| |
| |
| |
Bilal Amjarso
Bibliografie Argumentatietheorie 2004
Verantwoording
In deze bibliografie wordt een overzicht gegeven van publicaties over argumentatie die in 2004 zijn verschenen (boeken, boekbesprekingen en tijdschriftartikelen). Opgenomen zijn theoretische beschouwingen, verslagen van empirisch onderzoek en praktisch gerichte publicaties. Bij de samenstelling is gebruik gemaakt van boekaankondigingen, periodiek verschijnende bibliografieën en tijdschriften waarin regelmatig artikelen over argumentatie worden gepubliceerd. Om een zo groot mogelijk aantal titels te kunnen opnemen, zijn de annotaties beknopt gehouden.
Er is naar gestreefd de bibliografie zo compleet mogelijk te maken. Wie ervan verzekerd wil zijn dat er in toekomstige bibliografieën geen eigen publicaties over argumentatie ontbreken, wordt verzocht per titel een volledige titelbeschrijving plus een korte annotatie, indien mogelijk vergezeld van een origineel exemplaar of een overdruk, te sturen aan Bilal Amjarso, Leerstoelgroep Taalbeheersing, Argumentatietheorie en Retorica, Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 134, 1012VB Amsterdam.
Gebruikte afkortingen |
AA |
Argumentation & Advocacy |
ARGU |
Argumentation |
CM |
Communication Monographs |
CT |
Communication Theory |
DP |
Discourse Processes |
IL |
Informal Logic |
PC |
Pragmatics & Cognition |
PhRh |
Philosophy & Rhetoric |
TvT |
Tijdschrift voor Taalbeheersing |
* De bijdragen van met een asterisk aangeduide auteurs zijn onder de auteursnaam beschreven.
Adler, Jonathan E. 2004 |
‘Shedding dialectical tiers: a social-epistemic view’. In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 279-293. |
In dit artikel kritiseert de auteur Ralph Johnson's concept van de ‘dialectical tier’ wat inhoudt dat een spreker op alle mogelijke bezwaren reageert. De auteur vindt dat dit een onnodige last op sprekers legt en dat het daardoor de kwaliteit van de argumentatie negatief beïnvloedt. Het doel van het ingaan op bezwaren is volgens de auteur beter te verwezenlijken door argumentatie als een sociaal-epistemische handeling te beschouwen. |
|
| |
| |
Álvarez, Francisco 2004 |
In: PC, vol. 12, no. 1, pp. 200-203. |
Bespreking van Edda Weigand & Marcelo Dascal (eds.) (2001). Negotiation and power in dialog interaction. Amsterdam: John Benjamins. |
|
Ayotte, Kevin J. 2004 |
‘Arguing violence: the theory and politics of truth’. In: AA, vol. 40, no. 3, pp. 185-194. |
In dit artikel bespreekt de auteur een aantal boeken over argumentatie in het kader van discussies over het gebruik van geweld. |
|
Bass, Jeff D. 2004 |
In: AA, vol. 41, no. 2, pp. 117-120. |
Bespreking van Howe, John (2004). Language and political meaning in revolutionary America. Andover: University of Massachusetts Press. |
|
Benoit, William L. & Glenn J. Hansen 2004 |
‘Issue ownership in primary and general presidential debates’. In: AA, vol. 40, no. 3, pp. 143-154. |
De auteurs doen verslag van een onderzoek naar presidentsverkiezingscampagnes in de VS. De auteurs hanteren Petrociks theorie van issue eigendom (issue ownership) wat inhoudt dat elke kandidaat de eigenaar is van een aantal issues. Een inhoudsanalyse wijst uit dat presidentskandidaten meer aandacht besteden aan de issues van hun eigen politieke partij dan aan die van de tegenpartij. |
|
Benoit, William L., Glenn J. Hansen & Kevin A Stein 2004 |
‘Newspaper coverage of presidential primary debates’. In: AA, vol. 40, no. 4, pp. 246-258. |
In dit artikel wordt verslag gedaan van een studie naar de vraag of de bespreking van presidentsdebatten in de media de inhoud van de debatten accuraat weergeeft. Een inhoudsanalyse van de debatten en de aandacht in de media van deze debatten, van 1980 tot 2004, laat duidelijk zien dat de media te veel aandacht besteden aan aanvallen en verdedigingen binnen de debatten, wat een negatieve invloed op de aandacht in de media heeft. |
|
Benoit, William L., Kevin A. Stein & Glenn J. Hansen 2004 |
‘Newspaper coverage of presidential debates’. In: AA, vol. 41, no. 1, pp. 17-27. |
Dit artikel doet verslag van een studie waarin de inhoud van debatten tijdens presidentsverkiezingscampagnes van 1980 tot 2000 in de Verenigde Staten wordt vergeleken met de aandacht van de media voor deze debatten. |
|
Bertea, Stefano 2004 |
‘Certainty, reasonableness and argumentation in Law’. In: ARG, vol. 18, no. 4, pp. 465-478 |
De auteur betoogt dat argumentatie een belangrijke rol moet spelen bij het vaststellen van de inhoud, de structuur en de grenzen van een rechtssysteem. Uitgaande van een dialectische benadering van rationaliteit vormt argumentatie de basis met behulp waarvan het rechtssysteem geanalyseerd kan worden. Op basis hiervan moeten redelijkheid en rechtszekerheid geherdefinieerd worden en moet de relatie tussen redelijkheid en rechtszekerheid als niet-conflicterend beschouwd worden. |
|
Bevan, Jennifer L., Jerold L. Hale & Sandra L. Williams 2004 |
‘Identifying and characterizing goals of dating partners engaging in serial argumentation’. In: AA, vol. 41, no. 1, pp. 28-40. |
In dit artikel wordt verslag gedaan van een studie naar regelmatig voorkomende ruzies tussen partners. Het doel van de studie is vast te stellen wat de doelen van partners tijdens een ruzie zijn. De doelen worden |
| |
| |
bestudeerd aan de hand van bestaand ruzieonderzoek. |
|
Blair, Diane 2004 |
In: AA, vol. 40, no. 4, pp. 292-294. |
Bespreking van Houck, Davis W. & Amos Kiewe (2003). FDR's body politics: The rhetoric of disability. College Station: Texas A & M University Press. |
|
Braet, Antoine C. 2004 |
‘The oldest typlology of argumentation schemes’. In: ARG, vol. 18, no. 1, pp. 127-148. |
In dit artikel vergelijkt de auteur de bewijzen (pisteis) en andere soorten argumentatietechnieken uit de Rhetorica ad Alexandrum (circa 340 voor Christus) met moderne technieken. Op basis van deze vergelijking betoogt de auteur dat deze lijst van technieken veel gelijkenis vertoont met moderne classificaties. |
|
Bruschke, Jon (2004) |
‘Towards reviving rationality in argument: Adding pieces to Johnson's puzzle’. In: AA, vol. 40, no. 3, pp. 155-172. |
In dit artikel maakt de auteur gebruik van Ralph Johnsons theorie over de rationaliteit van argumentatie om een alternatief model te ontwikkelen dat geschikter is voor de beoordeling van de rationaliteit van alledaagse argumentatie. |
|
Carrillo, M. Jesús Cala, Manuel L. De La Mata & Benítez Maria 2004 |
‘Educational background, modes of discourse and argumentation: Comparing women and men’. In: ARG, vol. 40, no. 4, pp. 403-426. |
In dit artikel analyseert de auteur de manier waarop argumentatie in onderwijssituaties afhankelijk van het opleidingsniveau en het geslacht van de deelnemers kan variëren. De resultaten tonen belangrijke verschillen die afhankelijk zijn van het opleidingsniveau en het geslacht van deelnemers. |
|
Cohen, Daniel 2004 |
Arguments and metaphors in philosophy. Lanham, Maryland: University Press of America. |
In dit boek gaat de auteur in op de relaties tussen argumenten en metaforen in het filosofisch discours. Hij behandelt de aard van betogen, de structuren binnen betogen, de beoordelingsnormen, de aard van metaforen, en hun plaats in taal en denken. De auteur richt zich op het in overeenstemming brengen van de rol van argumenten en metaforen in het filosofisch discours. |
|
Crick, Nathan 2004 |
‘Conquering our imagination: Thought Experiments and enthymemes in scientific argument’. In: PhRh, vol. 37, no. 1, pp. 21-41. |
In dit artikel bespreekt de auteur de relatie tussen retorische argumentatie en wetenschappelijke argumentatie. Hij gaat in op het verband tussen de logica van wetenschappelijke argumentatie, het retorische aspect van de taal, en de rol van het publiek. |
|
Cummings, Louise 2004a |
‘Rejecting the urge to theorise in fallacy inquiry’. In: ARG, vol. 18, no. 1, pp. 61-94. |
In dit artikel onderzoekt de auteur de neiging tot theorievorming in het drogredenonderzoek. De auteur probeert bepaalde aspecten van het theoretische proces in wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar het drogredenonderzoek. Het artikel wordt afgesloten met een reeks richtlijnen voor de post-theoretische uitvoering van drogredenonderzoek. |
|
Cummings, Louise 2004b |
‘Argument as cognition: A Putnamian criticism of Dale Hample's cognitive conception of argument’. In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 331-348. |
In dit artikel bekritiseert de auteur Hamples cognitieve argumentatieconcept. Zij betoogt dat de door Hample uitgevoerde analyse van |
| |
| |
het begrip argumentatie tot een inperking van dit concept leidt omdat Hample de centrale rol van argumentatie ontkent. |
|
Cummings, Louise 2004c |
‘Analogical reasoning as a tool of epidemiological investigations’. In: ARG, vol. 18, no. 4, pp. 427-444. |
In dit artikel gaat de auteur in op de vraag hoe epidemiologen het probleem van de epistemische onzekerheid van onderzoek overwinnen. Zij laat zien dat epidemiologen gebruik maken van analogische redeneerstrategieën in een poging bij hun onderzoek in epistemisch onzekere situaties voortgang te boeken. Als illustratie noemt de auteur de methode voor onderzoek naar HIV/AIDS die werd gebaseerd op een vergelijkbare methode van onderzoek naar hepatitis B. |
|
De Stadler, Leon & Erina Basson 2004 |
‘Die Ontwikkeling van taalbeheersing en skryfvaardigheidsonderwys in Suid-Afrika’. In: TvT, jrg. 26, nr. 4, pp. 307-324. |
In dit artikel geeft de auteur een overzicht van de ontwikkeling van de taalbeheersing en het schrijfvaardigheidsonderwijs in Zuid Afrika. De auteur benadrukt de bijzondere rol van de Nederlandse taalbeheersers in die ontwikkeling, de verhouding tussen de Zuid-Afrikaanse en Nederlandse taalbeheersers, en de waarde van dit vakgebied binnen een ontwikkelende en multiculturele omgeving. |
|
Dougherty, M.V. 2004 |
‘The comparative set fallacy’. In: ARG, vol. 18, no. 2, pp. 213-222. |
In dit artikel betoogt de auteur dat afleidingen die de vorm hebben van: ‘A is meer X dan B; daarom zijn A en B X’ ongeldig zijn. Met behulp van representatieve tegenvoorbeelden demonstreert de auteur dat deze gevolgtrekkingen alleen geldig zijn als en slechts als de vergelijkingstermen uit niet meer dan één vergelijkingsreeks afkomstig zijn, zodanig dat een vergelijkingsreeks van positieve comparatieve, en superlatieve predikaten wordt samengesteld, weergegeven als {X, meer X dan, het meeste X}. De auteur stelt dat een combinatie van logische kwesties met grammaticale kwesties de reden is waarom sommige mensen dergelijke gevolgtrekkingen als ongeldig beoordelen. |
|
Doury, Marianne 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 4, pp. 479-482. |
Bespreking van Eggs, Ekhard (red.) (2002). Topoï, discours, arguments. Stuttgart: Franz Steiner Verlag. |
|
Eemeren, Frans H. van & Peter Houtlosser 2004 |
‘Een pragmatische benadering van de verdeling van de bewijslast in gemengde geschillen’. In: TVT, jrg. 26, nr. 1, 44-54. |
In dit artikel wordt een pragmatische reden verschaft om het nemen van een bepaalde beslissing te rechtvaardigen over welke protagonist met de verdediging van zijn standpunt moet beginnen in het geval er in een gemengd geschil twee standpunten tegenover elkaar zijn komen te staan. |
|
Eemeren, Frans H. van & Rob Grootendorst 2004 |
A systematic theory of argumentation. The Pragma-Dialectical approach. Cambridge: Cambridge University Press. |
In dit boek presenteren de auteurs hun pragma-dialectische theorie over argumentatie. Vanuit het perspectief van deze theorie wordt argumentatie opgevat als een kritische discussie waarin twee partijen door middel van argumentatie de aanvaarbaarheid van hun standpunten kritisch testen zodat hun geschil op een redelijke wijze opgelost kan worden. De auteurs gebruiken hun model om een instrumentarium te ontwikkelen voor het analyseren en beoordelen van argumentatie. |
| |
| |
Ennis, Robert H. 2004 |
‘Applying soundness standards to qualified reasoning’. In: IL, vol. 24, no. 1, pp. 23-39. |
In deze bijdrage betoogt de auteur dat redeneringen die woorden zoals ‘waarschijnlijk,’ ‘gewoonlijk,’ en ‘op het eerste gezicht’, (prima facie) bevatten deductief ongeldig zijn. Ongeldigheid betekent in dit verband dat niet voldaan kan worden aan een reeks deugdelijkheidsnormen die het gebruik van voldoende achtergrondinformatie, ervaring met en begrip van de situatie vereisen. |
|
Enschot, Renske van, Hans Hoeken & Margot van Mulken 2004 |
‘Retorische vormen in tijdschriftadvertenties. Een corpusanalytisch onderzoek naar de relatie tussen retorische vormen en complexiteit’. In: TvT, jrg. 26, nr. 3, pp. 164-181. |
In dit artikel wordt verslag gedaan van een corpusanalyse van metaforische vormen (schema's en tropen) in tekst en beeld. De auteurs gaan in op de relatie tussen retorische vormen en complexiteit, waarnaar, volgens de auteurs, retorisch onderzoek ontbreekt. |
|
Feteris, Eveline T. 2004 |
‘Argumentatie op basis van onaanvaardbare gevolgen en een redelijke wetstoepassing’. In: TvT, jrg. 26, nr. 2, pp. 116-131. |
In dit artikel wordt op basis van het pragma-dialectisch model een instrumentarium ontwikkeld voor de analyse en beoordeling van juridische argumentatie die gebaseerd wordt op onaanvaardbare gevolgen waarbij een beroep wordt gedaan op een redelijke wetstoepassing. De auteur gebruikt het model voor een exemplarische analyse en beoordeling. |
|
Feteris, Eveline. T., Harm Kloosterhuis, H. José Plug, Jannet A. Pontier (red.) 2004 |
In het licht van deze overwegingen. Nijmegen: Ars Aequi Libri. |
Dit boek is een bundeling van bijdragen aan het Vierde Symposium Juridische Argumentatie dat is gehouden op 27 juni 2003 te Rotterdam. De bijdragen geven een beeld van de huidige stand van zaken van het onderzoek naar juridische argumentatie in Nederland. De bijdragen aan de bundel zijn gegroepeerd rond vier thema's: argumentatief taalgebruik en argumentatieschema's, rechtvaardiging van juridische oordelen, juridische argumentatie als vaardigheid, en juridische argumentatie in bijzondere contexten. |
|
Frank, David A. 2004a |
‘Arguing with God, Talmudic discourse and the Jewish countermodel: Implications for the study of argumentation’. In: AA, vol. 41, no. 2, pp. 71-86. |
In dit artikel concentreert de auteur zich op de implicaties van argumentatie voor religieuze discussies. De auteur maakt gebruik van Anson Laytners boek Arguing with God: A Jewish Tradition, waarin hij het begrip debatteren-met-God in termen van de structuur van een debat in de rechtspraak beschrijft. |
|
Frank, David A. 2004b |
‘Argumentation studies in the wake of the New Rhetoric’. In: AA, vol. 40, no. 4, pp. 267-283. |
De auteur betoogt dat het New Rhetoric Project (NRP) van Chaïm Perelman het belangrijkste systeem van argumentatie is dat in de twintigste eeuw is ontwikkeld en dat dit project als basis voor de ontwikkeling van de argumentatietheorie kan dienen. |
|
Freeman, James B. 2004 |
Acceptable premises: An epistemic approach to an Informal Logic problem. Cambridge: Cambridge University Press. |
Het doel van dit boek is na te gaan wanneer de basispremissen van een redenering aanvaardbaar zijn. De auteur behandelt niet alleen de premissen van filosofische redene- |
| |
| |
ringen, maar ook van alledaagse. Hij concentreert zich op de verschillende soorten presumpties die kunnen dienen als de basis voor aanvaardbare premissen. |
|
Friefenberg, Robert V. 2004 |
In: AA, vol. 41, no. 1, pp. 51-53. |
Bespreking van Farah, George (2004). No debate: How the Republican and Democratic parties secretly control the presidential debates. New York: Seven Stories Press. |
|
Frogel, Shai 2004 |
‘Philosophical argumentation: Logic and Rhetoric’. In: ARG, vol. 18, no. 2, pp. 171-188. |
In dit artikel bespreekt de auteur een specifiek type argumentatie, namelijk filosofische argumentatie. De auteur vindt dat zijn conclusies en doelstellingen ook toegepast kunnen worden op argumentatie in het algemeen. |
|
Garver, Eugene 2004 |
For the sake of argument. Practical reasoning, character, and the ethics of belief. Chicago: The University of Chicago Press. |
In dit boek stelt de auteur de waarde van de ‘politieke vriendschap’ centraal waarbij in het publieke debat de voorkeur wordt gegeven aan praktisch redeneren in plaats van aan theoretisch redeneren. De auteur benadrukt dat in een democratie het noodzakelijk is binnen het praktische redeneren technische vormen van redeneren te combineren met de gemeenschappelijke doelstellingen van een democratische samenleving. |
|
Giri, Simona 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 381-386. |
Bespreking van Cattani, Adelino (2001). Botta e risposta. L'arte della replica. Bologna: I1 Mulino. [Spaanse vertaling: Los usos de la retorica, Madrid: Alianza Editorial, 2003.] |
|
Goddu, Geoffrey C. 2004 |
‘Cogency and the validation of induction’. In: ARG, vol. 18, no. 1, pp. 25-41. |
In dit artikel contrasteert de auteur twee opvattingen over de overtuigingskracht (cogency) van argumentatie. De eerste opvatting is van I.T. Oakley die beweert dat de overtuigingskracht van ongeldige maar overtuigende argumenten onafhankelijk is van de context. De tweede opvatting is van Pargetter en Biglow die van mening zijn dat de overtuigingskracht van een overtuigende maar ongeldige redenering door het bestaan van overeenkomsten met vergelijkbare geldige redeneringen moet worden verklaard. De auteur vindt beide opvattingen onjuist en stelt zijn eigen benadering voor. |
|
Gratton, Claude 2004a |
In: IL, vol. 24, no. 1, pp. 105-110. |
Bespreking van Lipman, Matthew (2003). thinking in education. 2nd ed., Cambridge: Cambridge University Press. |
|
Gratton, Claude 2004b |
In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 395-398. |
Bespreking van Epstein, Richard L. (2002). Five ways of saying ‘Therefore’. arguments, proofs, conditionals, cause and effect, explanation. Belmont, CA: Wadsworth. |
|
Gratton, Claude 2004c |
In: ARG, vol. 18, no. 4, pp. 489-494. |
Bespreking van Eemeren, Frans H. van, Grootendorst, Rob and Snoeck Henkemans, A. Francisca (2002). Argumentation. Analysis, evaluation, presentation. Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum Associates. |
|
Harpine, William D. 2004 |
‘Is modernism really modern? uncovering a fallacy in postmodernism’. In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 349-358. |
In dit artikel betoogt de auteur dat verschillende culturen vaak opmerkelijke overeenkomsten vertonen wat betreft rationaliteitsconcepties. Hij bekritiseert de onbewezen postmodernistische visie dat rationaliteit |
| |
| |
cultuurafhankelijk is en dat de logica van het Westerse denken niet universeel toepasbaar is. |
|
Hitchcock, David 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 387-394. |
Bespreking van Woods, John (2001). Aristotle's earlier logic. Oxford: Hemes Science. |
|
Hoven, Paul van den 2004 |
In: TvT, jrg. 26, nr. 3, pp. 245-248. |
Bespreking van Jansen, Henrike (2003). Van omgekeerde strekking. Een pragmadialectische reconstructie van a contrario argumentatie in het recht. Dissertatie, Universiteit van Amsterdam. |
|
Houtlosser, Peter 2004a |
In: TvT, jrg. 26, nr. 4, 357-371. |
‘Bibliografie Argumentatietheorie 2003’. |
|
Houtlosser, Peter 2004b |
In: ARG, vol. 18, no. 4, pp. 501-518. |
‘Bibliography Argumentation Studies 2002’. |
|
Jovic, Taeda 2004 |
‘Authority-based argumentative strategies: A model for their evaluation’. In: ARG, vol. 18, no. 1, pp. 1-24. |
In dit artikel ontwikkelt de auteur een informeel model voor de analyse en beoordeling van argumentatieve strategieën die gebaseerd zijn op een beroep op autoriteit. De auteur licht de onderliggende veronderstellingen van haar model toe en specificeert de relevante aspecten van de argumentatieve activiteiten waarop het model toegepast kan worden. |
|
Ikuenobe, Plycarp 2004 |
‘On the theoretical unification and nature of fallacies’. In: ARG, vol. 18, no. 2, pp. 189-211. |
In dit artikel ontwikkelt de auteur een epistemisch principe dat alle drogredenen kan verenigen of systematiseren. Hij pleit er ook voor het principe te gebruiken als rechtvaardiging om een onjuist argument aan te merken als een drogreden. |
|
Janssen, Daniël & Frank Jansen 2004 |
‘Geef redenen’ in afwijzingsbrieven’. In: TvT, jrg. 26, nr. 3, pp. 182-192. |
In dit artikel wordt verslag gedaan van experimenteel onderzoek naar het effect op tekstwaardering van het combineren van positieve beleefdheidstrategieën. In het bijzonder ging de aandacht daarbij uit naar de strategie ‘geef redenen’. |
|
Jensen, Robin E. 2004 |
In: AA, vol. 41, no. 3, pp. 200-202. |
Bespreking van Houck, Davis W. (2002). FDR and fear itself: The first inaugural address. College Station: Texas A&M University Press. |
|
Johnson, Ralph H. 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 4, pp. 483-488. |
Bespreking van Eemeren, Frans H. van & Peter Houtlosser (Eds.) (2002). Dialectic and rhetoric: The warp and woof of argumentation analysis. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers. |
|
Johnstone, Christopher L. 2004 |
In: AA, vol. 40, no. 3, pp. 202-206. |
Bespreking van McComisky, Bruce (2002). Gorgias and the new sophistic rhetoric. Carbondale: Southern Illinois University Press. |
|
Kamalski, Judith, Leo Lentz & Ted Sanders 2004 |
‘Coherentiemarkering in informerende en persuasieve teksten’. In: TvT, jrg. 26, nr. 2, pp. 85-104. |
Dit artikel doet verslag van een onderzoek naar het effect van coherentiemarkering op het begrijpen van informerende teksten. In dit onderzoek richt de auteur zich op het |
| |
| |
uitbreiden van de theoretische en experimentele kennis door een verbeterde replicatie van McNamara en Kintsch (1996), waarin de manipulaties van coherentiemarkeringen en de operationalisering van voorkennis zijn aangepast. In het onderzoek wordt ook aandacht besteed aan affectieve effecten. |
|
Kienpointner, Manfred 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 2, pp. 271-277. |
Bespreking van Lueken, Geert-Lueke (Hg.) (2000). Formen der Argumentation. Leipzig: Leipziger Universitätsverlag. |
|
Korb, Kevin 2004 |
‘Bayesian informal logic and fallacy’. In: IL, vol. 24, no. 1, pp. 41-70. |
In dit artikel betoogt de auteur dat de zogenaamde Bayesiaanse redeneerprincipes een kader kunnen bieden om gewone argumenten te begrijpen. De auteur past deze principes toe op de evaluatie van een aantal traditionele drogredenen. |
|
Krabbe, Erik C.W. 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 4, pp. 495-499. |
Bespreking van John, Woods (2003). Paradox and paraconsistency: Conflict resolution in the abstract sciences. Cambridge: Cambridge University Press. |
|
Krueger, Ben 2004 |
In: AA, vol. 41, no. 2, pp. 116-117. |
Bespreking van Lu, Xing (2004). Rhetoric of the Chinese cultural revolution: The impact on Chinese thought, culture, and communication. Columbia: University of South Carolina Press. |
|
Laar, van Jan Albert 2004 |
‘Jezelf benadelen met dubbelzinnig taalgebruik’. In: TvT, jrg. 26, nr. 2, pp. 105-115. |
In dit artikel gaat de auteur in op de discussieregel dat verwarrend of actief dubbelzinnige uitdrukkingen niet zijn toegestaan in een kritische discussie. Hij pleit ervoor formuleringen van die regel zo aan te passen dat de regel slechts het gebruik van dubbelzinnige uitdrukkingen uitsluit als dat gebruik nadelig is voor de andere partij. Hij baseert zich hierbij op het dialectische beginsel dat de protagonist en de antagonist verschillende taken hebben te vervullen en op een met dat beginsel verbonden concept van ‘drogreden’. |
|
Littlefield, S. Robert & Jane A. Ball 2004 |
‘Factionalism as argumentation: A case study of the indigenous communication practices of Jemez Pueblo’. In: AA, vol. 41, no. 2, pp. 87-101. |
In dit artikel gaan de auteurs in op het gebruik van factionalisme als een vorm van argumentatie. Het artikel doet verslag van een case-study naar de communicatie praktijk in Jemez Pueblo in New Mexico. De auteurs tonen aan dat om deze gemeenschap tegen een culturele overname te beschermen, de culturele kennis van deze maatschappij in groepen verdeeld is. De auteurs besluiten met een aantal voorbeelden van factionalistische argumentatie. |
|
Liu, Yameng 2004 |
‘Argument in a nutshell: Condensation as a transfiguring mechanism in argumentative discourse’. In: ARG, vol. 18, no. 1, pp. 43-59. |
In dit artikel bespreekt de auteur het zogenaamde ‘gecondenseerde argument’. Dit is een argument dat onder het niveau van een samengestelde zin zit. De auteur betoogt dat gecondenseerde argumenten vaak een hulpmiddel kunnen zijn om een bepaald effect op een publiek teweeg te brengen. |
|
Maat, Henk Pander 2004 |
‘Aanspreken in ledenwervingsbrieven’. In: TvT, jrg. 26, nr. 1, pp. 55-69. |
Dit artikel doet verslag van een onderzoek naar de effecten van aanspreekvormen in ledenwervingsbrieven van boekenclubs. De |
| |
| |
resultaten laten zien dat aanspreekvormen negatieve effecten hebben voor de overtuigingskracht van de brief, ongeacht het imago van de boekenclub en de kracht van de argumentatie. |
|
Pander Maat, Henk 2004 |
‘Wervend taalgebruik in persberichten - werkt het? Hoe journalisten omgaan met persberichten in de luchtvaartsector’. In: TvT, jrg. 26, nr. 3, pp. 209-225. |
In dit artikel wordt nagegaan of het vermijden van wervend taalgebruik in persberichten een succesvolle strategie is bij het schrijven van persberichten. Om vast te stellen of voor dit idee empirische steun is, werd een veldonderzoek gedaan naar de wijze waarop wervend taalgebruik terugkomt in mediaberichten die gebaseerd zijn op persberichten van bedrijven uit de luchtvaartsector. |
|
Manolescu, Beth Innocent 2004 |
‘Formal propriety as rhetorical norm’. In: ARG, vol. 18, no. 1, pp. 113-125. |
In dit artikel stelt de auteur formele correctheid voor als een alternatieve norm voor de beoordeling van argumentatie. De auteur betoogt dat het opvatten van argumentatie als proces van verwachting en vervulling een descriptieve en normatieve methode kan bieden om argumentatie te reconstrueren. |
|
Miller, John 2004 |
‘Argument efficacy: Evaluating the public argument of President Bill Clinton's impeachment crisis’. In: AA, vol. 40, no. 4, pp. 226-245. |
In dit artikel onderzoekt de auteur de doeltreffendheid van argumentatie in openbare debatten tijdens de beschuldiging van de toenmalige Amerikaanse President Bill Clinton. De auteur wil aantonen dat de definitie van gebeurtenissen en het toekennen van betekenis door zowel de verdedigers als de tegenstanders van Clinton uiteindelijk het resultaat van de crisis hebben beïnvloed. |
|
Mitchell, Gordon R. 2004 |
‘Public argument action research and the learning curve of new social movements’. In: AA, vol. 41, no. 4, pp. 209-225. |
In dit artikel pleit de auteur voor een kruisbestuiving tussen verschillende vakgebieden om een methode te ontwikkelen voor de studie van sociale bewegingen. In deze methode worden reflexiviteit en betrokkenheid met actoren buiten het academische veld sterk benadrukt. |
|
Perelman, Chaim & Lucie Olbrechts-Tyteca 2004 |
Die Neue Rhetorik. Eine Abhandlung über das Argumentieren. Hrsg. Josef Kopperschmidt. Problemata 149. Stutgart/Bad Cannstatt: Frommann-Holzboog. |
Duitse vertaling van La Nouvelle Rhetorique van Pereleman en Olbrechts-Tyteca uit 1958. |
|
Pinto, Robert C. 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 2, pp. 261-269. |
Bespreking van Douglas, N. Walton (2000). Scare tactics: Arguments that appeal to fear and threats. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers. |
|
Provis, Chris 2004 |
‘Negotiation, persuasion and argument’. In ARG, vol. 18, no. 1, pp. 95-112. |
In dit artikel bespreekt de auteur de grens tussen argumentatie en onderhandeling. Hij betoogt dat er gevallen zijn waarin het moeilijk is om een duidelijk onderscheid tussen onderhandeling en argumentatie te maken. De auteur laat zien dat dergelijke gevallen duidelijk maken dat het onderscheid tussen onderhandeling en argumentatie niet absoluut kan zijn en dat dit consequenties heeft voor de regels die bepalen wat aanvaardbaar is in een bepaalde context. |
|
Reed, Chris 2004 |
‘On argumentation schemes and the natural |
| |
| |
classification of arguments’. In: ARG, vol. 18, no. 2, pp. 239-259. |
In dit artikel ontwikkelt de auteur een conceptie van argumentatie en van typen argumentatie. Hij introduceert en bespreekt zijn definitie van argumentatie als een semantische entiteit die de uitkomst is van een redeneerproces. De auteur betoogt dat deze conceptie van argumentatie en typen argumentatie een uitputtende classificatie van argumenten kan helpen ontwikkelen. |
|
Ritola, Juho 2004 |
Begging the Question. A study of a fallacy. PhD. dissertation. University of Turku. Reports from the Department of Philosophy. University of Turku: Coimbra Group. |
|
Roskos-Ewoldsen, David R., H. Jessy Yu & Nancy Rhodes 2004 |
‘Fear appeal messages affect accessibility of attitudes toward the threat and adaptive behaviors’. In: CM, vol. 71, no. 1, pp. 49-69. |
In dit artikel gaat de auteur in op de overtuigingskracht van boodschappen die angst moeten inboezemen (fear-appeal messages) om mensen te motiveren om hun gedrag te veranderen. In een experiment onderzoekt de auteur de invloed van een boodschap over borstkanker op de bereidheid van mensen om hun gedrag aan te passen. |
|
Schellens, Peter Jan & Menno de Jong 2004 |
‘Argumentation schemes in persuasive brochures’. In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 295-323. |
In dit artikel bespreken de auteurs het gebruik van argumentatieschema's in informatiebrochures. De auteurs doen verslag van een analyse van 20 van dergelijke brochures waaruit is gebleken dat argumenteren vaak als informeren wordt voorgesteld en dat in veel gevallen het identificeren van het argumentatieschema en het trekken van conclusies aan de lezer wordt verlaten. |
|
Shelley, Cameron 2004 |
‘Analogy counterarguments: A taxonomy for critical thinking’. In: ARG, vol. 18, no. no. 2, pp. 223-238. |
In dit artikel stelt de auteur een taxonomie op van vier typen analogietegenargumenten: valse analogie, mis-analogie, dis-analogie, en tegen-analogie. Analogieredeneringen worden op twee dimensies geanalyseerd: op oriëntatie en effect. De auteur maakt bij de indeling gebruik van het theoretische kader van analogie van Holyoak en Thagard. |
|
St. John, Jeffrey 2004 |
In: AA, vol. 41, no. 1, pp.41-43. |
Bespreking van Habermas, Jürgen (2003). Truth and justification. Vertaald door Barbara Fultner. Cambridge: MIT Press. |
|
Stroud, Scott R. 2004 |
‘Narrative as argument in Indian Philosophy’. In: PhRh, vol. 37, no. 1, pp. 42-71. |
In dit artikel gaat de auteur in op de argumentatieve waarde van het narratieve discours in het Indische filosofische discours. Zijn doel is na te gaan op welke manieren een bepaalde tekst, de Astavakra Gita, van narratieve en dialogische elementen gebruik maakt om filosofische standpunten te verdedigen. |
|
Suzuki, Takeshi & Frans H. van Eemeren 2004 |
‘‘This painful chapter’: An analysis of emperor Akihto's apologia in the context of Dutch old sores.’ In: AA, vol. 41, no. 2, pp. 102-111. |
In dit artikel analyseren de auteurs de apologie van de Japanse keizer Akihto die hij tijdens zijn bezoek aan Nederland in 2000 gaf. De auteurs tonen aan dat de keizer er met deze apologie niet in slaagde om het |
| |
| |
anti-Japanse gevoel in Nederland weg te nemen. |
|
Tindale, Christopher W. 2004 |
Rhetorical argumentation. Principles of theory and practice. Thousand Oaks, CA: Sage. |
In dit boek benadert de auteur argumentatie vanuit een retorisch perspectief en toont hij aan hoe de logische en dialectische overwegingen van de retorische eigenschappen afhangen van de geschilsituatie. In deze benadering staat de relatie tussen de spreker en zijn publiek centraal. De auteur benadrukt de coöperatieve verhouding in argumentatieve situaties. Hij beschouwt argumenten niet als een reeks ideeën die aan een passief publiek worden voorgelegd, maar als een dynamische uitwisseling waarin het publiek bij het overtuigingsproces betrokken is. |
|
Truncellito, David A. 2004 |
‘Running the circles about begging the question’. In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 325-329. |
In dit artikel stelt de auteur een onderscheid tussen logische en retorische drogredenen voor en gebuikt dit onderscheid om een oplossing te geven voor het gepubliceerde debat tussen Richard Robinson en Roy A. Sorenson over de vraag of de cirkelredenering als drogreden op te lossen is. |
|
Vorobej, Mark 2004 |
In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 399-402. |
Bespreking van Schlesinger, Izchak, Tamar Keren-Portnoy & Tamar Parush (2001). The structure of arguments. Amsterdam: John Benjamins Publishing Co. |
|
Walton, Douglas 2004a |
‘Classification of fallacies of relevance’. In: IL, vol. 24, no. 1, pp. 71-103. |
In dit artikel gebruikt de auteur een computerprogramma, Araucaria, om voorbeelden van vaak voorkomende relevantiedrogredenen te analyseren. De auteur stelt een classificatiesysteem van deze drogredenen voor en formuleert criteria om vast te stellen of een gegeven voorbeeld als verkeerde conclusie (ignoratio elenchi) of als afleidingsstrategie (red herring) zou moeten worden beschouwd. |
|
Walton, Douglas 2004b |
‘A new dialectical theory of explanation’. In: Philosophical Explorations, vol. 7, no. 1, 2004. |
In dit artikel, licht de auteur een dialoogtheorie over verklaringen toe. In deze theorie wordt een verklaring gedefinieerd als de overdracht van begrip in een dialoogsysteem waarin een vrager (questioner) en een ondervraagde (respondent) deelnemen. De theorie is gebaseerd op het recente werk over verklaringen in de kunstmatige intelligentie (AI), met name in expertsystemen, en is van toepassing op wetenschappelijke, juridische en alledaagse conversationele verklaringen. |
|
Walton, Douglas 2004c |
‘Argumentation schemes and historical origins of the circumstantial Ad hominem argument’. In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 359-368. |
In dit artikel bespreekt de auteur het ambiguïteitsprobleem dat door de twee traditionele opvattingen van het ad hominem argument wordt veroorzaakt, namelijk het ad hominem als ex concessis argument en het ad hominem als een persoonlijke aanval. Hij onderzoekt of Aristoteles’ beschrijving van het ex concessis argument als bewijsmateriaal zou kunnen dienen voor het feit dat hij de circumstantial ad hominem als argument heeft geïdentificeerd. De auteur baseert zich op argumentatieschema's om een onderscheid te maken tussen de circumstantial ad hominem en het argument van verbondenheid (commitment), ook ex concessis genoemd. |
|
| |
| |
Walton, Douglas 2004d |
Abductive reasoning. Tuscalosa/Londen: The University of Alabama Press. |
In dit boek bespreekt de auteur het concept van abductief redeneren. Hij toont aan hoe het zich in de loop van de geschiedenis binnen de logica heeft ontwikkeld. De auteur bespreekt ook recente technieken die in de kunstmatige intelligentie dialoogmodellen voor verklaringen ontwikkelen. De uitkomst is een nieuwe theorie van het abductieve redeneren waarmee deze redeneermethode systematisch kan worden beoordeeld. |
|
Walton, Douglas 2004e |
Relevance in argumentation. Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum. |
In dit boek ontwikkelt Walton een methode om de relevantie van argumenten te beoordelen. Deze methode is gebaseerd op case-studies van argumentatie waarin een argument, of een deel daarvan, als irrelevant wordt bekritiseerd. Op basis van deze beoordelingen ontwikkelt de auteur zijn eigen theorie van relevantie en irrelevantie. |
|
Warnick, Barbara 2004 |
‘Rehabilitating AI: Argument loci and the case for Artificial Intelligence’. In: ARG, vol. 18, no. 2, pp. 149-170. |
In dit artikel onderzoekt de auteur argumentatiestructuren en strategieën in discussies over de waarde van kunstmatige intelligentie als model voor menselijke intelligentie. |
|
Yshimi, Jeferey 2004 |
‘Mapping the structure of debate’. In: IL, vol. 24, no. 1, pp. 1-21. |
In dit artikel ontwikkelt de auteur een model voor de structuur van reeksen argumenten om aan te tonen dat argumenten constituenten zijn van dialectische dieptestructuren. Op basis van deze dieptestructuren ontwikkelt de auteur een theorie over de structuur van debatten. |
|
Yu, Tzu-Hsiang & Wei-Chun Wen 2004 |
‘Monologic and dialogic styles of argumentation: A Bakhtinian analysis of academic debates between Mainland China and Taiwan’. In: ARG, vol. 18, no. 3, pp. 369-379. |
In dit artikel past de auteur Mikhail Bakhtins concept van ‘reported speech’ toe om de argumentatieve stijlen van het vasteland van China en Taiwan te vergelijken. De auteur verklaart zijn bevindingen in het licht van Bakhtin's concept van ‘monologische’ en ‘dialogische’ tendenties. |
|
|