Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 12
(1990)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Taalbeheersing– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||||||
Verzwegen argumenten als probleem bij het schrijven van betogende teksten
| |||||||||||||||||||||||||
1 InleidingIn veel praktische en theoretische publikaties over argumenteren wordt aandacht besteed aan het probleem van verzwegen argumenten.Ga naar eindnoot1 In al deze publikaties gaat het om de vraag hoe een lezer (of luisteraar) op een verantwoorde manier kan vaststellen wat het verzwegen argument in het betoog van de schrijver (of spreker) is. Hoe een schrijver ervoor kan zorgen dat de lezer zo goed mogelijk in staat gesteld wordt om tot een correcte aanvulling van verzwegen argumenten te komen, wordt, voor zover wij weten, nergens besproken. In dit artikel zullen wij een aanzet geven tot het ontwikkelen van een presentatie-strategie voor verzwegen argumenten. Daartoe zullen wij eerst een beschrijving geven van de verschillende soorten problemen waar schrijvers hun lezers voor kunnen stellen wanneer zij onderdelen van hun argumentatie impliciet laten. Vervolgens zullen wij aangeven welke middelen de schrijver ter beschikking staan om dergelijke problemen zo veel mogelijk te voorkomen. | |||||||||||||||||||||||||
2 Verzwegen argumenten vanuit het perspectief van de schrijverHet is een heel normaal verschijnsel dat onderdelen van de argumentatie in een betoog impliciet blijven. Schrijvers laten in het algemeen die elementen weg waarvan ze aannemen dat ze vanzelf spreken. In de praktijk leveren verzwegen argumenten in veel gevallen dan ook geen problemen op. Dat schrijvers in de praktijk weinig moeilijkheden ervaren met verzwegen argumenten wil echter niet zeggen dat zij verzwegen argumenten ook op een adequate manier presenteren.Ga naar eindnoot2 Schrijvers kunnen ten onrechte aannemen dat een bepaalde uitspraak vanzelf spreekt voor hun lezer of onvoldoende aanwijzingen verschaffen om de lezer tot de bedoelde aanvulling van die verzwegen uitspraak te laten komen. Om schrijvers hulp te bieden bij het op een adequate manier presenteren van verzwegen argumenten, zouden er daarom net als voor het aanvullen van verzwegen argumenten ook richtlijnen opgesteld moeten worden voor de manier waarop schrijvers met verzwegen argumenten dienen om te gaan. Richtlijnen voor het gebruik van verzwegen argumenten zijn alleen nuttig als ze concreet en systematisch zijn. Aan algemene adviezen als ‘Wees niet te expliciet, maar ook niet te impliciet’ heeft een schrijver weinig. Wil hij op een verantwoorde manier beslissingen kunnen nemen over de verzwegen argumenten in zijn tekst, dan moet hij op een | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||||||
systematische manier na kunnen gaan in welke gevallen het verzwijgen van een bepaald onderdeel van zijn argumentatie problemen zou kunnen opleveren voor de lezer. Om systematische en verantwoorde richtlijnen te kunnen ontwikkelen, kan het beste worden uitgegaan van een (ideale) lezer die met een specifiek doel volgens een welomschreven procedure tot een aanvulling van verzwegen argumenten komt. Wij zullen bij het ontwikkelen van richtlijnen voor het presenteren van verzwegen argumenten uitgaan van de pragma-dialectische procedure voor het aanvullen van verzwegen argumenten, aangezien deze procedure het meest uitgewerkt is.Ga naar eindnoot3 De pragma-dialectische procedure voor het aanvullen van verzwegen argumenten maakt onderdeel uit van de procedure voor het analyseren van betogende teksten. De analyse is erop gericht een betogende tekst zo te reconstrueren dat tekstelementen die relevant zijn voor het oplossen van een verschil van mening op een duidelijke en overzichtelijke manier worden weergegeven in een zogenaamd analytisch overzicht. Aan de hand van het analytisch overzicht beoordeelt de analysator vervolgens de argumentatie. Omdat bij een adequate beoordeling ook de verzwegen argumenten betrokken moeten worden, worden ze in het analytisch overzicht expliciet gemaakt. Het analytisch overzicht speelt ook een belangrijke rol bij het schrijven van een betogende tekst. In dat geval fungeert het als uitgangspunt voor de te schrijven tekst. De schrijver moet verschillende bewerkingen uitvoeren op het analytisch overzicht, om een complete, begrijpelijke en aanvaardbare tekst te krijgen.Ga naar eindnoot4 Om de tekst zo begrijpelijk mogelijk te doen zijn, moet de schrijver kiezen voor een presentatie die het de lezer mogelijk maakt de informatie uit het analytisch overzicht zonder al te veel moeite op een correcte wijze uit de tekst te halen. Om goed te kunnen begrijpen wat de argumentatie van de spreker inhoudt, moet de lezer ook in staat zijn de verzwegen argumenten in die argumentatie te expliciteren. De schrijver moet zijn argumentatie daarom zo presenteren dat de lezer in staat gesteld wordt dit op een correcte wijze te doen. Als de schrijver een kritische discussie wil voeren die gericht is op het oplossen van een verschil van mening, mag ervan uitgegaan worden dat hij er belang bij heeft dat de lezer tot de juiste aanvulling komt van de verzwegen argumenten in de tekst. Alleen dan is het immers mogelijk dat de lezer tot een afgewogen oordeel komt over de kwaliteit van de argumentatie die de schrijver ook werkelijk naar voren wilde brengen. Om te kunnen kiezen voor een bepaalde presentatie van de argumentatie, moet de schrijver eerst aan de hand van het analytisch overzicht nagaan waar er begrijpelijkheidsproblemen zouden kunnen ontstaan wanneer er onderdelen weggelaten zouden worden. Vervolgens moet hij zijn argumentatie zo presenteren dat dergelijke problemen zo veel mogelijk voorkomen worden. | |||||||||||||||||||||||||
3 Begrijpelijkheidsproblemen met verzwegen argumentenDe problemen waarmee een analysator geconfronteerd kan worden bij het aanvullen van verzwegen argumenten, hebben te maken met de laatste stap in de afleidingsprocedure: het vinden van het pragmatisch optimum. De eerste stap in de afleidingsprocedure houdt in dat de argumentatie aangevuld wordt met een uitspraak die de argumentatie logisch geldig maakt. Deze uitspraak wordt het logisch minimum genoemd. Met dit logisch minimum als uitgangspunt moet vervolgens gezocht worden naar alternatieve aanvullingen die de redenering eveneens geldig maken, maar informatiever zijn. Uit deze mogelijke aanvullingen moet tenslotte de meest informatieve uitspraak gekozen worden die tot de | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||||
gebondenheden van de schrijver behoort: het verzwegen argument of pragmatisch optimum. Hoe deze keuze uitvalt, hangt voor een groot deel af van contextuele informatie.Ga naar eindnoot5 Het logisch minimum wordt gevormd door een ‘als ... dan ...’-uitspraak waarin na ‘als’ het argument wordt ingevuld en na ‘dan’ het standpunt. Zo is in de argumentatie: ‘Jan is stoer, want hij is een jongen’ het logisch minimum: ‘Als Jan een jongen is, dan is hij stoer’. Het aanvullen van het logisch minimum maakt de argumentatie weliswaar geldig, maar het logisch minimum is geen informatieve uitspraak. Het voegt in pragmatisch opzicht niets nieuws toe aan de argumentatie. In feite geeft het logisch minimum niet meer aan dan tot het standpunt geconcludeerd kan worden op grond van het argument. Om dergelijke overbodige toevoegingen te vermijden, moet uit de mogelijke uitspraken waaraan de schrijver gebonden is die uitspraak gekozen worden die het meest informatief is. Om informatievere uitspraken te vinden dan het logisch minimum moeten er meestal termen uit de ‘als ... dan ...’-uitspraak veralgemeniseerd worden. Zo zou in ons voorbeeld, tenminste bij afwezigheid van specifiekere contextuele informatie, de term ‘Jan’ vervangen moeten worden door de algemenere term ‘iemand’. Het pragmatisch optimum zou dan zijn: ‘Als iemand een jongen is dan is hij stoer, ofwel ‘(alle) jongens zijn stoer’. Op grond van de tekst kan de schrijver in ieder geval gehouden worden aan deze aanvulling van het verzwegen argument. Er zijn natuurlijk ook andere aanvullingen denkbaar, maar om te kunnen besluiten dat één van die aanvullingen de voorkeur verdient, is extra contextuele informatie nodig. Als de schrijver van ons voorbeeld een algemenere uitspraak op het oog heeft dan ‘Jongens zijn stoer’, bijvoorbeeld ‘Personen van het mannelijk geslacht zijn stoer’, dan moet hij in zijn presentatie laten uitkomen dat het hem niet alleen om jongens gaat, maar om mannen in het algemeen. Anders zal het pragmatisch optimum waar de analysator op uitkomt niet overeenkomen met het pragmatisch optimum dat de schrijver op het oog had.
In theorie kunnen zich bij elk van de drie stappen in de afleidingsprocedure problemen voordoen. De eerste stap, het vinden van een logisch minimum, zal echter in de praktijk zelden of nooit moeilijk zijn. Ook het vinden van informatievere uitspraken die de redenering geldig maken, is in de meeste gevallen mogelijk. De problemen ontstaan met name bij de laatste stap: het kiezen van die uitspraak die het meest informatief is van alle mogelijke aanvullingen en die tegelijkertijd gerekend kan worden tot de gebondenheden van de schrijver. Welke problemen kunnen zich als gevolg van een niet-adequate presentatie voordoen bij deze laatste stap? Ten eerste kan de schrijver zo weinig aanwijzingen gegeven hebben dat de lezer helemaal niet in staat is een pragmatisch optimum te vinden dat informatiever is dan het logisch minimum. Ten tweede kan het zijn dat de lezer uitkomt op een ander pragmatisch optimum dan de schrijver bedoelde. Aan de hand van een aantal voorbeelden zullen we beide soorten problemen toelichten. | |||||||||||||||||||||||||
3.1 Het pragmatisch optimum is niet te achterhalenDe problemen in deze categorie kunnen variëren van de onmogelijkheid een kandidaat voor het pragmatisch optimum te vinden tot de onmogelijkheid een keuze te maken uit een aantal verschillende mogelijkheden voor het pragmatisch optimum. Van het eerste geval is sprake als het niet mogelijk is een uitspraak te vinden die informatief genoeg is en tegelijkertijd tot de gebondenheden van de schrijver behoort. Een | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||||
voorbeeld hiervan komt voor in het volgende gesprek. Een man en een vrouw zitten op een terras. De zon schijnt, maar even daarvoor heeft het geregend.
Het logisch minimum in de argumentatie van de man is: ‘Als de auto nog niet droog is, dan kunnen we niet weggaan’. Maar wat is het pragmatisch optimum? Natuurlijk zijn er wel informatievere alternatieven voor het logisch minimum te bedenken, zoals ‘Met een natte auto kun je niet rijden’ of ‘Een natte auto kun je niet in de was zetten’. Geen van beide alternatieven komt echter in aanmerking als pragmatisch optimum. Het eerste alternatief lijkt in strijd te zijn met kennis van de wereld en voor het tweede ontbreekt elke contextuele aanwijzing. Beide uitspraken kunnen dus niet tot de gebondenheden van de spreker gerekend worden. Omdat er ook geen andere kandidaten voor het pragmatisch optimum lijken te zijn, heeft de analysator in dit geval geen andere keus dan het logisch minimum op te vatten als het verzwegen argument. Soms is het probleem niet dat er geen enkele uitspraak in aanmerking komt voor het pragmatisch optimum, maar is de moeilijkheid juist dat er teveel mogelijkheden zijn, terwijl tekst en context te weinig aanknopingspunten bieden om een verantwoorde keuze tussen deze mogelijkheden te maken. Dit probleem doet zich voor in het volgende voorbeeld uit een televisiereclame voor Bonzohondevoer. Een gezin, bestaande uit een man, een vrouw, een jongetje en een meisje, zit aan het avondeten. Er ligt een hond naast de stoel van het jongetje. Het jongetje vraagt:
Vader zegt: ‘Dit is nu een mooie vraag voor het Bonzo-voedingscentrum’ en daarna verschijnt er iemand van dat voedingscentrum in beeld, die uitlegt waarom honden Bonzo- hondebrokken moeten eten. Wanneer we de laatste vraag van het jongetje opvatten als argument voor het standpunt dat Bello met het gezin mee mag eten, dan is het logisch minimum in deze argumentatie: ‘Als Bello bij ons hoort, dan mag hij met ons mee eten’. Informatievere uitspraken die de redenering eveneens geldig maken, kunnen worden gevonden door termen te generaliseren. In principe komen hiervoor verschillende termen in aanmerking: ‘Bello’, ‘ons’ en ‘eten’. Ieder van deze termen kan op verschillende manieren gegeneraliseerd worden. Daarom zijn in theorie de volgende informatievere aanvullingen mogelijk:
Van een aantal van deze uitspraken is het duidelijk dat ze weliswaar informatiever zijn dan het logisch minimum, maar dat ze niet tot de gebondenheden van de spreker kunnen | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||||||||||||||
behoren. Dat geldt bijvoorbeeld voor mogelijkheid d. Op grond van kennis van de wereld lijkt het immers onaannemelijk dat het jongetje voor zijn rekening zou willen nemen dat zijn argumentatie ook geldt voor bijvoorbeeld de auto van het gezin of de boekenkast. Het is echter niet eenvoudig om uit de alternatieve aanvullingen die niet direct in strijd zijn met kennis van de wereld het pragmatisch optimum te kiezen. Het is namelijk niet goed te verantwoorden waarom de ene generalisatie de voorkeur zou verdienen boven de andere. Daarom rest de analysator ook hier weinig anders dan te volstaan met het logisch minimum.Ga naar eindnoot6 | |||||||||||||||||||||||||
3.2 Het pragmatisch optimum wijkt af van wat de schrijver bedoeldeWanneer er op een correcte wijze een pragmatisch optimum wordt aangevuld dat desondanks afwijkt van hetgeen de schrijver bedoelde, is er strikt genomen geen sprake van een probleem voor de analysator. Het is immers niet de taak van de analysator om na te gaan wat de schrijver werkelijk in zijn hoofd had als verzwegen argument.Ga naar eindnoot7 Hij hoeft alleen vast te stellen waar de schrijver aan gebonden is op grond van de tekst en de context. Voor de schrijver is er wel sprake van een probleem: hem wordt een argument toegeschreven waaraan hij op grond van zijn tekst weliswaar gehouden kan worden, maar waar hij niet aan gebonden wil zijn. We zullen hier twee soorten gevallen bespreken. Een eerste mogelijkheid is dat de analysator een verzwegen argument aanvult dat een geheel andere inhoud heeft dan de schrijver voor ogen stond. Een tweede mogelijkheid is dat de analysator een verzwegen argument aanvult dat wel enigszins lijkt op het bedoelde verzwegen argument, maar toch verstrekkender is dan hetgeen de schrijver voor ogen stond. Van een verstrekkender aanvulling is bijvoorbeeld sprake wanneer de analysator een generalisatie toepast op het logisch minimum die verder gaat dan de schrijver bedoelde. Hoe dit in zijn werk kan gaan, laten we zien aan de hand van het volgende voorbeeld:
Zonder nadere contextuele informatie lijkt de schrijver gebonden te zijn aan het pragmatisch optimum: ‘Getrouwde mensen gaan minder gauw vreemd dan ongetrouwden’. Het kan zijn dat de schrijver bij zijn argumentatie van een minder verstrekkende uitspraak is uitgegaan, zoals: ‘Getrouwde vrouwen gaan niet gauw vreemd’. Of nog specifieker: ‘Als Hanneke getrouwd is, zal ze niet zo gauw meer vreemd gaan’, bijvoorbeeld omdat de schrijver weet dat voor Hanneke het huwelijk heilig is. Als de schrijver wil dat de lezer zo'n specifiekere uitspraak aanvult, dan moet hij dit in zijn presentatie laten uitkomen. Het tweede geval, waarin de analysator een heel ander verzwegen argument aanvult dan de schrijver bedoelde, heeft niet te maken met verkeerde generalisaties. Het gaat hierbij om gevallen van dubbelzinnigheid: op grond van de tekst zijn er volstrekt verschillende interpretaties mogelijk. Het kan zijn dat de lezer deze dubbelzinnigheid opmerkt (in dat geval is er ook voor hem een probleem), maar het kan ook zijn dat hij maar één van de mogelijke interpretaties ziet en misschien niet de interpretatie die de schrijver op het oog had. In het volgende voorbeeld van een gesprek tussen een man en een vrouw die elkaar pas hebben leren kennen, blijkt er sprake te zijn van een dergelijke dubbelzinnigheid. Omdat de vrouw hier direct kan reageren, komt het misverstand aan het licht, en kan de man opheldering geven over zijn bedoelingen: | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
4 Naar een strategie voor het presenteren van verzwegen argumentenKort samengevat moet de schrijver rekening houden met twee typen problemen voor de lezer met de verzwegen argumenten in zijn tekst. De lezer kan onvoldoende aanknopingspunten hebben om te achterhalen wat het bedoelde pragmatisch optimum is of hij kan door een ongelukkige presentatie op het verkeerde been worden gezet. Een strategie voor het gebruik van verzwegen argumenten moet duidelijk maken hoe een schrijver op een systematische manier kan nagaan of dergelijke problemen op kunnen treden en wat hij kan doen om te voorkomen dat die problemen zich zullen voordoen. Bij het controleren van de begrijpelijkheid van verzwegen argumenten kan de schrijver het beste uitgaan van het analytisch overzicht van de tekst die hij wil gaan (her)schrijven. In dit analytisch overzicht zijn alle argumenten expliciet weergegeven en daarom moet de schrijver zich bij elke enkelvoudige argumentatie afvragen of hij onderdelen impliciet zal laten of niet.Ga naar eindnoot8 Om overbodigheid te voorkomen, zou een schrijver alleen moeten besluiten een argument expliciet te laten als daar goede redenen voor zijn.Ga naar eindnoot9 Een goede reden is als er problemen dreigen te ontstaan als hij het argument impliciet laat die niet op een andere manier te ondervangen zijn dan door het verzwegen argument expliciet te geven. Om na te gaan of dit het geval is, moet hij eerst zelf proberen of het mogelijk is de argumenten die hij van plan is te verzwijgen zonder al te veel moeite aan te vullen. Aan het schrijven gaat dus een analyse vooraf. Bij deze analyse kan de schrijver gebruik maken van zijn kennis van de soorten problemen die bij het aanvullen van verzwegen argumenten kunnen optreden. Dit kan hij op een ordelijke manier doen door achtereenvolgens de volgende vragen langs te lopen, die elk corresponderen met een specifiek begrijpelijkheidsprobleem:
Als het antwoord op één van deze vragen bevestigend is, dan is er sprake van een begrijpelijkheidsprobleem en moet de schrijver nagaan hoe hij dit het beste kan voorkomen. Om een indruk te geven van het soort middelen dat de schrijver kan aanwenden om dergelijke problemen te voorkomen, zullen we voor elk van de hiervoor behandelde problematische gevallen aangeven hoe de schrijver zijn presentatie zou kunnen verbeteren. Hiermee willen we overigens niet de indruk wekken dat er geen andere manieren zouden zijn om de problemen waar het om gaat op te lossen. Ook zal de opsomming van mogelijke middelen zeker niet uitputtend zijn. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 305]
| |||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld (1) diende ter illustratie van het probleem dat de analysator geen pragmatisch optimum kan formuleren dat informatiever is dan het logisch minimum. In het voorbeeld voert een man ter ondersteuning van zijn standpunt dat hij en zijn vrouw niet weg kunnen gaan, het argument aan dat de auto nog niet droog is. Om aan te kunnen geven hoe de presentatie in dit geval verduidelijkt kan worden, gaan we uit van een specifieke situatie, bijvoorbeeld dat man en vrouw op het punt staan om de auto in de was te gaan zetten. Om zijn argumentatie voor een buitenstaander begrijpelijk te maken, zou de man deze contextuele informatie op de één of andere manier aan zijn argumentatie moeten toevoegen. Hij zou de informatie bijvoorbeeld in zijn standpunt kunnen opnemen:
Een andere mogelijkheid is het pragmatisch optimum expliciet te noemen:
In voorbeeld (2) was het probleem dat de analysator geen verantwoorde keuze kan maken tussen verschillende mogelijke generalisaties van het logisch minimum. Het standpunt van het jongetje was dat Bello mee mag eten, omdat hij ‘bij ons’ hoort. Het probleem met het verzwegen argument in deze argumentatie kan opgelost worden door de wat vage formulering ‘bij ons horen’ te preciseren:
Als de schrijver voor deze presentatie kiest, zal het de lezer weinig moeite kosten om bij het (waarschijnlijk bedoelde) pragmatisch optimum uit te komen dat gezinsleden mee mogen eten met de rest van het gezin. Aan de hand van voorbeeld (3) werd duidelijk gemaakt dat de lezer op grond van de presentatie soms tot een verstrekkender invulling van het verzwegen argument komt dan de schrijver heeft bedoeld. In dit voorbeeld wordt voor het standpunt dat Hanneke niet zo gauw meer vreemd zal gaan, als argument aangevoerd dat ze nu getrouwd is. Wanneer we ervan uitgaan dat de schrijver het pragmatisch optimum ‘Getrouwde vrouwen gaan niet gauw vreemd’ in zijn hoofd had, dan zou hij dit op de volgende manieren kunnen duidelijk maken:
In (3a) is het predikaat ‘getrouwd zijn’ vervangen door de beperktere omschrijving ‘een getrouwde vrouw zijn’. In (3b) is het pragmatisch optimum expliciet gemaakt. Als de schrijver in zijn argumentatie uit is gegaan van het nog specifiekere pragmatisch optimum ‘Als Hanneke getrouwd is, zal ze niet zo gauw meer vreemd gaan’, omdat hij weet dat voor Hanneke het huwelijk heilig is, dan moet hij deze contextuele informatie in zijn argumentatie opnemen. Dit kan hij bijvoorbeeld doen door aan het argument dat Hanneke getrouwd is een extra argument toe te voegen: | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 306]
| |||||||||||||||||||||||||
In voorbeeld (4) waren er als gevolg van een dubbelzinnige presentatie twee verschillende mogelijkheden voor het pragmatisch optimum. De man raadde zijn vriendin af om op zijn verjaardag te komen omdat zijn moeder er zou zijn en wilde daarmee laten blijken dat hij liever niet had dat zijn vriendin zijn moeder zou zien, omdat hij zich voor zijn moeder schaamde. Zijn vriendin leidde echter uit zijn woorden af dat hij wilde voorkomen dat zijn moeder haar zou ontmoeten. De man zou dit probleem kunnen voorkomen door extra informatie te geven waaruit blijkt dat deze laatste lezing uitgesloten is:
Uit deze bespreking van voorbeelden blijkt dat er in ieder geval drie soorten middelen zijn waarmee een schrijver begrijpelijkheidsproblemen met verzwegen argumenten kan proberen te voorkomen. Hij kan de formulering van het expliciet gegeven argument preciseren (2a en 3a). Hij kan extra contextuele informatie toevoegen, bijvoorbeeld aan het standpunt of in de vorm van een extra argument (1a, 3c en 4a). Een derde mogelijkheid is dat hij het pragmatisch optimum expliciet maakt (1b, 3b). | |||||||||||||||||||||||||
5 SlotHet zal duidelijk zijn dat de hier gegeven inventarisatie van problemen bij het presenteren van verzwegen argumenten en middelen om dergelijke problemen te voorkomen nog geen complete strategie voor het presenteren van verzwegen argumenten oplevert. Daarvoor is nog veel onderzoek nodig. In de eerste plaats moet nagegaan worden welke andere middelen voor een duidelijke presentatie naast de hier genoemde de schrijver ter beschikking staan. In de tweede plaats is het van belang meer zicht te krijgen op de overwegingen die een rol spelen bij de keuze voor een bepaald middel. Alleen als duidelijk is hoe de schrijver in een concreet geval kan uitmaken welke middelen in principe in aanmerking komen en hoe hij op een verantwoorde manier een keuze kan maken uit de verschillende mogelijkheden kan er sprake zijn van een bruikbare strategie voor het presenteren van verzwegen argumenten. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 307]
| |||||||||||||||||||||||||
Literatuur
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 308]
| |||||||||||||||||||||||||
|
|