Leger des Heils in zijn arbeiden onder de armen en verloren geachten in vele landen, hebben mij als gedwongen de vraagstukken onder de oogen te zien, die in dit boekwerk behandeld zijn, en daar tegenover redmiddelen aan de hand te doen, die naar ik vertrouw, op de jammervolle toestanden in ons maatschappelijk leven, niet zonder gunstigen invloed zullen blijken.’
| |
| |
De schrijver is een optimist: hij verwacht het beste van zijnen kamp tegen wat hij noemt de ‘booze toestanden’, de schuld der hedendaagsche ellenden, de schande en de vloek van ons hedendaagsch maatschappelijk leven. Sinds meer dan veertig jaren voert hij den strijd tot ‘redding’ van zijn evenmensch. De verlaging en de ellenden die hij, nog kind zijnde, bij de armoelijders zijner geboortestad heeft opgemerkt, hebben hem daartoe aangedreven.
Het boek is al te uitgebreid om hier, in deze zeer beknopte kroniek te worden uiteengezet. Dit zal ik er echter, tot opheldering voor onze lezers bijvoegen, dat de heer Booth hoopt, ‘met tijd, ervaring, beoordeeling en bovenal de leiding Gods’, te komen tot de practische toepassing der woorden van den Hebreeuwschen profeet: ‘Maakt los de banden der ongerechtigheid; neemt de zware lasten weg; laat de verdrukten vrij uitgaan; verbreekt ieder juk; deelt uw brood den hongerigen mede; brengt de armen, die uitgestooten zijn, tot uw huis. Wanneer gij naakten ziet, kleedt hen, en verbergt u zelven niet voor uw eigen vleesch. Opent uwe ziel voor de hongerigen, dan zullen de uwen de oude woeste plaatsen weder opbouwen en gij zult grondsteenen voor vele geslachten optrekken.’
Dit mag dus als de synthesis van het Leger des Heils gelden. Ieder onpartijdig beoordeelaar zal inzien dat, indien de praktijk aan de theorie beantwoordt, het haar niet mangelt aan groolsche opvatting.
Nr 13. Nieuws uit Nergensoord of een tijd van rust. Eenige hoofdstukken uit een utopischen roman, door William Morris. Nederlandsche vertaling van F. Van der Goes. 230 bladz., prijs: gl. 1.25.
Op dit boek, dat mij nog al belangrijk en actueel blijkt, zal ik, in eene afzonderlijke en meer uitgebreide studie, terug komen.
Ik heb hier ook vóór mij liggen Sapho en la Fédor, twee
| |
| |
prachtige en laatste uitgaven van Alphonse Daudet's werken in de zoo terecht geprezene ‘Collection Guillaume’ (uitgever Ernest Flammarion, Parijs), de eerste geïllustreerd door Rossi, Myrbach, enz., de tweede door Fabrès.
Ik beschik hier niet over de noodige plaatsruimte om uit te weiden, zooals het zou behooren, over den grooten schrijver dien Frankrijk dezer dagen heeft verloren. De meeslen onzer lezers zullen hem overigens kennen - door zijn Jack, zijn Rois en exil, Sapho, l'Immortel, Le Nabab, Ruma Roumestan, l'Evangéliste, en zoo
Zola zegt ergens van hem dat hij was het zeldzaamste en het oorspronkelijkste uit een literatuur; een uitnemend en een zeer oorspronkelijk figuur. Hij ‘schiep’ wezens, omdat hij zijne personnages kon bezielen, want zij leven alom, in de straten zoowel als om ons heen.
Daudet was vooral een vrije geest, wars van alle formulism. Tegenover de feiten uit het hedendaagsche leven, was hij eerlijk.
Met de armen en de ongelukkigen leed hij in zijn gewrocht. De dwazen en verwaanden striemde zijn spot tot bloedens toe.
Hij vervolgde, besluit Zola, het gewrocht van Stendahl en Balzac, van Flaubert en van de gebroeders de Goncourt.
Zijne populariteit dagteekent van omstreeks 1869. Vele zijner werken werden op het tooneel gebracht. Alhoewel niet zonder bijval onthaald, verloren zij er nochtans hunne zoo roerende bekoorlijkheid.
Van de Nouveau Larousse Illustré verscheen het derde deeltje (bladz. 321-480) behelzend 4350 artikelen, 932 gravures, 21 tabellen en 8 aardrijkskundige kaarten. Het gaat van het woord Ankyloblépharon tot Arsine. Onder de behandelde artikelen zijn er verscheidene van het grootste belang, zooals Annam, Anthropologie, Antilles, Antimoine, Apicultuze = bijenteelt, met vele afbeeldingen betreffende de laatste uit- | |
| |
vindingen op dit gebied, Arabie, met eene menigte bijzonderheden over dit land, evenals over Armenie, Architecture met eene zeer volledige reeks afbeeldingen over al de genres van dit kunstvak, Arme en Armée, met al de hervormingen die in onze tijden van overdreven militarisme tot stand kwamen, Archéologie, Argentine, Arithmétique met het beknopt en zeer volledig overzicht van alles wat tot dit gedeelte der rekenkunde behoort, enz. De nauwgezette zorg welke aan deze uitgave-wordt besteed, heeft haar dan ook een onverwachten bijval bezorgd.
Op letterkundig gebied zal eerlang, te Antwerpen, eene nieuwe uitgaaf verschijnen gewijd aan de jongste voortbrengselen van eenige medewerkers van het tijdschrift Van Nu en Straks. Zij zal den titel dragen van Werk en om de vier maanden het licht zien in boekdeelen van ongeveer 150 bladzijden getint Hollandsch Van Gelder papier, gedrukt met bijzondere letter en inhoudend vier onuitgegeven buiten tekstplaten. De jaargang van drie boekdeelen kost 15 frank. Het eerste deel zal - naar het prospectus - bevatten: Twee onuitgegeven platen van George Minne en twee dito van Julius De Praetere. Verders Gunlaug en Helga, drama in verzen van Victor De Meyere, Lente, idyllisch proza van Strijn Streuvels, Kronos, dramatische zang van Karel Van de Woestyne, Dagen, gedichten van Victor De Meyere.
Het doel der medewerkers is ‘met vaste meêwerking van kunstenaars, onder algemeenen titel van “Werk”, hun meer uitgebreide schriften, in een gezamentlijke uitgaaf; volledig in het licht geven.’
De uitgaaf is toevertrouwd aan het gunstig bekende huis J.-E. Buschmann, van Antwerpen. Goed heil!
Gent, 1898.
Gustaaf d'Hondt:
|
|