Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 1
(1896)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
Nog een stap.Zaterdagavond kwamen, volgens afspraak, eenige belangstellenden in den bloei der Hollandsche taal in Zuid-Afrika andermaal bijeen aan de pastorie der Ned. Geref. Kerk alhier. Tegenwoordig waren professor De Vos, Di Kriel en E. A. J. du Toit, rechters Stein en Hertzog, advokaat Stuart, de heeren J.F.W. Kupferburger, inspekteur van scholen, A. Francken en D. Aitton, van het Grey College. Professor De Vos wees andermaal op de noodzakelijkheid dat alle opbouwers van de volkstaal in dezelfde richting werkten; vereenvoudiging van spraakkunst en spelling zat nu eenmaal in de lucht, maar als eenieder zijn eigen hoofd volgde dan kon er licht verwarring ontstaan. Te Pretoria was een komité gevormd om de ontwikkeling van de taal te helpen bevorderen en daaruit was een subkomité benoemd om het stelsel-Kollewijn na te gaan en te zien in hoeverre het voor dit land aannemelijk zou zijn. Het einddoel was een kongres waarop vertegenwoordigers van de republieken | |
[pagina 60]
| |
en de Kaapkolonie elkander zouden ontmoeten en uit de verschillende schemas een geheel zoeken te vormen. Daarop konstitueerden zich de tegenwoordig zijnde lieeren tot een algemeene komissie met bijvoeging van hoofdrechter De Villiers, Dr. Brebner, Superintendent van Onderwijs, Dr. Haarhoff, inspekteur van scholen, en Dr. Brill, rektor van het Grey College. Tot werkend komité werden benoemd Dr. Brebner, Dr. Brill, rechter Hertzog en de heeren Francken en Kupferburger. Er werd gesproken over de noodzakelijkheid om ook voorstanders van het Hollandsch die elders in den Staat wonen, te kiezen tot leden van het taalkomité, maar daartoe kwam het niet wegens de moeilijkheid welke men dan zou hebben om een behoorlijke vergadering bijeen te krijgen. Toch werd verstaan dat het komité een schema zou optrekken en exemplaren daarvan uitzenden aan belangstellenden met het verzoek om daar bij of af te doen wat noodig of wenschelijk mocht schijnen. Rechter Steyn sprak ten slotte den dank der aanwezigen uit aan professor De Vos voor de belangstelling door hem in de zaak betoond en de moeite door hem genomen. |
|