De Jonge Gids verschijnt getrouw en even getrouw blijft de redactie aan haar voornemen, de lectuur iets anders te doen zijn dan huiskamer-lectuur. Voor leesgezelschappen en voor verdere lezende parasieten (zooals de redactie eens schreef) is de inhoud niet geschikt, doch als voorwerp van studie valt het tijdschrift niet weg te cijferen. In nr 8, dat eenige dagen geleden verscheen, vindt men nog altijd de voortzetting van Diamantstad door den redacteur en van Kamertjeszonde door Habbema, die beide in nr 1 werden aangevangen.
***
De openbare leeszalen verheugen zich steeds in een toenemend aantal bezoekers. Ofschoon er meerendeels gebruik wordt gemaakt van de dagbladen en tijdschriften, die op de leestafels voor de hand liggen, wordt er toch veel zorg besteed aan de bibliotheken, waarin men naast Nederlandsche werken ook vertalingen van buitenlandsche schrijvers aantreft.
De openbare Leeszaal te Utrecht heeft in haar bibliotheek naast de oorspronkelijke boeken, werken van Dickens, Frits Reuter, Marlitt, Daudet, Tolstoi, Thackeray, Kipling, Björnson, Bret Harte, Dumas en anderen.
Onder de kranten, die deels toegezegd, deels aangeschaft worden, telt men de voornaamste Nederlandsche dagbladen. De weekbladen zijn vertegenwoordigd door Het Sociaal Weekblad, Nederlandsch Volksblad, De Amsterdammer, De Werkmansbode. Van de vakbladen vindt men er verscheidene, waaronder De Boekband, De Bakkerij, De Timmerman, Bouwkundig, weekblad, Weekblad voor den Behanger, en De Kalk- en Steenbewerker.
Nederlandsche tijdschriften zijn niet in groote getale voorhanden, wat wel zijn oorzaak zal hebben in de duurte van deze en de onmogelijkheid om ze tegen verminderde prijzen te bekomen. De Aarde en haar volken, Eigen Haard, De Natuur, Het humoristisch qAlum, Uilenspiegel en de Neder-