| |
| |
| |
Bilal Amjarso
Bibliografie Argumentatietheorie 2005
Verantwoording
In deze bibliografie wordt een overzicht gegeven van publicaties over argumentatie die in 2005 zijn verschenen (boeken, boekbesprekingen en tijdschriftartikelen). Opgenomen zijn theoretische beschouwingen, verslagen van empirisch onderzoek en praktisch gerichte publicaties. Bij de samenstelling is gebruik gemaakt van boekaankondigingen, periodiek verschijnende bibliografieën en tijdschriften waarin regelmatig artikelen over argumentatie worden gepubliceerd. Om een zo groot mogelijk aantal titels te kunnen opnemen, zijn de annotaties beknopt gehouden.
Er is naar gestreefd de bibliografie zo compleet mogelijk te maken. Wie ervan verzekerd wil zijn dat er in toekomstige bibliografieën geen eigen publicaties over argumentatie ontbreken, wordt verzocht per titel een volledige titelbeschrijving plus een korte annotatie, indien mogelijk vergezeld van een origineel exemplaar of een overdruk, te sturen aan Bilal Amjarso, Leerstoelgroep Taalbeheersing, Argumentatietheorie en Retorica, Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam.
Gebruikte afkortingen |
AA |
Argumentation & Advocacy |
ARG |
Argumentation |
CM |
Communication Monographs |
CT |
Communication Theory |
DP |
Discourse Processes |
IL |
Informal Logic |
PC |
Pragmatics & Cognition |
PhRh |
Philosophy & Rhetoric |
TvT |
Tijdschrift voor Taalbeheersing |
* De bijdragen van met een asterisk aangeduide auteurs zijn onder de auteursnaam beschreven.
| |
| |
Aberdein, Andrew 2005
‘The uses of argument in mathematics’. In ARG, vol. 19, no.3, pp.287-301.
In dit artikel laat de auteur zien hoe Toulmins model gebruikt kan worden om het mathematisch bewijs als vorm van argumentatie uit te leggen.
Adams, David M. 2005
‘Knowing when disagreements are deep’. In IL, vol. 25, no. 1, pp. 65-77.
In dit artikel gaat de auteur na of partijen in een ‘deep disagreement’ er achter kunnen komen dat hun geschil ‘diep’ is. De auteur bekritiseert Fogelin's benadering en betoogt dat deze van weinig nut is voor geschillen in de praktijk.
Amjarso, Bilal 2005
‘Bibliografie argumentatietheorie 2004’.
In TvT, jrg. 27, nr. 4, pp. 315-326.
Asen, Robert 2005a
AA, vol. 42, no. 1, pp. 48-49.
Bespreking van Gutmann, A. en D. Thompson. (2004). Why deliberative democracy? Princeton, NJ: Princeton University Press.
Asen, Robert 2005b
‘Pluralism, disagreement, and the status of argument in the public sphere’. In IL, vol. 25, no. 2, pp. 117-137.
In dit artikel gaat de auteur in op de belangrijkste functies van argumentatie: uitbreiding van het discussieonderwerp, verdeling van verantwoordelijkheid en vorming van identiteit. De auteur bepleit dat dergelijke functies belangrijk zijn in een samenleving waar ongelijkheid en macht dominant zijn.
Beasley, Vanessa B. 2005
AA, vol. 41, no. 3, pp. 184-185.
Bespreking van James, M.R. (2004), Deliberative democracy and the plural polity. Lawrance: University Press of Kansas.
Benoit, William L. & David Airne 2005
‘A functional analysis of American vice presidential debates’. In AA, vol. 41, no.4, pp.225-236.
In dit artikel vergelijken de auteurs presidentiële debatten met vice-presidentiële debatten. De auteurs bespreken zowel de verschillen als de overeenkomsten tussen de twee soorten debatten.
Bermejo-Luque Lilian 2004 (in 2005 verschenen)
‘Toulmin's model of argument and the question of relativism’. In IL, vol. 24, no. 2, pp. 169-181.
In dit artikel toont de auteur aan dat Toulmins argumentatiemodel niet per sé als een epistemologisch relativistische theorie opgevat moet worden. De auteur toont dit aan door de rol van argumentatievelden binnen dit model te analyseren.
Bertea, Stefano 2005
‘Does arguing from coherence make sense?’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 433-446.
In dit artikel ontwikkelt de auteur een pragma-dialectische benadering van argumentatie op basis van coherentie. Hij onderscheidt twee basisvormen van dit soort argumentatie die gebaseerd zijn op symptomatische argumenten en gaat vervolgens na hoe dergelijke argumentatie beoordeeld kan worden.
Betz, Gregor 2005
‘The vicious circle theorem - a graph-theoretical analysis of dialectical structures’. In ARG, vol. 19, no. 1, pp. 53-64.
In dit artikel ontwikkelt de auteur een grafisch-theoretisch kader om een klassieke dialectische analyse van argumentatie uit te breiden.
Blair J. Anthony 2004 (in 2005 verschenen)
‘Argument in its uses’. In IL, vol. 24, no. 2, pp. 137-151.
| |
| |
In dit artikel bespreekt de auteur de verschillende gebruiksdoelen van argumentatie. Hij betoogt dat argumentatie niet alleen maar door zijn gebruik als overredingsmiddel zou moeten worden gedefinieerd en dat de normen voor goede argumentatie verschillen van de normen voor het goede gebruik van argumentatie.
Blair, Anthony J. 2005
‘Norms and functions in public sphere argumentation’. In IL, vol. 25, no. 2, pp. 139-150.
In dit artikel geeft de auteur commentaar op en vergelijkt hij de in dit nummer verschenen artikelen van William Rehg en Robert Asen. Vervolgens bespreekt hij de door de twee auteurs behandelde problematiek.
Boger, George 2005
‘Subordinating truth - is acceptability acceptable?’. In ARG, vol. 19, no. 2, pp. 187-238.
In dit artikel betoogt de auteur dat het concept van het universele auditorium een terugkeer naar het formalisme van Kants categorisch imperatief implicieert en een vervanging betekent van een publiek-gerichte aanvaardbaarheid door het absolutisme van formele logica.
Campolo, Christian 2005
Treacherous ascents: on seeking common ground for conflict resolution’. In IL, vol. 25, no. 1, pp. 37-50.
In dit artikel bespreekt de auteur de gevaren van de strategie van het zoeken naar gemeenschappelijke uitgangspunten bij een ‘deep disagreement’. De auteur betoogt dat er bij deze strategie een risico is dat partijen niet weten of de gemeenschappelijke basis voldoende is.
Ceccarelli, Leah M. 2005
‘“Let us (Not) theorize the spaces of contention”’. In AA, vol. 42, no. 1, pp. 30-33.
In dit artikel reageert de auteur op Thomas Goodnights oproep om elke wetenschappelijke discussie afzonderlijk te bestuderen.
Check, Terence 2005
AA, vol. 42, no. 1, pp. 50-52.
Bespreking van Lorraine D. en Fernando V., (eds.). (2004). The moral authority of nature. Chicago: University of Chicago Press.
Cohen, Daniel H. 2005
IL, vol. 25, no. 2, pp. 179-184.
Bespreking van Rescher, N. (2005). Cognitive harmony. Pittsburgh: Pittsburgh University Press; Rescher, N. (2005). Realism and pragmatic epistemology. Pittsburgh: Pittsburgh University Press & Rescher, N. (2005). Epistemic logic. (2005). Pittsburgh: Pittsburgh University Press.
Cummings, Louise 2005
‘Giving science a bad name: Politically and commercially motivated fallacies in BSE inquiry’. In ARG, vol. 19, no. 2, pp. 123-143.
In dit artikel betoogt de auteur aan de hand van de BSE crisis in Groot-Brittannië dat bepaalde drogredenen van politieke partijen en bedrijven waarin zij bepaalde wetenschappelijke onderzoeksresultaten gebruiken kenmerkend zijn voor de manier waarop zij hun eigen belangen behartigen.
Dailey, William O., Edward A. Hinck, & Shelly S. Hinck 2005
‘Audience perceptions of politeness and advocacy skills in the 2000 and 2004 presidential debates’. In AA, vol. 41, no. 4, pp. 196-210.
In dit artikel inventariseren de auteurs de ideeën in de publieke opinie over verschillende aspecten van de debatvaardigheden van presidentskandidaten bij de presidentsverkieziningen van 2000 en 2004 in de V.S. Hoewel het duidelijk is dat beleefdheid belangrijk is in het oordeel over de kandidaten, blijft het onduidelijk in welke mate en onder welke omstandigheden dit oordeel wordt geactiveerd.
| |
| |
Eemeren, Frans H. van, Peter Houtlosser & A. Francisca Snoeck Henkemans 2005a
Argumentatieve indicatoren in het Nederlands; Een pragma-dialectische studie.
In deze studie bespreken de auteurs vanuit het perspectief van een kritische discussie de talige indicatoren die van belang kunnen zijn voor het analyseren van argumentatieve discussies en betogen. Ze gaan na welke woorden en uitdrukkingen in de vier fases van een discussie indicatoren kunnen zijn van een bepaalde argumentatieve zet of van een reactie daarop.
Eemeren, Frans H. van, Peter Houtlosser & A. Francisca Snoeck Henkemans 2005b
‘Dialectische profielen en indicatoren van argumentatieve zetten’. In TvT, jrg. 27, nr. 3, pp. 126-138.
In deze bijdrage bespreken de auteurs de theoretische en methodologische uitgangspunten van hun onderzoeksproject ‘Argumentatieve indicatoren in het Nederlands.’Aan de hand van een analyse van enkele voorbeelden laten ze zien op welke manier er bij de uitvoering van het project te werk is gegaan.
Feldman, Richard 2005
‘Deep disagreement, rational resolutions, and critical thinking’. In IL, vol. 25, no. 1, pp. 13-23.
In dit artikel reageert de auteur op het in hetzelfde nummer verschenen artikel van Robert Fogelin. De auteur betoogt dat ‘deep disagreements’ wel opgelost kunnen worden, niet alleen door het rationeel overtuigen van de andere partij maar ook door het rationeel opschorten van een oordeel.
Feteris, Eveline T. 2005a
‘The rational reconstruction of complex forms of legal argumentation: approaches from Artificial Intelligence and law and pragma-dialectics’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 393-400.
Inleidend artikel bij een themanummer waarin een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen in onderzoek naar juridische argumentatie. De in dit nummer behandelde benaderingen uit AI & law en de pragma-dialectiek worden beschreven. De auteur sluit af met een overzicht van nieuwe onderzoeks lijnen op het terrein van juridische argumentatie.
Feteris, Eveline T. 2005b
‘The rational reconstruction of argumentation referring to consequences and purposes in the application of legal rules: A pragmadialectical perspective’. In ARG, vol. 19, no.4, pp. 459-470.
In dit artikel gebruikt de auteur de theorie van de pragma-dialectiek om een instrumentarium te ontwikkelen voor het rationeel reconstrueren van argumentatie waarin een juridisch beslissing gerechtvaardigd wordt door naar de gevolgen en de doeleinden van de regel te verwijzen.
Fhanestock, Jeanne 2004 (in 2005 verschenen)
‘Figures of argument’. In IL, vol. 24, no. 2, pp. 115-135.
In dit artikel bespreekt de auteur hoe sommige retorische technieken die worden afgeleid uit bepaalde uitdrukkingen illustreren hoe bepaalde stijlfiguren bepaalde manieren van redeneren op een beeldende manier kunnen uitdrukken.
Freeman, James B. 2005
‘Systematizing Toulmin's warrants: An epistemic approach’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 331-346.
In dit artikel betoogt de auteur dat de veldafhankelijkheid van Toulmins warrant tot een relativisme in de beoordeling van dit type argument kan leiden. Om dit te voorkomen stelt de auteur vier types warrants voor: een a-priori, een empirische, een institutionele en een evaluatieve.
| |
| |
Friemann, Richard 2005
‘Emotional backing and the feeling of deep disagreement’. In IL, vol. 25, no. 1, pp. 51-63.
In dit artikel gaat de auteur na of psychotherapeutische technieken gebruikt kunnen worden bij ‘deep disagreements’. Om dit aan te tonen analyseert en vergelijkt de auteur een voorbeeld van Gilbert 1997 met een in Fogelin (1985) verschenen voorbeeld.
Fogelin, Robert J. 2005
‘The logic of deep disagreement’. In IL, vol. 25, no. 1, pp. 3-11.
In dit artikel gaat de auteur in op de problematiek van ‘deep disagreements’. Hij betoogt dat het niet mogelijk is dit soort geschillen door middel van de door de informele logica ontwikkelde methoden te analyseren en op te lossen.
Fuller, Steve 2005
‘Philosophy taken seriously but without selfloathing: a response to Harpine’. In PhRh, vol. 38, no. 1, pp. 72-81.
In dit artikel reageert de auteur op Harpine's kritiek op de debatten over Robert Scott's begrip van ‘rhetoric-as-epistemic’. In zijn reactie benadrukt hij de door Harpine zelf gebruikte term ‘certainty’.
Galloway, Ryan 2005
AA, vol. 41, no. 4, pp. 246-248.
Bespreking van Sistare, C.T. (ed.). (2004). Civility and its discontents: civic virtue, toleration, and cultural fragmentation. Lawrence: University Press of Kansas.
Godden, David M. 2005
‘Deductivism as an interpretive strategy: a reply to Groake's recent defense of reconstructive deductivism.’ In AA, vol. 41, no. 3, pp. 168-183.
In dit artikel gaat de auteur na of en hoe deductief redeneren een basis voor de interpretatie van argumenten kan vormen. De auteur betoogt dat deductivisme als evaluatief instrument onafhankelijk van deductivisme als interpretief instrument zou moeten worden gerechtvaardigd.
Goodnight, Thomas 2005
‘Science and technology controversy: A rationale for inquiry’. In AA, vol. 41, no. 1, pp. 26-29.
In dit artikel vestigt de auteur de aandacht op discussies over wetenschap en technologie als een belangrijk object van studie. Hij laat zien welke belangrijke rol dergelijke discussies in moderne democratische samenlevingen spelen.
Goodwin, Jean 2005
‘The public sphere and the norms of transactional argument’.
In IL, vol. 25, no. 2, pp. 151-165.
In dit artikel bespreekt de auteur de in dit nummer verschenen artikelen van William Rehg en Robert Asen. Volgens haar zijn de twee artikelen succesvolle pogingen om de kloof tussen verschillende argumentatietheoretici te overbruggen.
Gross, Alan, G. 2005
‘Scientific and technical controversy: Three frameworks for analysis’. In AA, vol. 41, no. 1, pp. 43-47.
In dit artikel biedt de auteur drie kaders aan voor de retorische analyse van wetenschappelijke en technologische controversen.
Guarini, Marcello 2004 (in 2005 verschenen)
‘A defence of non-deductive reconstruction of the analogical arguments’. In IL, vol. 24, no. 2, pp. 153-168.
In dit artikel toont de auteur de beperkingen van een deductieve reconstructie van vergelijkingsargumentatie aan en pleit hij in plaats daarvan voor een niet-deductieve reconstructie. De auteur bespreekt tevens de overeenkomsten en de verschillen tussen zijn benadering en die van Trudy Govier.
| |
| |
Hage, Jaap 2005
‘The logic of analogy in the law’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 401-415.
In dit artikel gaat de auteur in op de vraag hoe men logisch kan beargumenteren of twee gevallen voldoende vergelijkbaar zijn om ze op een vergelijkbare manier te behandelen.
Hansen, Hans V. 2005
IL, vol. 25, no. 2, pp. 185-188.
Bespreking van Gensler, H.J. (2005). Historical dictionary of logic. Lanham, Toronto, Oxford: The Scarecrow Press.
Hariman, Robert 2005
Quarterly journal of speech, vol. 91, no. 4, pp. 456-458.
Bespreking van Garver, E. (2004). For the sake of argument: practical reasoning, character and the ethics of belief. Chicago: Chicago University Press.
Harpine, William D. 2005
‘Analyzing how rhetoric is epistemic: a reply to Steve Fuller’. In PhRh, vol. 38, no. 1, pp. 82-88.
In dit artikel gaat de auteur in op de in dit nummer verschenen kritiek van Steve Fuller op zijn ‘rhetoric-as-epistemic’ verklaring. De auteur bespreekt verschillende punten in Fuller's kritiek en laat zien dat zijn kritiek tot dezelfde conclusies leidt, maar dan wel op een andere manier.
Hitchcock, David 2005a
‘The Toulmin model today: Introduction to the special issue on contemporary work using Stephen Toulmin's layout of arguments’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 255-258.
In dit artikel bespreekt de auteur de in dit themanummer gepubliceerde artikelen over de bijdrage van Stephen E. Toulmin aan de argumentatietheorie.
Hitchcock, David 2005b
‘Good reasoning on the Toulmin model’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 373-391.
In dit artikel laat de auteur zien dat Toulmins model toepasbaar is op ‘solo reasoning’. Hij stelt vier voorwaarden vast voor goede redeneringen en stelt criteria op waarin hij aangeeft wanneer aan die voorwaarden is voldaan.
Hoeken, Hans 2005
‘Overtuigende taal’. In TvT, jrg. 27, nr. 2, pp. 139-150.
In deze oratie betoogt de auteur dat de combinatie van geesteswetenschappelijke theorievorming over retorica en argumentatietheorie in combinatie met sociaalwetenschappelijke onderzoeksmethoden nodig is voor een vruchtbaar onderzoek naar de invloed van taal op het overtuigingsproces.
Hornikx, Jos & Hans Hoeken 2005
‘Is expertevidentie overtuigender in Frankrijk dan in Nederland?’.
In TvT, jrg. 27, nr. 1, pp. 42-57.
Dit artikel doet verslag van een experiment dat in Nederland en Frankrijk uitgevoerd is naar de overtuigingskracht van het gebruik van expertevidentie om een standpunt te ondersteunen. De auteurs gaan na of dit evidentietype overtuigender is bij Franse dan bij Nederlandse proefpersonen.
Isager, Christine & Sine Nørholm Just 2005
‘Rhetoricians identified: a call to interdisciplinary action and how it resonated in the field of rhetoric’. In PhRh, vol. 38, no. 3, pp. 248-258.
In dit artikel gaan de auteurs in op de manier waarop een oproep tot interdisciplinariteit door retorici ontvangen wordt. De auteurs bestuderen Steve Fuller's boek Philosophy, rhetoric and the end of knowledge, waarin hij een dergelijke oproep doet, samen met vijf recensies ervan.
| |
| |
Jansen, Henrike 2005
‘E Contrario reasoning: The dilemma of the silent legislator’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 485-496.
In deze bijdrage ontwikkelt de auteur een model voor de analyse en beoordeling van e contrario argumentatie waarin de interpretatie van een rechtsregel gebaseerd is op de plaats van de regel in het rechtssysteem.
Jarman, Jeffrey W. 2005
AA, vol. 41, no. 3, pp. 185-188.
Bespreking van Gavanas, A. (2004), Fatherhood politics in the United States: masculinity, sexuality, race, and marriage. Urbana: University of Illinois.
Jensen, Robin E. 2005
‘The eating disordered lifestyle: Imagetexts and the performance of similitude’. In AA, vol. 42, no. 1, pp. 1-18.
In dit artikel analyseert de auteur de manier waarop de beelden en de tekst op twee ‘lifestyle’ websites als ‘beeldteksten’ samenwerken om het onredelijke redelijk te laten lijken. Hiermee wil de auteur demonstreren dat deze teksten als uitvoeringen van een retorische presentatie van tegenspraak opgevat kunnen worden, in plaats van als rationele argumenten over deze tegenspraak.
Juthe, André 2005
‘Argument by analogy’. In ARG, vol. 19, no. 1, pp. 1-27.
In dit artikel behandelt de auteur de structurele en functionele kenmerken van analogie argumentatie en gaat hij na op welke punten deze vorm van argumentatie verschilt van inductieve en deductieve argumentatie. De auteur betoogt dat sommige argumentatie die niet als vergelijkingsargumentatie wordt aangeduid toch als zodanig beschouwd moet worden.
Kaptein, Hendrik 2005
‘Legal progress through pragma-dialectics? Prospects beyond analogy and e contrario’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 497-507.
In dit artikel betoogt de auteur dat de pragma-dialectische analyse van e contrario- en analogieargumenten niet rijker is dan de logische benadering. Volgens hem vullen de twee benaderingen elkaar aan.
Kathryn, M. Olson 2005
‘Analyzing televised political debates in the 2004 elections cycle’. In AA, vol. 41, no. 4, pp. 191-195.
De auteur leidt dit nummer van Argumentation and Advocacy in door een beoordeling te geven van de op de televisie uitgezonden debatten van de presidentsverkiezingen van 2004 in de V.S. Hij sluit af met een overzicht van de in dit nummer gepubliceerde artikelen.
Katz, Claire Elise 2005
‘Emmanuel Levinas: the rhetoric of ethics’. In PhRh, vol. 38, no. 2, pp. 99-102.
In dit artikel leidt de auteur dit nummer in door een schets te geven van Emmanuel Levinas's leven en van zijn bijdrage aan de retorica. Daarnaast geeft hij een overzicht van de in dit nummer verschenen artikelen.
Kienpointner, Manfred 2005
ARG, vol. 19, no. 1, pp. 115-121.
Bespreking van Werner, S. (2003). Einrseits - anderseits. Untersuchungen zur konfrontation normativer argumente. Dissertation/Fern-Universität Hagen.
Kloosterhuis, Harm 2005
‘Reconstructing complex analogy argumentation in judicial decisions: A pragmadialectical perspective’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 471-483.
In dit artikel gaat de auteur na hoe de pragma-dialectische benadering aanwijzingen kan verstrekken voor het analyseren van | |
| |
complexe analogieargumentatie. Hij laat zien hoe de criteria voor de beoordeling van dit soort argumentatie gebruikt kunnen worden om complexe analogieargumentatie te beoordelen.
Levasseur, David G. 2005
‘The role of public opinion in policy argument: An examination of public opinion rhetoric in the federal budget process’. In AA, vol. 41, no. 3, pp. 152-167.
In dit artikel gaat de auteur na hoe de publieke opinie retorisch wordt geconstrueerd in een beleidscontext. Hij probeert dit toe te lichten door een analyse te maken van de rol van de publieke opinie in de begrotingsretoriek.
Loui, Ronald P. 2005
‘A citation-based reflection on Toulmin’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 259-266.
In dit artikel maakt de auteur gebruik van citaatonderzoek om de invloed van Stephen Toulmin te meten. De auteur laat zien dat, samen met andere werken, The Uses of Argument van grote invloed is geweest op de wetenschapsfilosofie en filosofische logica.
Lyne, John 2005
‘Science controversy, common sense, and the third culture’. In AA, vol. 42, no. 1, pp. 38-42.
Uitgaande van Thomas Goodnights ideeën over de essentie van de controverse als een domein van de retorica bespreekt de auteur het gebruik van common sense denken en taal binnen het wetenschappelijke domein. Hij beschouwt deze nieuwe tendens als een manifestatie van een Derde Cultuur.
Matheson, David 2005
‘Conflicting experts and dialectical performance: Adjudications for the layperson’. In ARG, vol. 19, no. 2, pp. 145-158.
In dit artikel gaat de auteur na waar nietdeskundigen hun beslissing op moeten baseren wanneer zij moeten vaststellen of een verklaring van een deskundige geloofwaardig is wanneer deze in strijd is met die van een andere deskundige.
Manolescu, Beth Innocenti 2005
‘Norms of presentational force’. In AA, vol. 41, no. 3, pp. 139-151.
In dit artikel gaat de auteur na of stijl en presentatietechnieken als rationele manieren van argumentatie beschouwd kunnen worden. Met behulp van de normatieve pragmatiek probeert zij aan te tonen dat mensen wel rationeel overtuigd kunnen worden door zulke technieken.
McCoy, Marina Berzins 2005
PhRh, vol. 38, no. 1, pp. 92-95.
Bespreking van Schreiber, S. (2005). Aristotle on false reasoning: language and the world in the Sophistical refutations. Albany: SUNY Press.
Metcalf, Robert 2005a
PhRh, vol. 38, no. 1, pp. 95-97
Bespreking van Garver, E. (2004). For the sake of argument: practical reasoning, character, and the ethics of belief. Chicago: University of Chicago Press.
Metcalf, Robert 2005b
‘Rethinking the Ad Hominen: A case study of Chomsky’. In ARG, vol. 19, no. 1, pp. 29-52.
In dit artikel gebruikt de auteur MacFarquhar's kritiek op Chomsky's artikel waarin deze de VS aanval op Iraq bekritiseert. Hij beschouwt het als een case-study om een aantal typen van ad hominem argumentatie te illustreren en de bestaande typologie te verfijnen.
Miller, Carolyn Rae 2005
‘Risk, controversy, and rhetoric: Response to Goodnight’. In AA, vol. 42, no. 1, pp. 34-37.
| |
| |
In dit artikel reageert de auteur op de ideeën van Thomas Goodnight over de rol van de studie van controversen als een deelgebied van de retorica. Zij hoopt hiermee verder invulling te geven aan Goodnights ideeën en een bijdrage te leveren aan zijn programma.
Morello, John T. 2005
Questioning the Questions: an examination of the ‘unpredictable’ 2004 Bush-Kerry town hall debate’. In AA, vol. 41, no. 4, pp. 211-224.
In dit artikel gaat de auteur in op het debat tussen George W. Bush en John Kerry tijdens de presidentsverkiezingen van 2004. Hij vergelijkt de aard van de vragen die door kiezers worden gesteld met die in vorige debatten en met die van journalisten in debatten met de pers.
Morris, Eric 2005
AA, vol. 41, no. 4, pp. 242-244.
Bespreking van Hacker, K.L. (2004). Presidential candidate images. Lanham, MD: Rowman & Littlefield.
Palczewski, Catherine Helen 2005a
‘When times collide: Ward Churchill's use of an epideictic moment to ground forensic argument.’ In AA, vol. 41, no. 3, pp. 123-138.
In dit artikel analyseert de auteur een betoog dat door Ward Churchill is geschreven tijdens de vervolging van twee ‘native Americans’ voor het blokkeren van een parade op Columbus Day in Denver. De auteur laat zien hoe Ward Churchill dit betoog gebruikte om een juridisch argument tegen Columbus Day naar voren te brengen.
Palczewski, Catherine Helen 2005b
AA, vol. 41, no. 4, pp. 244-246.
Bespreking van Sloop, J.M. (2004). Disciplining gender: rhetorics of sex identity in contemporary US culture. Amherst: University of Massacusettes Press.
Palczewski, Catherine Helen 2005c
‘The male Madonna and the feminine uncle Sam: visual argument, icons, and ideographs in 1909 anti-woman suffrage postcards’. In Quarterly journal of speech, vol. 91, no. 4, pp. 365-394.
In dit artikel beschrijft de auteur het gebruik van tegen vrouwen gerichte prentbriefkaarten in 1909 als een publiek argument. Zij gaat in op de wijze waarop beelden van de Madonna en Uncle Sam gebruikt werden om de ideologische verhouding tussen man en vrouw te representeren.
Pineda, Richard 2005
AA, vol. 42, no. 1, pp. 52-54.
Bespreking van De la Garza, O.R. en L. Despiro, (eds.) (2005). Muted voices: Latino and the 2000 elections. Lanham, MD: Rowman and Littlefield.
Plug, H. José 2005
‘Reconstructing and evaluating genetic arguments in judicial decisions’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 447-458.
In dit artikel maakt de auteur een gedetailleerde analyse van het genetische argument door van pragma-dialectisch inzichten gebruik te maken. Met deze analyse probeert zij het karakter en de structuur van verschillende vormen van het genetische argument te verduidelijken die relevant zijn voor de beoordeling van het argument.
Prakken, Henry 2005
‘AI & law, logic and argument schemes’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 303-320.
In dit artikel betoogt de auteur dat AI-onderzoek naar de componenten van juridische redeneringen gebruik heeft gemaakt van Toulmins model. Belangrijke elementen die zijn overgenomen zijn de verschillende functies van verschillende soorten premissen, de weerlegbaarheid van alledaagse redeneringen en de veldafhankelijkheid van de beoordelingsnormen.
| |
| |
Reed, Chris & Glenn Rowe 2005
‘Translating Toulmin diagrams: theory neutrality in argument representation’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 267-286.
In dit artikel gaan de auteurs in op de problemen bij het vertalen van Toulmins diagram in termen van het conventionele ‘box-and-arrow’ diagram. Met behulp van de Artificial Intelligence literatuur proberen ze oplossingen te vinden voor deze problemen.
Rehg, William 2005
‘Assessing the cogency of argument: three kinds of merits’. In IL, vol. 25, no. 2. pp. 95-115.
In dit artikel stelt de auteur een manier voor om de twee vaak bestudeerde discourse niveau's, lokale transacties en publiek debatten, te koppelen. Om de twee niveaus te analyseren, ontwikkelt hij een theorie over de overtuigingskracht van argumenten waarin drie aspecten onderscheiden worden:inhoud, transactie, en publiek.
Rowland, C. Robert 2005
AA, vol. 41, no. 4, pp. 237-239.
Bespreking van Hyde, M.J. (red.). (2004). The ethos of rhetoric. Columbia: University of South Carolina Press.
Salinas, Christopher 2005
AA, vol. 41, no. 3, pp. 188-189.
Bespreking van Golan, T. (2004). Laws of men and laws of nature: the history of scientific expert testimony in England and America. Cambridge, MA: Harvard University Press.
Sartor, Giovanni 2005
‘Reasoning with factors’. In ARG, vol. 19, no. 4, pp. 417-432.
In dit artikel stelt de auteur een analyse en een formalisatie voor van redeneringen die gebaseerd zijn op het argumenteren op basis van ‘factoren’ en onderscheidt hij twee soorten factoren die relevant zijn voor juridische argumentatie: ‘binaire’ en ‘graduele’ factoren. De auteur ontwikkelt een analysemodel voor a fortiori redeneringen op basis van beide factoren.
Sherry, David 2005
‘Bayes’ theorem and reliability: A reply to Levin’. In IL, vol. 25, no. 2, pp. 167-177.
In dit artikel reageert de auteur op Levins kritiek op een door Tversky en Kahneman uitgevoerd experiment. De auteur weerlegt hierbij Levins kritiek op Bayes' analyse van experimentele betrouwbaarheid (reliability) dat in het bovengenoemde experiment gebruikt wordt.
Snoeck Henkemans, A. Francisca 2005
‘Strategisch menoeuvreren met metonymie’. In TvT, jrg. 27, nr. 3, pp. 245-256.
In dit artikel gaat de auteur na hoe discussianten strategisch manoeuvreren met de retorische troop metonymie in de confrontatie- en argumentatiefase van een discussie. De auteur toont aan hoe de verschillende typen metonymie de discussianten kunnen helpen om hun retorische doelen met hun dialectische doelen in de twee discussiefases te verenigen.
Snoeck Henkemans, A. Francisca & Frans H. van Eemeren 2005
‘Stijl en overtuigingskracht. Ter inleiding’. In TvT, jrg. 27, nr. 3, pp. 169-171.
In deze inleiding gaan de gastredacteuren van dit themanummer in op het Nederlandstalige onderzoek naar de relatie tussen stijl en overtuigingskracht en geven zij een overzicht van de in dit nummer behandelde onderwerpen.
Theodorakakou, A. 2005
‘What is at issue in argumentation? Judgment in the Hellenistic Doctrine of Krinomenon’. In ARG, vol. 19, no. 2, pp. 239-250.
In dit artikel beschrijft de auteur de Hel- | |
| |
lenistische doctrine van Krinomenon om te laten zien hoe de retorica een belangrijk instrumentarium is geworden voor modern onderzoek in de filosofie.
Toulmin, Stephen 2004 (in 2005 verschenen)
‘Reasoning theory and practice’. In IL, vol. 24, no. 2, pp. 111-114.
In dit artikel benadrukt Toulmin de noodzaak van onderzoek naar normen voor een kritische beoordeling van argumentatie voor verschillende argumentatieve activiteiten.
Turner, Dale & Chris Campolo 2005
‘Introduction: deep disagreement reexamined’. In IL, vol. 25, no. 1, pp. 1-2.
In deze inleiding introduceren de auteurs de door Robert Fogelin behandelde problematiek van ‘deep disagreement’ en geven zij een overzicht van de artikelen die in dit nummer zijn gepubliceerd.
Turner, David & Larry Wright 2005
‘Revisiting deep disagreement’. In IL, vol. 25, no. 1, pp. 25-35.
In dit artikel voegen de auteurs enkele details toe aan Fogelin's behandeling van ‘deep disagreements’. Zij maken hierbij een onderscheid tussen zijn bescheiden en zijn radicale claim.
Verheij, Bart 2005
‘Evaluating arguments based on Toulmin's scheme’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 347-371.
In dit artikel breidt de auteur Toulmins model uit door een systeem voor te stellen voor het interpreteren van argumenten waarin deze beoordeeld worden door middel van een zogenaamde dialectische interpretatie.
Voss, James F. 2005
‘Toulmin's model and the solving of illstructured problems’. In ARG, vol. 19, no. 3, pp. 321-329.
In dit artikel beschrijft de auteur het gebruik van Toulmins model als reconstructie van argumentatie in de context van probleemoplossing. De analyse van redeneerpatronen laat volgens de auteur zien dat in het Toulmin-model bepaalde onderdelen van de probleemoplossingsstructuur niet vertegenwoordigd zijn.
Walton, Douglas 2005a
‘Begging the question in arguments based on testimony’. In ARG, vol. 19, no. 1, pp. 85-113.
In dit artikel bestudeert de auteur klassieke gevallen van de droogreden van ‘begging the question’, de cirkelredenering, die gebaseerd zijn op een beroep op getuigeverklaringen die circulaire redeneringen bevatten. De auteur formuleert een aantal beperkingen op het gebruik van getuigenbewijs.
Walton, Douglas 2005b
‘Declarative argument containing persuasive language and persuasive definitions’. In ARG, vol. 19, no. 2, pp. 159-186.
In dit artikel stelt de auteur een dialectische methode voor voor het beoordelen van het gebruik van definities als overtuigingsmiddel. Met behulp van deze methode hoopt de auteur vast te stellen wanneer persuasieve definities als legitiem of illegitiem beschouwd kunnen worden.
Wiese, Danielle R. 2005
AA, vol. 41, no. 4, pp. 239-242.
Bespreking van Zoonen, L. van. (2004). Entertaining the citizen: when politics and popular culture converge. Lanham, MD: Rowman & Littlefield.
| |
| |
Wolter, Sarah, Kristen Treinen & Daniel Cronn-Mills 2005
AA, vol. 42, no. 1, pp. 54-56.
Bespreking van Natalie, E.J. en E.R. Bodenheimer. (2004). The Women's public speaking handbook. Belmont, CA: Wadsworth.
Woods, John 2005
ARG, vol. 19, no. 2, pp. 251-253.
Bespreking van Jonathan, E.A. (2002). Belief's own ethics. Cambridge, MA: MIT Press.
|
|