Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 16
(1994)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Taalbeheersing– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 296]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zoeken in een register
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 InleidingHet register van een boek is een van de belangrijkste toegangen tot de inhoud ervan. Wie een boek niet van voor naar achter wil lezen, maar er iets in wil opzoeken, zal dikwijls beginnen met het raadplegen van het register. Vooral in boeken met een documentatiekarakter, zoals naslagwerken en handleidingen, is een register van belang. Welke factoren bepalen de kwaliteit van een register? We kunnen een onderscheid maken naar inhoudelijke en typografische factoren (zie o.a. Chicago Manual of Style, 1982; Hazelaar & Steehouder 1993). Bij de inhoudelijke factoren gaat het om de keuze van de trefwoorden: het aantal trefwoorden, het aantal synoniemen en onderlinge verwijzingen, de mate van detail, enzovoort. Belangrijke typografische variabelen zijn onder meer
In het experiment dat we hier beschrijven staat de plaatsing van de paginanummers centraal. Het bouwt voort op een experiment van Burnhill, Hartley & Davies (1977). In dat experiment werden drie methoden voor de plaatsing van paginanummers onderscheiden:
In de NEN-norm voor registers wordt de linkslijnende variant aanbevolen (aanbeveling 8.8). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Figuur 1: Linkslijnende typografie
Figuur 2: Rechtslijnende typografie
Figuur 3: Doorlopende typografie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De subtrefwoorden mogen volgens deze norm zowel op een eigen regel worden geplaatst als, ter besparing van ruimte, achter elkaar (onze ‘doorlopende’ variant; aanbeveling 8.5).
Burnhill e.a. (1977) vonden geen verschillen in de accuratesse en de snelheid waarmee hun proefpersonen (elf- en twaalfjarige scholieren) de paginanummers konden omcirkelen die bij de trefwoorden hoorden die ze op een afzonderlijke lijst kregen aangeboden. Dit resultaat gold zowel voor hoofdingangen als voor subingangen. De conclusie van Burnhill e.a. is dat de plaats van de paginanummers (althans wat betreft de onderzochte varianten) voor de lezer geen verschil maakt. Bij het ontwerp van een register kunnen daarom naar hun oordeel produktietechnische argumenten de doorslag geven. Zij adviseren om te kiezen voor een doorlopende typografie, omdat (1) rechtslijnend lastig is als de tekst getypt moet wordenGa naar eind2, en (2) een doorlopend register ruimte bespaart. Het is de vraag in hoeverre de resultaten van Bumhill e.a. generaliseerbaar zijn. Aangenomen mag worden dat elf- en twaalfjarige scholieren nog maar zelden met het fenomeen register te maken hebben gehad; het is niet onaannemelijk dat hun gedrag afwijkt van dat van volwassen gebruikers. Daarnaast is het onderzoek van Burnhill e.a. uitgevoerd met een getypt register met een regelafstand van 1,5. Dat wijkt nogal af van de vormgeving van een doorsnee-register. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 MethodeMateriaal Als basis voor de experimentele registers gebruikten we het register van Werken met WordPerfect 5.1 NL (Stewart 1991). Van dit register maakten we drie versies: rechtslijnend, linkslijnend en doorlopend (fragmenten zijn afgebeeld in figuur 1, 2 en 3). De registers werden afgedrukt op A4-formaat in twee kolommen per pagina. De rechtslijnende en de linkslijnende versie besloegen in totaal 15 pagina's; de doorlopende typografie verkortte de lengte tot 11 pagina's. Uit het register werden 158 termen gekozen, 50% hoofdingangen en 50% subingangen. Deze termen werden afgedrukt in een invullijst met een kolom ernaast waarin de proefpersonen het bijbehorende paginanummer konden invullen (zie figuur 4). De volgorde van de termen was willekeurig.
Figuur 4: Deel van de invullijst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Proefpersonen Proefpersonen waren 93 eerstejaars studenten Letteren aan de Universiteit Utrecht die deelnamen aan het college Inleiding Communicatiekunde.
Procedure De proefpersonen ontvingen ieder één versie van het register en de invullijst. Hun werd gevraagd de trefwoorden van de invullijst op te zoeken in het register en het bijbehorende paginanummer in te vullen op de lijst. Ze kregen daarvoor tien minuten de tijd, en er werd gevraagd om zo snel mogelijk te werken. Na tien minuten werd de proefpersonen gevraagd te stoppen en werden de ingevulde lijsten ingenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 ResultatenZoeksnelheid Allereerst werd nagegaan hoeveel paginanummers de proefpersonen hadden ingevuld: een maat voor de snelheid waarmee trefwoorden gezocht kunnen worden. De resultaten zijn weergegeven in tabel 1.
Tabel 1: Aantal opgezochte zoektermen
Het verband tussen de typografie-condities en het aantal opgezochte trefwoorden was significant (df=2; F=7.3; p<0.01). Het verschil tussen linkslijnend en rechtslijnend is niet significant, maar beide verschillen significant van doorlopend (t-test tweezijdig, p<0.1 in beide gevallen).
Accuratesse Nagegaan is hoeveel fouten de proefpersonen hadden gemaakt. De resultaten zijn te vinden in tabel 2. Eén soort fout is buiten beschouwing gelaten: de klaarblijkelijke verschrijving, bijvoorbeeld als een proefpersoon 436 in plaats van 463 opschreef. Dit kwam overigens slechts drie maal voor.
Tabel 2: Aantal fout ingevulde paginanummers
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het verband tussen de drie typografie-condities en het aantal fouten bleek significant (df=2; F=4.32; p<.05). Het verschil tussen linkslijnend en rechtslijnend is significant (t-toets, tweezijdig, p<0.01), maar dat tussen linkslijnend en doorlopend niet, evenmin als het verschil tussen rechtslijnend en doorlopend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 DiscussieAnders dan bij Bumhill e.a. laat ons onderzoek zien dat de plaats van het paginanummer ten opzichte van het trefwoord invloed heeft op de snelheid waarmee gebruikers van een index het paginanummer kunnen vinden. Het blijkt dat bij de doorlopende typografie de snelheid groter is dan bij de rechtslijnende en linkslijnende typografie, terwijl die onderling niet significant verschillen. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor dit verschil. In de eerste plaats kan de snelheid vergroot zijn doordat de doorlopende variant 4 pagina's korter was dan de twee andere: er hoefden dus al met al minder pagina's omgeslagen te worden. Het is niet mogelijk het mogelijke effect daarvan te becijferen, omdat er grote verschillen zijn in de manier waarop er gebladerd wordt (van voor naar achter, van achter naar voor, meerdere pagina's tegelijk, enz.) Een andere verklaring voor de grotere snelheid bij de doorlopende variant is dat lezers niet voortdurend gebruik maken van de alfabetische ordening om het gezochte trefwoord te lokaliseren. Ze gebruiken die ordening wel om het hoofdtrefwoord te lokaliseren, maar laten vervolgens de blik van boven naar beneden over de subingangen glijden (scannen) totdat het oog op het gezochte woord valt. Dat de te scannen afstand bij de doorlopende variant aanmerkelijk korter is dan bij de andere varianten verklaart waarom het paginanummer daar sneller gevonden kan worden.Ga naar eind3 Deze verklaring komt erop neer dat gebruikers van een register de alfabetische ordening alleen zouden gebruiken om grofweg vast te stellen waar het gezochte woord zich ongeveer moet bevinden, om daarna een deel van het register verder af te tasten. Als dat zo is, verklaart het ook waarom Hartley, Davies & Burnhill (1981) geen verschil in zoeksnelheid vonden tussen de woord-voor-woord en letter-voor-letter-ordening (zie noot 1). Eventuele verschillen zouden ook daar veroorzaakt worden door volgordeverschillen op ‘lokaal niveau’. Als de ordeningssystematiek op dat niveau niet gebruikt wordt bij het lokaliseren van het (sub-)trefwoord, duidt dat op een scannende leestechniek.
Wat betreft de accuratesse kan geconcludeerd worden dat de linkslijnende typografie leidt tot significant minder fouten dan de beide andere. Het verschil met de rechtslijnende variant is hier mede te verklaren door het verschijnsel regelverwisseling: de lezer ‘buigt’ dan tussen trefwoord en paginanummer naar boven of beneden af. Uit een foutenanalyse bleek dat 13% van de fouten in de rechtslijnende conditie hieraan te wijten was: de proefpersoon vulde het paginanummer in dat één regel hoger of lager stond. In de twee andere condities kwam dit niet voor. Aan de resultaten voor wat betreft de accuratesse mogen overigens niet veel conclusies worden vastgeknoopt. Het totaal aantal fouten was niet meer dan ongeveer 2%, hoewel de proefpersonen was gevraagd zo snel mogelijk te zoeken.
De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat trefwoorden in de doorlopende typografie sneller gevonden worden dan in de beide andere, terwijl geen verschil in accuratesse optreedt. Dit resultaat, gevoegd bij de ruimtewinst die deze typografie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oplevert, is aanleiding om aan deze typografie de voorkeur te geven. Met dit onderzoek is de zaak echter nog niet in alle opzichten beslisbaar. Er is gewerkt met een register met twee niveaus. Het is echter ook mogelijk om alle ingangen op één niveau te plaatsen (met herhaling van hoofdwoord), zoals in figuur 5. Gezien de resultaten van dit experiment is echter niet te verwachten dat hier verschillen optreden.
Figuur 5: Register in twee niveaus (links) of met één niveau (rechts)
Onduidelijk is verder aan welke opmaak lezers de voorkeur geven. Zelfs al blijkt de doorlopende variant het meest efficiënt, dan nog zou het effect in de praktijk tegen kunnen vallen als lezers/gebruikers zich ergeren aan de opmaak. Voor de praktische consequenties is ten slotte van belang dat we in dit experiment zijn uitgegaan van de situaties waarin de lezer al weet welke term hij zoekt; die stond immers in de invullijst. In de praktijk echter weet de lezer dikwijls niet, of niet zeker, welk trefwoord hij moet hebben om bepaalde informatie te vinden in bijvoorbeeld een handleiding. Het register moet hem dan ook helpen om op een goed trefwoord te komen (vgl. Steehouder 1994). Of in zulke situaties de typografie nog merkbaar van invloed is, en zo ja, of ook dan de doorlopende typografie optimaal is, is nog maar de vraag. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|