| |
| |
| |
Nieuws uit het vakgebied
Overzicht van lopende promotieprojecten
In 1996 heeft het Tijdschrift voor Taalbeheersing een overzicht gepubliceerd van de lopende promotieprojecten. Dat is destijds zeer gewaardeerd. Reden om dit te herhalen.
Ik heb geprobeerd de projectbeschrijvingen in een zelfde format te presenteren. Dat is redelijk gelukt. De kleine verschillen tonen misschien wel enige couleur locale. Ik heb de gegevens niet op juistheid gecontroleerd.
Ik ben ervan overtuigd dat dit overzicht niet volledig is. Promotores, ontbreekt één van uw promovendi in dit overzicht, stuur mij dan een projectbeschrijving. Promovendi, ontbreekt uw project, benader dan uw promotor! Aanvullingen kunnen worden gemaild naar: paul.vandenhoven@let.uu.nl
In één van de komende afleveringen zal een supplement worden opgenomen.
| |
Andeweg, Bas en Jong, J.C. de Tu Delft, Universiteit Leiden (Co)promotoren: dr. Hans Hoeken, prof dr. Carel Jansen Werktitel: Attentum, benevolum en docilem in de inleiding van toespraken.
Klassiek-retorische inzichten in het aandachtig, welwillend en begrijpend maken van het publiek lijken hun effectiviteit nog niet verloren te hebben. Drie soorten onderzoek worden gecombineerd om meer inzicht te krijgen in de doorwerking van deze retorische kennis: historisch onderzoek naar exordiale adviezen in de klassieke retorica en in de twintigsteeeuwse presentatie-adviesliteratuur, survey-onderzoek onder professionele sprekers (de speechschrijvers van de Nederlandse ministers) en onder sprekende professionals (Nederlandse ingenieurs), en experimenteel onderzoek naar de effectiviteit van openingstechnieken in toespraken op publiekswaardering en retentie.
| |
Andringa, Sible Rijksuniversiteit Groningen (Co)promotoren: prof. dr. C.M. de Glopper, dr. H.I. Hacquebord Onderzoeksinstituut: Center for Language and Cognition Groningen Werktitel: De effecten van expliciet en impliciet vormgericht onderwijs op de vaardigheid in het Nederlands als tweede taal.
Over de wijze waarop vormgericht taalonderwijs invloed kan hebben op de verwerving van grammaticale vaardigheden bestaan uiteenlopende theoretische opvattingen. In dit onderzoek worden binnen de context van het onderwijs van het Nederlands als tweede taal twee verschillende benaderingen van vormgericht taalonderwijs op hun effectiviteit beproefd: een impliciete (Focus-on-Form) en een expliciete benadering (Focus-on-Forms).
| |
| |
In een veldexperiment worden met inzet van een elektronische leeromgeving gegevens verzameld.
| |
Arts, Anja Universiteit van Tilburg, Technische Universiteit Eindhoven (Co)promotoren: prof. dr. Leo Noordman, dr. Alfons Maes, prof. dr. Carel Jansen Werktitel: Verwijzen in instructieve teksten.
Het project richt zich op de analyse van referentieel gedrag in instructieve teksten. Dat blijkt ten aanzien van voorspellingen van bestaande referentiële theorieën sterk af te wijken. In een corpus instructieve teksten uit een productie-experiment blijken de verwijzingen veel uitvoeriger te zijn dan nodig is voor correcte identificatie van de entiteit. Een vervolg-experiment heeft aangetoond dat extra informatie een positief effect kan hebben op de tijd die nodig is om de beoogde entiteit te identificeren.
| |
Bakker, Carien Rijksuniversiteit van Groningen Promotor: prof. dr. C.M. de Glopper Onderzoeksinstituut: Center for Language and Cognition Groningen Werktitel: Effecten van teamdidactiek op docentattitudes, -cognities en -gedrag binnen vakoverstijgend schrijfonderwijs.
Met de invoering van de vernieuwde tweede fase in het voortgezet onderwijs schrijven leerlingen meer dan voorheen, niet alleen bij de talen, maar ook bij de bèta- en gammavakken. Dit gaat gepaard met afstemmingsproblemen die een negatief effect hebben op het leerproces van leerlingen. In dit project wordt onderzocht of teamdidactiek een bijdrage levert aan de totstandkoming van samenhangend vakoverstijgend schrijfonderwijs. Nagegaan wordt welke effecten multidisciplinaire samenwerking heeft op attitudes, cognities en gedrag van docenten.
| |
Bekker, Birgit Universiteit van Tilburg (Co)promotoren: prof. dr. Leo Noordman, prof. dr. Wilbert Spooren Werktitel: De feiten verdraaid.
In het project wordt gezocht naar het verband tussen de geïnterpreteerde volgorde van zinnen in een tekst en perspectief. Er wordt een ‘standaardvolgorde’ gedefinieerd en de afwijking daarvan wordt ‘omgekeerde volgorde’ genoemd. Beide volgordes kunnen gemarkeerd voorkomen (markering door linguïstisch element) of ongemarkeerd blijven. De onderzoekshypothese is dat zinnen in de ‘ongemarkeerde omgekeerde volgorde’ relatief vaker dan zinnen in de ‘standaardvolgorde’ worden geïnterpreteerd binnen een subjectief perspectief.
| |
Bolt, Aleth Vrije Universiteit Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. W. Spooren, prof. dr. Th.A.J.M. Janssen Onderzoeksinstituut Geschiedenis, Taal en Cultuur, afd. De vorm van taal Werktitel: Grammaticale metaforen, tekstrepresentatie en tekstoptimalisatie.
Dit onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan de empirische onderbouwing van adviezen op het terrein van tekstoptimalisatie op basis van taalkundig gefundeerde noties. Daartoe worden de psychologische en tekstuele effecten van een bepaald type stilistische variatie, de grammaticale metafoor, onderzocht. Met grammaticale metafoor worden al die constructies bedoeld waarin een andere dan de canonieke grammaticale vorm wordt gekozen om bepaalde semantische informatie mee te realiseren. Voorbeelden daar- | |
| |
van zijn nominaliseringen en constructies als ‘Gewassen haar knipt beter’.
| |
Bosch, A.L.M. (Annette) van den Universiteit Twente (Co)promotoren: prof. dr. Peter Jan Schellens, prof. dr. Erwin Seydel Begeleiders: dr. Wim Elving, dr. Menno de Jong Onderzoeksinstituut: Twente Instituut voor Communicatie Research (TwICoR) Werktitel: De invloed van organisatiekenmerken op de consistentie van huisstijl.
De huisstijl van een organisatie kan alleen bijdragen aan de herkenbaarheid en het imago van een organisatie wanneer er sprake is van een consistent gebruik ervan. In dit project wordt nagegaan welke invloed de strategie, de structuur en de cultuur van organisaties hebben op een consistent gebruik van de huisstijl. Daartoe is een grootschalig survey-onderzoek verricht en is er gewerkt met focusgroepen. Ook wordt er een huisstijl-audit ontwikkeld en op zijn waarde onderzocht.
| |
Bot, Hanneke Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr. mr. P.J. van den Hoven, prof. dr. F.A.M. Kortmann, prof. dr. T. Naaijkens, dr. T. Koole Onderzoeksinstituut: Uil-OTS Werktitel: Werken met tolken in psychotherapeutische gesprekken.
Het onderzoek richt zich op gesprekken die worden gevoerd tussen psychotherapeuten, patiënten die asielzoeker of vluchteling zijn en een tolk. De gang van zaken in dit soort gesprekken, die dagelijks in de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg worden gevoerd, wordt beschreven waarbij wordt gezocht naar een theoretisch kader waarbinnen deze beschrijving kan worden geplaatst. Het onderzoek bestaat uit interviews met therapeuten, patiënten en tolken en het bestuderen van op video opgenomen gesprekken.
| |
Dijk, Renske van Katholieke Universiteit Nijmegen (Co)promotoren: dr. Hans Hoeken, prof. dr. Carel Jansen, dr. Margot van Mulken Onderzoeksinstituut: Center for Language Studies / Bedrijfscommunicatie Werktitel: Retoriek in tijdschriftreclame: complexiteit, interpretatie en appreciatie.
In de literatuur wordt een verband verondersteld tussen retoriek in tijdschriftadvertenties en de waardering voor die advertenties. Het is echter onduidelijk welke rol de complexiteit van de advertentie hierbij speelt. In dit project wordt allereerst de relatie tussen retorische vormen en complexiteit in kaart gebracht. Daarna wordt onderzocht of er een verband is tussen complexiteit en waardering wanneer lezers veel dan wel weinig tijd hebben om een advertentie te interpreteren.
| |
Ehlers, Dineke Universiteit van Suid-Afrika, Pretoria (Co)promotoren: dr. Hans Hoeken, prof. dr. Carel Jansen (KU Nijmegen), prof. dr. Piet Swanepoel (Universiteit van Suid-Afrika) Werktitel: Persuading people to have safer sex: the use of fear appeals.
Dit onderzoek richt zich op het gebruik van fear appeals in Zuid-Afrikaanse HIV/ AIDS-voorlichtingsteksten. Vaak worden dezelfde voorlichtingsteksten gebruikt voor uiteenlopende cultuurgroepen. De vraag is echter of de fear appeals die in veel van deze teksten worden gebruikt, hetzelfde effect hebben op al deze groepen. Corpusanalyse van bestaand materiaal en experimenteel onderzoek met gemanipuleerde teksten moet leiden tot richtlijnen | |
| |
voor effectiever gebruik van fear appeals bij de onderzochte groepen.
| |
Evers-Vermeul, Jacqueline Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr.mr. P.J. van den Hoven, prof. dr. H.J. Verkuyl, prof. dr. F. Weerman (UvA), dr. T. Sanders Onderzoeksinstituut: Uil-OTS Werktitel: De ontwikkeling van Nederlandse connectieven.
Tekst- en zinslinguïstiek ontmoeten elkaar bij het onderzoek naar de status van connectieven, de talige eenheden die verbanden tussen zinnen expliciteren. Centraal in dit project staat de vraag welke relatie er bestaat tussen de eigenschappen van connectieven op tekstlinguïstisch en zinslinguïstisch niveau. Deze vraag wordt beantwoord via een studie naar de diachrone ontwikkeling (taalverandering) en de synchrone ontwikkeling (taalverwerving) van woorden als en, toen, want, omdat en maar.
| |
Frank, Stefan Universiteit van Tilburg, Katholieke Universiteit Nijmegen (Co)promotoren: prof. dr. Leo Noordman, prof. dr. Wietske Vonk, prof. dr. Mathieu Koppen Werktitel: Een model voor het begrijpen van tekst.
Het doel van dit project is een computationeel model te ontwikkelen voor het begrijpen van tekst en voor het maken van inferenties bij het begrijpen van tekst. Daartoe wordt in dit model niet alleen de informatie in de tekst opgenomen, maar ook de kennis van de lezer. Deze worden weergegeven op een subpropositioneel niveau. Wiskundig gezien bestaat het begrijpen van tekst uit het doorlopen van een pad in een meerdimensionele ruimte. Het model wordt getoetst aan experimentele gegevens die voor een groot deel reeds voorhanden zijn.
| |
Gemert, J.E. (Lisette) van Universiteit Twente Promotor: prof. dr. Peter Jan Schellens Onderzoeksinstituut: Twente Instituut voor Communicatie Research (TwICoR) Werktitel: Communicatie van beleid tot uitvoering: ontwerp en implementatie van regelgestuurde communicatie.
Het project richt zich op het totstandkomen en functioneren van protocollen die veilig werken moeten bevorderen. In 5 ziekenhuizen is een case study uitgevoerd rondom 2 protocollen. Het ontwerpgericht onderzoek (interviews) geeft inzicht in de aanpak die gehanteerd is om de protocollen op doel, doelgroep en gebruik af te stemmen. Het gebruikersgericht onderzoek (enquêtes, hard-op-werkonderzoek) geeft een indicatie van het functioneren van de protocollen.
| |
Geest, I. van der Universiteit van Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. F.H. van Eeme- ren, dr. E.T. Feteris. Onderzoeksinstituut: Instituut voor Cultuuranalyse Werktitel: De analyse en presentatie van beleidsbeslissingen in MER-rapporten.
Doel van het onderzoek is een pragma-dialectisch instrumentarium te ontwikkelen met behulp waarvan beslissingen in het kader van m.e.r.-plichtige projecten op een duidelijke en aanvaardbare manier gepresenteerd kunnen worden. Op basis van een integratie van argumentatietheoretische en beslistheoretische inzichten wordt een argumentatiemodel ontwikkeld voor het beargumenteren van een keuze. Dit model wordt vervolgens geïmplementeerd voor het presenteren van beslissingen | |
| |
in de context van besluitvorming over m.e.r.-plichtige projecten.
| |
Gerlofs, J.M. Universiteit van Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. F.H. van Eemeren, dr. M.A. van Rees Onderzoeksinstituut: Instituut voor Cultuuranalyse Werktitel: Argumentatieve indicatoren in het Nederlands.
In discussies wordt regelmatig gebruik gemaakt van hypothetische of conditionele uitspraken (‘Als de PvdA de grootste partij wordt, zal deze waarschijnlijk de premier leveren’). Het promotieproject is erop gericht om een analyse- en beoordelings-model te ontwikkelen voor hypothetische uitspraken die in een discussie een argumentatieve functie vervullen. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van indicatoren voor hypothetische uitspraken.
| |
Haak, M.J. (Maaike) van den Universiteit Twente (Co)promotoren: prof. dr. Peter Jan Schellens, dr. Menno de Jong Onderzoeksinstituut: Twente Instituut voor Communicatie Research (TwICoR) Werktitel: De hardopwerkmethode als pretestinstrument voor instructieve communicatie.
De hardopwerkmethode, waarbij proefpersonen hardopwerkend een instructief communicatiemiddel evalueren, wordt in de praktijk vaak gebruikt, maar is nog nauwelijks wetenschappelijk onderzocht. Om inzicht te krijgen in de waarde en beperkingen van de methode wordt een aantal deelonderzoeken uitgevoerd met verschillende vormen van instructieve communicatie. Ook wordt de methode vergeleken met een zogenaamde stilwerkconditie, waarbij proefpersonen retrospectief hardopwerken. Een eerste deelproject betreft de kwaliteit van een online bibliotheekcatalogus.
| |
Hof, Sanne van 't Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr. mr. Paul van den Hoven, dr. Hanneke Houtkoop Onderzoeksinstituut: UiL OTS Werktitel: Schrijftaalkenmerken in een mondelinge interactie-setting.
Het doel van dit onderzoek is te ontdekken welke linguïstische kenmerken problemen veroorzaken wanneer een geschreven tekst gebruikt wordt in de gesproken setting van survey-interviews. Deze problemen kunnen zich zowel aan de kant van de interviewer als van de respondent bevinden. Het onderzoek staat in direct verband met het werk van Hanneke Houkoop (The Living Questionnaire, 2000), en richt zich op het gebruik van geschreven taal in een gesproken setting.
| |
Horen, Floor van Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit van Tilburg (Co)promotoren: prof. dr. Carel Jansen (KU Nijmegen), dr. A. Maes, prof. dr. L. Noordman (Universiteit van Tilburg) Werktitel: Handleidingen en ouderen.
Het installeren en bedienen van moderne apparaten blijkt voor veel mensen een veeleisende taak. Met name ouderen lijken veel problemen te ondervinden bij het lezen van handleidingen. Dit onderzoek is erop gericht tekstkenmerken te identificeren die het ouderen meer of minder moeilijk maken om instructies te interpreteren en om de beschreven taak vervolgens correct uit te voeren. Het onderzoek moet leiden tot adviezen ter optimalisering van handleidingen voor gebruik door ouderen.
| |
| |
| |
Hornikx, Jos Katholieke Universiteit Nijmegen (Co)promotoren: dr. Hans Hoeken, prof, dr. Carel Jansen, dr. M. Starren Onderzoeksinstituut: Center for Language Studies / Bedrijfscommunicatie Werktitel: Evidentietypen: relatieve overtuigingskracht en cultuurafhankelijkheid.
Onderzoek naar de relatieve overtuigingskracht van evidentie in persuasieve teksten beperkt zich vaak tot slechts twee evidentietypen; ook wordt er vaak stilzwijgend van uitgegaan dat de overtuigingskracht van die evidentietypen cultuuronafhankelijk is. Om de cultuurafhankelijkheid van de overtuigingskracht van een variëteit aan evidentietypen te bepalen, wordt een corpus van Nederlandse en Franse persuasieve boodschappen geanalyseerd op het relatieve vóórkomen van de evidentietypen en worden er experimenten uitgevoerd in beide landen.
| |
Huiskes, M. Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr.mr. P.J. van den Hoven, prof. dr.A. Verhagen (Universiteit Leiden), dr.T. Koole Onderzoekinstituut: UiL-OTS Werktitel: De rol van de clause voor beurtwisseling in Nederlandse gesprekken.
Een van de problemen waarmee gespreksdeelnemers geconfronteerd worden is de gezamenlijke vormgeving van de lineaire organisatie van de interactie. Gespreksdeelnemers blijken in de praktijk in staat beurtwisseling zonder noemenswaardige overlap of pauze te realiseren. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat verschillende talige structuren hun completie ‘projecteren’. Op basis van de al geproduceerde structuur kunnen gespreksdeelnemers voorspellen welke elementen deze structuur kunnen complementeren. Verwacht wordt dat de clause een belangrijke rol speelt bij de projectie van de completie van een beurt. Het is echter onwaarschijnlijk dat gespreksdeelnemers zich alleen op syntaxtis oriënteren. In dit onderzoek wordt de wisselwerking tussen prosodische, grammaticale en pragmatische completie bij de realisatie van beurtwisseling onderzocht. Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een corpus van getranscribeerde Nederlandse gesprekken. Het onderzoek omvat een kwalitatieve en een kwantitatieve fase.
| |
Jansen, H. Universiteit van Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. F.H. van Eemeren, dr. E.T. Feteris Onderzoeksinstituut: Instituut voor Cultuuranalyse Werktitel: De reconstructie van a contrario-argumentatie: de identificatie, analyse en beoordeling.
Doel van het onderzoek is een pragmadialectisch instrumentarium te ontwikkelen voor de analyse en beoordeling van a contrario argumentatie in het recht. In het onderzoek wordt op basis van een integratie van rechtstheoretische en pragma-dialectische inzichten vastgesteld welke typen a contrario argumentatie onderscheiden kunnen worden en welke functie deze vormen vervullen bij de rechtvaardiging van een juridisch oordeel. Voor de verschillende typen a contrario argumentatie wordt aangegeven hoe deze op een adequate manier geanalyseerd en beoordeeld moeten worden.
| |
Jong, Joy de Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr.A. Pilot, prof. dr.mr. P.J. van den Hoven, dr. H.A. Oost Instituut: Interfacultair Instituut voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Studievaardigheden (IVLOS) Werktitel: Interactie over academische scripties: hoe kan die vertraging en omleidingen verminderen?
| |
| |
Scriptieschrijvers hebben vaak geen helder beeld van hoe ze waar en waarom literatuur/ theorie moeten verwerken. Dit wordt pas duidelijk door interactie met de begeleider, àls het al tijdig duidelijk wordt. Onze vraag is: waar gaat die interactie goed en fout? Welke vormen en inhouden dragen er (niet) toe bij dat de student op het goede moment de dingen ‘leert’ die helpen om het scriptieproces efficiënt te doorlopen?
| |
Kamalski, Judith Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr. mr. P.J. van den Hoven, dr. L.R. Lentz, dr.T.J.M. Sanders Onderzoeksinstituut: Uil-OTS Werktitel: De invloed van coherentie op tekstbegrip,, tekstwaardering en overtuigingskracht.
Dit project heeft als doelstelling na te gaan welke invloed een belangrijk tekstkenmerk - de linguïstische markering van de structuur - heeft op tekstbegrip, tekst-waardering en overtuigingskracht. Daarnaast zal onderzocht worden in hoeverre die invloed voor de lezer zelf waarneembaar is. Daarbij wordt systematisch aandacht besteed aan een essentieel lezerskenmerk: voorkennis over het onderwerp van de tekst. Met name de wijze waarop kennisverschillen interacteren met het effect van relatie-markeringen zal empirisch worden onderzocht.
| |
Karreman, J. (Joyce) Universiteit Twente (Co)promotoren: prof. dr. Michaël Steehouder, prof dr. Peter Jan Schellens Onderzoeksinstituut: Twente Instituut voor Communicatie Research (TwICoR) Werktitel: Declaratieve informatie in instructieve teksten.
Het onderzoek is gericht op de effecten van declaratieve informatie in gebruiksaanwijzingen. Onder declaratieve informatie wordt alle informatie verstaan die niet direct iets te maken heeft met de acties van de gebruiker, bijvoorbeeld over de manier waarop het product werkt of over toepassingsmogelijkheden. Enkele experimenten worden uitgevoerd om te onderzoeken welke effecten verschillende soorten declaratieve informatie hebben op het werken met het product.
| |
Klaassen, R.F. (Rob) Universiteit Twente Promotor: prof. dr. Peter Jan Schellens Onderzoeksinstituut: Twente Instituut voor Communicatie Research (TwICoR) Werktitel: Ontwerpbenaderingen in de communicatiekunde: ontwerp van voorlichting.
Doel van het onderzoek is te komen tot een gedetailleerde descriptie en analyse van de totstandkoming van voorlichtingscampagnes van de rijksoverheid. Op grond hiervan kan de bestaande methodologie voor het ontwerpen van voorlichting worden verbeterd. Het blijkt dat deze slechts matig aansluit op de praktijk. De studie bestaat uit een viertal casestudies van campagnes en een serie interviews met voorlichters, beleidsmakers, communicatieadviseurs en andere betrokkenen.
| |
Koning, K.H. (Karen) Universiteit Twente (Co)promotoren: prof. dr. Peter Jan Schellens, dr. Menno de Jong Onderzoeksinstituut: Twente Instituut voor Communicatie Research (TwICoR) Werktitel: Communicatie-audits voor onderzoek naar informatiestromen in organisaties.
| |
| |
Een deel van het instrumentarium van communicatie-audits is bedoeld om knelpunten in de informatiestromen binnen organisaties in kaart te brengen. Dit project is gericht op de validering van dergelijke methoden. Daartoe worden de resultaten van netwerkanalyse, ECCO-vragenlijsten, de critical incidents technique en communicatiesatisfactievragenlijsten met elkaar vergeleken. Een eerste deelproject betreft de interne communicatie binnen een scholengemeenschap met meerdere vestigingen.
| |
Kruiningen, Jacqueline van Rijksniversiteit Groningen Promotor: prof. dr. C.M. de Glopper Onderzoeksinstituut: Center for Language and Cognition Groningen Werktitel: Opvattingen van universitaire docenten over vakgeïntegreerd communicatie-onderwijs.
Aan de hand van kwalitatieve analyses van professionaliseringstrajecten en -workshops uit onderwijsvernieuwinsprojecten aan de RuG, wordt onderzocht wat de (veranderende) opvattingen en cognities zijn van docenten in het universitair onderwijs met betrekking tot hun rol in, en de functie van vakgeïntegreerd communicatie-onderwijs in de disciplines. Het onderzoek beoogt inzicht te geven in de toepassingsmogelijkheden van de gekozen benadering van onderwijsvernieuwing in de context van het Nederlandse universitaire onderwijssysteem
| |
Laar, J.A. van Rijksuniversiteit Groningen Promotoren: prof. dr. E.C.W. Krabbe en prof. dr. F.H. van Eemeren. Werktitel: Ambiguity and equivocation.
Dit project behelst de ontwikkeling van een stelsel van discussieregels dat discussianten in staat stelt om op een redelijke wijze een vermeende dubbelzinnigheid in een stelling of argumentatie te bespreken. Een verder resultaat is gelegen in de definitie van ‘dubbelzinnigheidsdrogreden’ en ‘equivocatio-drogreden’. Met behulp van gevalstudies wordt getoond hoe het ontwikkelde stelsel behulpzaam kan zijn bij de analyse en beoordeling van argumentaties.
| |
Leijten, Mariëlle Universiteit Antwerpen (Co)promotoren: prof.dr mr. Paul van den Hoven (Universiteit Utrecht), dr. Daniël Janssen, dr. Luuk Van Waes Werktitel: De invloed van spraakherkenning op het schrijfproces.
Contrastief onderzoek naar de invloed van spraakherkenning, dicteerapparatuur en toetsenbord en muis op het schrijfproces. In dit project willen we ons enerzijds richten op modusspecfieke kenmerken van schrijfprocessen, door een contrastieve benadering tussen spraakherkenning, dicteermodus en toetsenbord& muismodus. Anderzijds hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan de fundamentele theorievorming over cognitieve schrijfprocessen door aan de hand van ons onderzoek modusoverstijgende of universele cognitieve processen te beschrijven.
| |
Melenhorst, M.S. (Mark) Universiteit Twente (Co)promotoren: prof. dr. Michaël Steehouder, dr. Thea van der Geest Onderzoeksinstituut: Twente Instituut voor Communicatie Research (TwICoR) Werktitel: Lees -en beoordelingsgedrag in grootschalige online documenten.
Onderzoek naar online documenten blijft vaak beperkt tot het localiseren van informatie. Er is weinig aandacht besteed aan documenten, waarover een beoordeling gegeven moet worden. In dit promotieonderzoek wordt een antwoord gezocht op de volgende vragen:
| |
| |
1. | Hoe komen documenten, die met het oog op een beoordeling zijn geschreven tot stand? |
2. | Hoe kun je het ontwerp van te beoordelen documenten optimaliseren? |
3. | Met welke onderzoeksmethoden kun je het beste documentstructuren evalueren? |
| |
Mieroop, Dorien Van De Universiteit Antwerpen Promotor: prof. dr. P. Cuvelier Werktitel: Identiteitsconstructie in professionele presentaties.
In een professionele presentatie komen de volgende drie elementen aan bod, namelijk het publiek, de spreker en het bedrijf waarvoor de spreker werkt. In dit onderzoek worden de relaties tussen deze drie componenten bestudeerd vanuit discours-analytische invalshoek. Dit wordt aangevuld met een etnografisch getint publieksonderzoek, dat het effect van de presentaties meet. Op die manier zal er een vergelijking gemaakt kunnen worden tussen de strategieën die aanwezig zijn in het discours en het effect dat ze bij het publiek teweegbrengen.
| |
Mulder, Gerben Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr. mr. P.J. van den Hoven, Dr. T. Sanders Onderzoeksinstituut: Uil-OTS Werktitel: Relationele en referentiële coherentie: de invloed van oppervlaktestructuur en betekenisrepresentatie tijdens de verwerking van causale relaties.
In dit project gaat de aandacht uit naar de verwerking en representatie van causale coherentierelaties. De invloed van explicitering van relaties en de aard van de relatie op zowel het lezen als het representeren van tekst wordt experimenteel onderzocht. Daarnaast zal worden onderzocht in welke mate er sprake is van een interactie tussen de interpretatie van coherentierelaties en de interpretatie van referentiële verbanden.
| |
Onna, Bert van (buitenpromovendus) Promotor: prof. dr. Carel Jansen Werktitel: Talenmanagement in Nederlandse organisaties.
In dit onderzoek wordt de passieve en actieve beheersing van drie vreemde talen (Duits, Engels en Frans) en van de moedertaal in Nederlandse organisaties in kaart gebracht. Nagegaan wordt verder wat voor maatregelen er zoal genomen worden om lacunes weg te werken en de kwaliteit van het talengebruik te bevorderen. Vervolgens wordt een voorstel geformuleerd voor het meer systematisch ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van adequaat talenbeleid in een organisatie. In een aantal case-studies wordt informatie verzameld over de effecten van zulk beleid.
| |
Onrust, Margreet Vrije Universiteit Amsterdam Promotoren: prof. dr. W. Spooren, prof. dr. Th.A.J.M. Janssen Onderzoeksinstituut Geschiedenis, Taal en Cultuur, afd. De vorm van taal Werktitel: ‘Vermijd de naamwoordstijl’. Een onderzoek naar de merites van een schrijfadvies.
Dit onderzoek beoogt optimalisatie van een canoniek advies uit de Nederlandse schrijfadviestraditie, over ‘naamwoordstijl’. Daartoe wordt een analyse uitgevoerd van de huidige advisering, en wordt de historische context en de taalkundige fundering van het advies onderzocht. Een nieuw voorstel voor de definiÎring en effecten van ‘naamwoordstijl’ wordt vervolgens getoetst aan de hand van het voorkomen van dit fenomeen in corpora persuasieve voorlichtingsteksten en wetenschappelijke teksten, van beginnende en professionele schrijvers.
| |
| |
| |
Ouden, Hanny den Universiteit van Tilburg, Technische Universiteit Eindhoven (Co)promotoren: prof. dr. Leo Noordman, dr. Jacques Terken Werktitel: De prosodische realisatie van tekststructuur.
Het project richt zich op de prosodische realisering van kenmerken die typisch zijn voor teksten. Dat teksten meer zijn dan een verzameling van losse zinnen komt ook in de prosodische aspecten van het spreken tot uitdrukking, doordat sprekers systematisch pauzeduur, toonhoogte en spreeksnelheid variëren. We onderzoeken de prosodische variatie van verschillende aspecten van teksten: de hiërarchische structuur van teksten, de mate waarin zinnen in teksten meer of minder centraal zijn, en de verschillende coherentierelaties die tussen zinnen in een tekst bestaan.
| |
Pacual Olive, Esther Vrije Universiteit Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. Th.A.J.M. Janssen, prof. dr. Aaron V. Cicourel (University of California, San Diego), dr. Frederike van der Leek (Universiteit van Amsterdam) Onderzoeksinstituut Geschiedenis, Taal en Cultuur, afd. De vorm van taal Werktitel: Imaginary Trialogues: Conceptual Blending and Virtual Interaction in Criminal Courts.
This study deals with language use as primarily a communicative tool. It is argued that situated interaction constitutes a common frame for culturally meaningful conceptual integrations (Fauconnier and Turner); and that there exists a fundamental link between communication, culture and cognition, constrained by the overall sociocultural context. These hypotheses are explored at different levels, from the communicative event to the phrase. Empirically, the work is based on ethnography in courtrooms.
| |
Padmos, Henrike Rijksuniversiteit Groningen, Wageningen Universiteit (Co)promotoren: prof. dr. C.M. de Glopper, dr. H. Mazeland (RuG), prof. dr. C. van Woerkum, dr. H. te Molder (WAU) Onderzoeksinstituut: Center for Language and Cognition Groningen, Communicatie en Innovatie Studies Werktitel: Burgerschap in het maatschappelijk debat over biotechnologie.
In dit project worden kwalitatieve analyses verricht van de inhoud en functie van het begrip ‘burgerschap’ in het maatschappelijk debat over de toelating van genetisch gemodificeerde organismen. Het onderzoek maakt deel uit van het EU-project PARADYS:: ‘Participation and the Dynamics of Social Positioning - The Case of Biotechnology. Images of Self and Others in Decision-Making Procedures’
| |
Pit, Mirna Universiteit Utrecht Onderzoeksinstituut: UIL-OTS (Co)promotoren: prof. dr.mr. P.J. van den Hoven, dr. H. Pander Maat Werktitel: Causale connectieven in verschillende Europese talen.
In dit onderzoek staat de betekenis van causale connectieven in verschillende westerse talen centraal: Waarin verschilt omdat van want, parce que van car, en weil van denn? Onderzocht wordt of cognitief basale noties zoals perspectief en subjectiviteit een verklaring kunnen bieden. Het onderzoeksmateriaal wordt gevormd door krantencorpora en narratieve corpora.
| |
| |
| |
Prenger, Joanneke Rijksuniversiteit Groningen (Co)promotoren: prof. dr. C.M. de Glopper, dr. H.I. Hacquebord Onderzoeksinstituut: Center for Language and Cognition Groningen Werktitel: Betekenisconstructie tijdens de wiskundeles.
In het moderne wiskunde-onderwijs worden wiskundige problemen binnen realistische contexten aan de orde gesteld. De contexten en de problemen worden met behulp van tekst aangeboden. Op de vaardigheid in begrijpend lezen wordt daarmee een beroep gedaan. Voor anderstalige leerlingen met achterstanden in de beheersing van het Nederlands kunnen daardoor problemen ontstaan. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe leerlingen voor wie het Nederlands een eerste of een tweede taal is tot begrip komen van realistische wiskunde-opgaven. In het project worden toetsgegevens verzameld en geanalyseerd en worden analyses verricht van begripsprocessen.
| |
Raedts, Mariet Limburgs Universitair Centrum (Co)promotoren: prof. dr. Frans Daems, dr. Luuk Van Waes Werktitel: De invloed van self-efficacy beliefs en metacognitie op het schrijfproces en de kwaliteit van teksten.
Aan het einde van een cursus over bronvermelding in teksten schreven ± 300 eerstejaarsstudenten Bedrijfskunde een tekst van 1 à 2 pagina's, waarin ze de resultaten van enkele wetenschappelijke publicaties moesten samenbrengen. De studie gaat na in welke mate de kwaliteit van die samenvatting gerelateerd kan worden aan de ideeën die de studenten hebben over ‘goede teksten’, hun kennis van effectieve schrijfstrategieën en hun self-efficacy beliefs. Omdat 30 studenten de tekst onder hardopdenkcondities schreven, kan nagegaan worden of en hoe metacognitie en self-efficacy beliefs het schrijfproces beïnvloeden.
| |
Reesink, Raymond Katholieke Universiteit Nijmegen Promotor: prof. dr. Carel Jansen Onderzoeksinstituut: Center for Language Studies / Bedrijfscommunicatie Werktitel: De rol van communicatiemanagement in het proces van beleidsvorming rond complexe (ruimtelijke) ingrepen.
Zowel vanuit meer praktische als meer theoretische invalshoeken wordt er veel aandacht besteed aan de vraag hoe beleids-en besluitvorming rond de totstandkoming van grootschalige ruimtelijke ingrepen kan worden verbeterd.
Vaak wordt daarbij het belang van communicatie benadrukt - communicatie tussen partijen die direct betrokken zijn bij de beleidsvorming, of communicatie met burgers en belangengroepen. Er is echter relatief weinig onderzoek gedaan naar de rol van communicatie bij dit soort complexe projecten, dat recht doet aan het ingewikkelde proces van duwen en trekken dat deze ingrepen kenmerkt. In dit proefschrift is juist communicatie hetmik-punt en vetrekpunt van onderzoek. Communicatie vormt het specifieke aandachtspunt in een studie waarin het proces wordt bestudeerd waarin complexe ruimtelijke ingrepen ten behoeve van de infrastructuur, wonen, werken of recreëren tot stand komen.
| |
Ridder, Isabelle De Universiteit Antwerpen (Co)promotoren: dr. L. Van Waes, prof. dr. G. Rijlaarsdam Werktitel: Vreemde-taallezen in hypertekst: een bijzondere leesvaardigheid? Invloed van gemarkeerde hyperlinks op het leesproces, incidentele woordenschatverwerving en tekstbegrip.
| |
| |
In on-lineteksten worden markeringen meestal gebruikt om hyperlinks aan te geven. Zo vestigen ze de aandacht van de lezer op hun verwijsfunctie. In software ter bevordering van vreemde-taalleesvaardigheid verwijzen links vaak naar woordenboekdefinities en vertalingen. De vraag is of die extra markering ook een invloed heeft op de manier waarop de tekst cognitief verwerkt wordt. Aan de hand van een aantal experimenten wordt in dit onderzoek nagegaan of dit soort van markering het leesproces, de incidentele woordenschatverwerving en het tekstbegrip beïnvloedt.
| |
Saal, Elvis Universiteit van Suid-Afrika, Pretoria (Co)promotoren: dr. Hans Hoeken, prof. dr. Carel Jansen (KU Nijmegen), prof. dr. Piet Swanepoel (Universiteit van Suid- Afrika) Werktitel: Peers as credible sources in HIV/AIDS public information documents.
Er bestaat in de literatuur veel evidentie voor de invloed van bronkenmerken op de effectiviteit van persuasieve boodschappen. Vaak gaat het daarbij om het effect van informatie over de kwaliteiten en expertise van de zender. Dit onderzoek echter betreft het effect van gepercipieerde overeenkomsten tussen bron en publiek. In het bijzonder wordt nagegaan hoe zenderontvangerovereenkomsten de overtuigingskracht van voorlichtingsteksten over HIV/AIDS in Zuid-Afrika beïnvloeden en welk effecten het gebruik van slang in dit soort teksten heeft op de perceptie van overeenkomsten en brongeloofwaardigheid.
| |
Sleurs, Kim Universiteit Antwerpen (Co)promotoren: prof. dr. Jef Verschueren, dr. Geert Jacobs, dr. Luuk Van Waes
Persberichten: een proceskijk op preformulering.
Met een persbericht bedoelen we een bericht dat door een bedrijf, privé-persoon of organisatie wordt uitgestuurd naar de media met de bedoeling dat deze laatsten het gebruiken in hun berichtgeving. Uit onderzoek van o.a. Allan Bell blijkt dat persberichten een grote rol spelen in de constructie van het nieuws (Bell 1991). Geert Jacobs (1999) beschreef in zijn proefschrift hoe de schrijvers van persberichten hun teksten zo proberen te schrijven dat ze zo letterlijk mogelijk kunnen worden overgenomen. Dit fenomeen noemt men in de literatuur ‘preformulering’. De bedoeling van onderhavige onderzoek is het concept ‘preformulering’ te onderwerpen aan verder empirisch onderzoek waarbij ik kijk naar zowel het schrijfproces als de nieuws-context. In hetonderzoek worden methodes vanuit het cognitief-psychologisch schrijfonderzoek met methodes uit de etnografie gecombineerd. Op die manier wordt geprobeerd een beter beeld te krijgen van de context waarbinnen persberichten totstandkomen, en de rol die het concept ‘preformulering’ hierin speelt.
| |
Snellings, Patrick Universiteit van Amsterdam (Co)promotores: prof. dr. C.M. de Glopper, dr. A. van Gelderen Onderzoeksinstituut: SCO-Kohnstamm Instituut Werktitel: De effecten van de versnelling van lexical retrieval op de schriftelijke produktie in een vreemde taal.
Schrijven is een complexe activiteit die een zware wissel trekt op het werkgeheugen, | |
| |
zeker wanneer teksten in een tweede of vreemde taal geschreven moeten worden. Algemeen wordt aangenomen dat de cognitieve last van het schrijven door automatisering van deelprocessen kan worden verminderd. Lexical retrieval, het ophalen van woorden uit het mentale lexicon, is een deelproces waarvoor dit van toepassing lijkt. In dit project wordt nagegaan of de lexical retrieval van een specifieke verzameling vreemdtalige (Engelse) woorden door gerichte training versneld kan worden en of deze versnelling gepaard gaat met een verbetering van de kwaliteit van schrijfprodukten waarin deze woorden een rol spelen.
| |
Stevenson, Marie Universiteit van Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. C.M. de Glopper, dr. R. Schoonen Onderzoeksinstituut: SCO-Kohnstamm Instituut Werktitel: Lees- en schrijfprocessen in het Nederlands en het Engels.
Tussen lees- en schrijfprocessen in de moedertaal en in een tweede of vreemde taal bestaan overeenkomsten en verschillen. De mate waarin er sprake is van overeenkomst -of transfer- lijkt niet alleen af te hangen van de kennis van de tweede of vreemde taal, maar ook van de mate waarin deze kennis geautomatiseerd is. In dit project worden via procesanalyses de overeenkomsten en verschillen tussen lees- en schrijfprocessen in het Nederlands en het Engels als vreemde taal bestudeerd bij leerlingen uit het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Een deel van de leerlingen spreekt het Nederlands als moedertaal; voor de anderen is het Nederlands een tweede taal. Het taalvaardigheidsniveau van de leerlingen varieert.
| |
Stukker, Ninke Universiteit Utrecht (Co)promotoren: prof. dr.mr. Paul van den Hoven, prof. dr. Arie Verhagen, dr. Ted Sanders Onderzoeksinstituut: Uil-OTS, Werktitel: De linguïstische realisering van causaliteit op zinsniveau en op tekstniveau.
Causale relaties kunnen talig worden gemarkeerd met bv. causale werkwoorden (doen en laten in het Nederlands) en causale connectieven (bv. dus, daarom, omdat). Dit project bestudeert causaliteitsmarkeringen die zich op verschillende niveaus van de taalstructuur manifesteren (zin of discourse) in onderlinge samenhang. Het doel is een bijdrage te leveren aan twee theoretische kwesties: de verhouding tussen taal en conceptualisering en de verhouding tussen taal op zinsniveau en op tekstniveau.
| |
Swanborn, Marie Universiteit van Amsterdam Promotor: prof. dr. C.M. de Glopper Onderzoeksinstituut: SCO-Kohnstamm Instituut Werktitel: Het incidenteel leren van woorden tijdens het lezen.
In dit onderzoek wordt nagegaan in welke mate basisschoolleerlingen hun woordenschat uitbreiden door incidenteel leren. Of leerlingen tijdens het lezen nieuwe woorden en woordbetekenissen leren is onderzocht via een meta-analyse en in verschillende experimenten. Daarbij zijn de effecten van het leesdoel (recreatief vs. Studerend lezen) en de toetsvorm (open of meerkeuze) en van kenmerken van woorden en hun contexten in kaart gebracht.
| |
| |
| |
Tol, M. van der Universiteit van Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. F.H. van Eemeren, dr. J. Kircz, dr. B. Meuffels Onderzoeksinstituut: Instituut voor Cultuuranalyse Werktitel: Het samenvatten van modulaire elektronische artikelen.
In dit project wordt de vraag beantwoord wat een adequate ideale procedure is voor het opstellen van een abstract voor een elektronisch, modulair opgebouwd artikel waarin verslag wordt gedaan van experimenteel natuurwetenschappelijk onderzoek. Op basis hiervan worden in de eerste plaats praktische bruikbare richtlijnen geformuleerd voor het opstellen van een abstract van dit soort artikelen en in de tweede plaats richtlijnen voor de beoordeling van zulke artikelen.
| |
Vaessen, A. (Annemarie) Technische Universiteit Delft (Co)promotoren: prof. dr. Peter Jan Schellens (Universiteit Twente), dr. Rien Elling, prof. dr. H. Sol Werktitel: Omgaan met onzekerheid in adviesrapporten door beleidsmakers.
Bij de beleidsvorming moeten de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek door beleidsmakers worden ‘vertaald’ in beleidsdoelstellingen. Daarbij raakt informatie over onzekerheid bij de onderzoeksuitkomsten gemakkelijk vervormd of volledig op de achtergrond. Dit onderzoek is erop gericht via de hardopdenkmethode inzicht te krijgen in de cognitieve processen van beleidsmakers tijdens het maken van de vertaalslag, dat wil zeggen tijdens het lezen en beoordelen van adviesrapporten.
| |
Versluis, Christine Vrije Universiteit Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr.Th.A.J.M. Janssen (VU Amsterdam), dr. E.G. Visch-Brink (EUR), dr.A. Kern (Universiteit Potsdam,) Onderzoeksinstituut Geschiedenis, Taal en Cultuur, afd. De vorm van taal Werktitel: Conceptuele referentie van Nederlandstalige afasiepatiënten in gesprekken met hun taaltherapeuten.
Het voorgestelde project wil communicatieproblemen bij verworven taalstoornissen onderzoeken, mede ter bepaling van indicaties voor de evaluatie van zulke problemen. Het onderzoek beoogt te verantwoorden dat een op conversatieanalyse en cognitieve taalkunde geënte methode wordt toegepast bij de kwalitatieve en kwantitatieve analyse van discoursesituaties waarbij één van de gesprekspartners afatisch is. De samenhang tussen linguïstische en communicatieve aspecten van de gesprekssituaties wordt onderzocht onder het opzicht van de concept-referentiële functie van taaluitingen.
| |
Vliet, Sarah van Universiteit van Tilburg (Co)promotoren: prof. dr. Leo Noordman, dr. Joost Schilperoord, dr. Alfons Maes Werktitel: Discourse structuur en de productie van referentiële uitdrukkingen.
In dit project wordt de relatie onderzocht tussen discourse structuur in narratieve teksten, en de vorm van referentiële uitdrukkingen. Met behulp van productieexperimenten wordt gekeken hoe discourse-structurele factoren - zoals ‘topic-hood’, referentiële afstand, episode-over-gangen, perspectiefwisselingen en coherentierelaties - een rol spelen bij de keuze voor een type referentiële uitdrukking. Ook wordt onderzocht in hoeverre de invloed van deze factoren samenhangt met de mentale activatie of beschikbaarheid van referenten (zie accessibility theory, Ariel 1988, 1990). Het doel van het project is | |
| |
een bijdrage te leveren aan een psycholinguïstisch model van de productie van referentiële uitdrukkingen (zie Levelt 1989).
| |
Wagemans, J. Universiteit van Amsterdam (Co)promotoren: prof. dr. F.H. van Eemeren, dr. P. Houtlosser Onderzoeksinstituut: Instituut voor Cultuuranalyse Werktitel: Argumentatie en intersubjectiviteit. Filosofische achtergronden van de integratie van dialectische en retorische argumentatietheorieën.
Het onderzoeksproject richt zich op de filosofische verhouding tussen de dialectica en de retorica. In sommige hedendaagse publicaties wordt ernaar gestreefd de historisch gegroeide kloof tussen beide disciplines te overbruggen door dialectische en retorische inzichten te verenigen in een overkoepelend argumentatietheoretisch perspectief. Het onderhavige onderzoek concentreert zich vanuit een pragmadialectische invalshoek op de problematiek van de intersubjectiviteit die in de integratie een belangrijke rol speelt.
Paul van den Hoven
|
|