zijden). Wat ons vooral goed bevalt, is het feit, dat onze gansch moderne schrijvers het plaatsje gekregen hebben dat hun toekomt: Annie Foore, Carel van Nievelt, Melati van Java, Johanna van Woude, Helene Swarth, Louis Couperus, Frederik van Eeden, Gorter, enz., bevinden zich nevens hun oudere kunstgenooten. We wenschen het werk, met nauwgezetheid en smaak verzameld een ruim debiet toe.
***
Verschenen: Gedichten en Gezangen, door Jan Boucherij (bij den schrijver, Hopland, 30, Antwerpen); 132 blz.; 2 fr.
***
Van de uitgave die als titel draagt: Groot Woordenboek der Nederlandsche taal door J.H. Van Dale (4e druk, door H. Kuiper Jr. en Dr. A. Oppel) is de 12 afl. verschenen. Zij gaat van nieuwtje tot onderstaan.
***
In Januari 1897 werd Het Duimtjesblad gesticht, een omslag met nieuwtjes in, die thans wekelijks 24 bladzijden bevat van echt Vlaamsche letterkunde.
Het eerste werkje dat verscheen was Karel Klepperman door Mev. Courtmans.
Het tweede De Nicht uit de Kempen door Ecrevisse. Het derde boekdeel zal bevatten Drie bekroonde Verhalen van Aug. Van Acker.
Voor 1897 zijn er nog tal van dergelijke meesterstukjes, maar waarschijnlijk zal, vooraleer de feesten van den Boerenkrijg daar zijn, het Duimtjesblad een groot en oorspronkelijk werk over den Beloken Tijd van een onzer beste jonge schrijvers uitgeven (bij Victor De Lille te Maldegem, per post voor twee frank per jaar).
***
De Taalstrijd hier en elders door Th. Coopman, werkend lid der koninklijke Vlaamsche Akademie en A. Siffer, gemeenteraadslid te Gent. Nieuwe reeks. Van deze uitgave zagen reeds 13 deelen het licht (1894-1897), als bijlage tot het thans niet meer verschijnende tijdschrift de Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle (opstellers: Th. Coopman en V.A. De la Montagne). Het werk zal afzonderlijk voortgezet en uitgegeven worden door de hooger genoemden.