Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 12
(1990)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Taalbeheersing– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 290]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schrijven op basis van een argumentatiestructuur
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 Inleiding‘Op school leer je lezen en nog een paar dingetjes’, schreef Theo Thijssen. Daarmee benadrukte hij hoeveel belang hij hechtte aan leesvaardigheid. Als je de Nederlandstalige publikaties op het gebied van de argumentatieleer bekijkt, zou je haast zeggen dat het motto van veel auteurs zou kunnen zijn: ‘Door argumentatie-onderwijs leer je analyseren en nog een paar dingetjes’. In de meeste praktisch georiënteerde publikaties staat de behandeling van argumentatiestructuren, argumentatieschema's, et cetera, immers voornamelijk in dienst van het analyseren van betogende teksten. Maar het feit dat de nadruk tot nu toe vooral lag op de ‘receptieve’ argumenteervaardigheden heeft niet zozeer te maken met een toevallige, collectieve voorkeur, als wel met een noodzakelijke ontwikkeling van het vakgebied. In de pragmadialectische benadering van argumentatie is in eerste instantie aandacht besteed aan het opstellen van een ideaalmodel voor kritische discussies, en aan de wijze waarop een verantwoorde dialectische analyse van een discussie kan worden uitgevoerd. Pas nu de filosofische, theoretische en analytische component van het Amsterdamse onderzoeksprogramma voldoende uitgewerkt zijn, is de tijd rijp om na te gaan of de pragma-dialectische argumentatietheorie ook aanknopingspunten biedt om de vaardigheid in het schrijven van betogen te vergroten.Ga naar eindnoot1 Naar onze mening is dit zeker het geval. In dit artikel zullen we een aantal richtlijnen voor het schrijven van betogen bespreken die geformuleerd zijn op basis van pragma- dialectische inzichten. Omdat de pragma-dialectische argumentatietheorie ‘betogen in het algemeen’ betreft, zijn de daaruit afgeleide richtlijnen eveneens van toepassing op het schrijven van betogen in het algemeen. Het zou daarnaast zinvol zijn om na te gaan hoe met deze benadering als uitgangspunt ook meer specifieke eisen en richtlijnen geformuleerd kunnen worden voor specifieke betoogtypes, zoals beleidsteksten of recensies. In dit artikel zullen wij ons echter beperken tot ‘betogen in het algemeen’.Ga naar eindnoot2 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Een schrijfproces voor betogenHet doel van schrijfonderwijs is altijd tweeledig: de student moet leren om een adequaat schrijfprodukt af te leveren en om het schrijfproces zo efficiënt mogelijk te doorlopen. Om een schrijfmethode te kunnen ontwikkelen die aan deze twee doelstellingen beantwoordt, moet allereerst duidelijk zijn wat de eisen zijn die gesteld worden aan de tekst. Het ideaalmodel voor kritische discussies en de discussieregels die door Van Eemeren en Grootendorst (1982) zijn opgesteld, bieden een aantal aanknopingspunten voor het formuleren van de eisen waaraan betogen moeten voldoen, en vooral ook voor het ver- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
antwoorden van die eisen. Betogen moeten echter ook aan eisen voldoen die niet uit de discussieregels en het model zijn af te leiden. Ze moeten bijvoorbeeld niet alleen in een begrijpelijke, maar ook aanvaardbare stijl geschreven zijn. Voor het formuleren en verantwoorden van dit soort eisen zijn pragmatische inzichten, resultaten van empirisch onderzoek, et cetera, van belang. Wat voor eisen kunnen wèl geformuleerd en verantwoord worden op basis van de pragma-dialectische argumentatietheorie? Het meest voor de hand liggend zijn de eisen die te maken hebben met de inhoudelijke aanvaardbaarheid van het betoog. Zo'n eis is bijvoorbeeld dat het betoog geen overtredingen van de discussieregels (drogredenen) bevat. Uit het pragma-dialectische ideaalmodel kunnen ook eisen voor de presentatie worden afgeleid. Wanneer een betoog bijvoorbeeld een reactie is op een betoog van iemand anders, en er is sprake van een gemengd verschil van mening, dan zal in de inleiding het standpunt en de argumentatie van de tegenstander (correct) moeten worden weergegeven. Het formuleren van eisen is uiteraard niet genoeg: er moeten ook richtlijnen geformuleerd worden voor de wijze waarop aan de eisen voldaan kan worden. Die richtlijnen kunnen het best geordend worden aan de hand van de verschillende fasen die een efficiënt schrijfproces omvat. Zo moet de richtlijn dat een tegengesteld standpunt van een discussiepartner correct in de inleiding moet worden weergegeven, uiteraard opgenomen worden in die fase van het schrijfproces, waarin de schrijver toe is aan het schrijven van de inleiding, en niet wanneer hij nog bezig is argumenten te zoeken of wanneer hij al aan de revisie van de tekst toe is. Hoe ziet het schrijfproces waarbinnen richtlijnen geordend moeten worden er uit voor het schrijven van betogen? In literatuur over schrijfvaardigheid wordt veel gebruik gemaakt van modellen van het schrijfproces. De status van deze modellen varieert nogal. Het model van Flower en Hayes is bijvoorbeeld een descriptief model. Andere auteurs gebruiken modellen die hiermee veel overeenkomsten vertonen als prescriptief model.Ga naar eindnoot3 Meestal worden in deze modellen vier fasen onderscheiden: de zoekfase, de ordeningsfase, de formuleringsfase en de revisiefase. Wij zullen hier een geïdealiseerd model van het schrijfproces hanteren. Dat betekent dat wij er niet van uit gaan dat het schrijfproces in werkelijkheid zo lineair verloopt of zou moeten verlopen. Het model is bedoeld om de verschillende deeltaken van het schrijfproces en de richtlijnen voor het uitvoeren daarvan op overzichtelijke wijze te rangschikken. In het onderstaande schema hebben wij naast een veelgebruikt model van het schrijfproces voor teksten in het algemeen, ons model van het schrijfproces voor betogen weergegeven. De vier fasen van het schrijfproces worden hierin nader ingevuld. Om de parallellie met het schrijfproces voor betogen te verduidelijken, is de ordeningsfase in het gangbare model gesplitst in ‘ordenen in schema’ (als onderdeel van het plannen) en ‘ordenen in de tekst’ (als onderdeel van het ‘eigenlijke schrijven’).
De eerste fase, het opstellen van een argumentatiestructuur, vormt een specifieke invulling van de zoekfase en de schematische ordeningsfase van het model voor het schrijven van teksten in het algemeen. Door het opstellen van een argumentatiestructuur kan het zoeken, ordenen en beoordelen van standpunten en argumenten op systematische wijze worden aangepakt. Hoe de argumentatiestructuur tot stand komt, doet overigens niet ter zake: de schrijver kan de structuur vooraf opstellen als plan voor zijn betoog, maar hij kan deze bijvoorbeeld ook destilleren uit een kladversie van zijn betoog, om deze vervolgens als basis te gebruiken voor een nieuwe versie. In de tweede fase wordt de argumentatiestructuur ‘omgezet’ in een tekst. De structuur | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moet daartoe een reeks bewerkingen ondergaan, die voorgesteld kunnen worden als ‘transformaties’, waarbij elementen toegevoegd, weggehaald, opnieuw geformuleerd en verplaatst worden, respectievelijk additie, deletie, substitutie en permutatie.Ga naar eindnoot4
Deze transformaties zijn het spiegelbeeld van de transformaties die bij een dialectische analyse uitgevoerd moeten worden om een argumentatiestructuur af te leiden uit een betoog. De schrijver van een betoog zal bijvoorbeeld vaak een verzwegen argument dat wel expliciet in de structuur is opgenomen, weglaten in de tekst (deletie), terwijl de analysator die een tekst analyseert verzwegen argumenten juist zal explicteren (additie). Het schrijven op basis van een argumentatiestructuur kan als volgt voorgesteld worden in een schema:
In de derde fase van het schrijfproces tenslotte wordt nagegaan in hoeverre de eerste versie van het betoog aan de eisen voldoet en welke transformaties eventueel ongedaan gemaakt of alsnog uitgevoerd moeten worden. In het vervolg van dit artikel zullen we voor elke fase in ons geïdealiseerde model van het schrijfproces voor betogen een aantal richtlijnen formuleren voor het uitvoeren van de deeltaken in die fase. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 Het opstellen van een argumentatiestructuurEen nuttige aanwijzing om het zoeken, selecteren en ordenen van argumenten aan te pakken, is om het schrijfproces te beginnen met het opstellen van een argumentatiestructuur. De schrijver wordt daarmee gedwongen zijn standpunt duidelijk te formuleren en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
systematisch de argumentatieve verbanden op een rijtje te zetten. Wij verwachten dat hierdoor het schrijfproces efficiënter kan verlopen. Een overzichtelijke planning van de inhoud van de tekst vormt immers een goed uitgangspunt voor de afwegingen op het gebied van de presentatie in de volgende fase van het schrijfproces. Deze werkwijze zal bovendien de kwaliteit van het uiteindelijke betoog ten goede kunnen komen, omdat bijvoorbeeld gemakkelijker kan worden nagegaan waar eventueel bepaalde stappen in redeneringen overgeslagen zijn en op welke plaatsen verdere ondersteuning of precisering nodig is. Het feit dat verzwegen argumenten in de structuur expliciet weergegeven worden, voorkomt dat de schrijver deze bij het beoordelen van de aanvaardbaarheid van argumenten over het hoofd ziet. Een aantal elementaire argumentatietheoretische inzichten zouden in deze eerste fase kunnen helpen om argumenten te vinden. Kennis van argumentatieschema's is natuurlijk van belang om de argumentatie te kunnen beoordelen, maar is wellicht ook nuttig bij het vinden van argumenten. Wanneer er in de structuur - in eerste instantie - bijvoorbeeld alleen maar oorzaak-gevolg-argumentatie voorkomt, zou de schrijver moeten nagaan of andere argumentatieschema's ideeën op kunnen leveren: is er een vergelijking mogelijk, of zijn er bepaalde kenmerkende eigenschappen die als argument gebruikt kunnen worden? Ook kennis over typen uitspraken en mogelijke ondersteuningen daarvan kan wellicht helpen argumenten te genereren. Feitelijke (sub)standpunten (‘Volgens mij heeft de smogconcentratie de vastgestelde norm overschreden’) kunnen alleen ondersteund worden met feitelijke argumenten, maar waarderende (‘Volgens mij is Frans Hals een overgewaardeerd schilder’) en sturende (sub)standpunten (‘Plastic tuinmeubelen die PVC bevatten moeten van overheidswege verboden worden’) kunnen zowel met feitelijke als waarderende argumenten ondersteund worden. Wanneer in een argumentatiestructuur bijvoorbeeld een sturend standpunt in eerste instantie alleen met feitelijke argumenten ondersteund is, kan worden nagegaan of er ook waarderende argumenten zijn waarmee het standpunt ondersteund kan worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 De argumentatiestructuur als uitgangspunt voor ordening en formulering van de tekstIn de tweede fase van het schrijfproces voor het schrijven van betogen, wordt de argumentatiestructuur omgezet in een tekst, die begrijpelijk en prettig leesbaar moet zijn voor het beoogde publiek. We zullen ons hier voornamelijk concentreren op richtlijnen die de begrijpelijkheid betreffen. Een betoog is begrijpelijk wanneer de argumentatiestructuur er zonder al te veel problemen uit af te leiden is. Dit betekent natuurlijk niet dat een lezer concrete activiteiten in die richting zal ontplooien, of zou moeten ontplooien, maar wèl dat hij moet kunnen doorzien welke uitspraak of uitspraken als standpunt fungeren en welke als argument voor dat standpunt, of als subargument voor een substandpunt. Om dit doel te bereiken voert de schrijver transformaties uit, of neemt bewust het besluit om bepaalde transformaties niet uit te voeren. Het is natuurlijk niet erg opzienbarend dat er tijdens het omzetten van de structuur naar een tekst elementen toegevoegd, weggehaald, opnieuw geformuleerd en verplaatst moeten worden. Dit zegt net zo weinig als het ‘advies’ dat een tekst een begin, een midden en een eind moet hebben. De vraag wàt er dan precies in de inleiding moet staan, of - in het geval van transormaties - wàt er dan bijvoorbeeld weggehaald moet worden of waarom bepaalde uitspraken opnieuw geformuleerd moeten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden, is daarmee nog niet beantwoord. En in een schrijfcursus is het juist van belang om concrete richtlijnen te geven. We zullen hieronder per transformatie voorbeelden geven van concrete invullingen die in de vorm van richtlijnen in een schrijfcursus opgenomen zouden kunnen worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• PermutatieTwee belangrijke problemen die zich voordoen bij het omzetten van de structuur in een tekst, zijn de plaatsing van het standpunt in de tekst en de volgorde waarin de argumenten gepresenteerd worden. In een argumentatiestructuur staat het standpunt altijd bovenaan. Ervan uitgaand dat het standpunt altijd in de tekst opgenomen moet worden, zijn er een aantal voor de hand liggende opties voor de plaatsing van het standpunt: in de inleiding, in de afsluiting of in beide. Omwille van de begrijpelijkheid is het aan te raden om geen permutatie toe te passen en het standpunt op te nemen aan het begin van de tekst. De lezer beschikt dan vanaf het begin over een kader om de strekking van de rest van de uitspraken in de tekst te interpreteren. In de afsluiting van langere teksten kan het standpunt eventueel herhaald worden (Zie: Additie). Een ander punt is de volgorde waarin de argumenten gepresenteerd worden. Laten we als voorbeeld de volgende structuur nemen:
Voor het presenteren van dit soort onderschikkende argumentatie is een vrij eenvoudig advies te geven: handhaaf de volgorde van de argumenten in de structuur. Het belang van dit advies wordt duidelijk wanneer we het onderstaande tekstje bekijken, waarin de volgorde van de structuur niet consequent is gehandhaafd: De historische bronnen uit de middeleeuwen zijn allemaal afkomstig van geestelijken. Het is | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daarom niet zo verwonderlijk dat de middeleeuwen moeilijk historisch zijn te bestuderen, want de bruikbare schriftelijke bronnen zijn nogal ‘gekleurd’. Het schrijfonderwijs beperkte zich namelijk vooral tot de kloosters en daarom waren monniken de enigen die konden schrijven. Het is moeilijk om de argumentatieve verbanden in de tekst te doorzien. Veel duidelijker wordt het wanneer de volgorde van de argumenten dezelfde is als in de structuur: Het is niet zo verwonderlijk dat de middeleeuwen moeilijk historisch zijn te bestuderen, want de bruikbare schriftelijke bronnen zijn nogal ‘gekleurd’. Ze zijn namelijk bijna allemaal afkomstig van geestelijken, want monniken waren de enigen die konden schrijven. Het schrijfonderwijs beperkte zich immers vooral tot de kloosters. Een andere optie is om de keten van beneden naar boven af te werken: Het schrijfonderwijs in de middeleeuwen beperkte zich vooral tot de kloosters en dus waren monniken de enigen die konden schrijven. De schriftelijke historische bronnen zijn daardoor bijna allemaal door geestelijken geschreven en dat maakt ze nogal ‘gekleurd’. Daarom is het niet zo verwonderlijk dat de middeleeuwen moeilijk historisch zijn te bestuderen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• DeletieDeletie zal in veel gevallen toegepast moeten worden op de verzwegen argumenten uit de structuur, omdat ze voor de lezer vrij eenvoudig op te maken zijn uit de gepresenteerde argumenten. De deletietransformatie moet echter niet toegepast worden wanneer het verzwegen argument op zich verder ondersteund wordt. Het nut van dit advies zullen we verduidelijken aan de hand van een voorbeeld. Stel dat een deel van de eerder gepresenteerde structuur er als volgt uit had gezien:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer nu de deletietransformatie toegepast wordt op het verzwegen argument (l.l') wordt de rest van de keten onder (l.l') minder gemakkelijk te begrijpen: ... De bruikbare schriftelijke bronnen zijn nogal ‘gekleurd’. Ze zijn namelijk bijna allemaal afkomstig van geestelijken. Geestelijken werden namelijk door de paus in Rome verplicht om bepaalde historische feiten te verdraaien, zoals De Graaf in 1987 heeft aangetoond. De structuur van deze alinea wordt veel doorzichtiger wanneer het verzwegen argument wèl wordt opgenomen: ... De bruikbare schriftelijke bronnen zijn nogal ‘gekleurd’. Ze zijn namelijk bijna allemaal afkomstig van geestelijken en bronnen die door geestelijken worden geschreven zijn nu eenmaal gekleurd. Geestelijken werden namelijk door de paus in Rome verplicht om bepaalde historische feiten te verdraaien, zoals De Graaf in 1987 heeft aangetoond. De verzwegen argumenten bij (l.l').l en (l.l').l.l kunnen zonder dat er begrijpelijkheid- sproblemen optreden, gedeleerd worden; zij worden op zich niet verder ondersteund. De tekst zou zelfs zeer redundant worden wanneer ze wèl in de tekst zouden worden opgenomen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• SubstitutieOm het de lezer mogelijk te maken om zonder enig probleem de argumentatiestructuur uit de tekst af te leiden, zou een advies kunnen zijn: formuleer zo expliciet mogelijk. Dat wil zeggen, geef van elke uitspraak aan wat de communcatieve strekking is en wat de argumentatieve verbanden zijn. De eerder gepresenteerde structuur zou dan als volgt in tekst omgezet kunnen worden: Hierbij zal ik het standpunt verdedigen dat de middeleeuwen moeilijk historisch zijn te bestuderen. Mijn hoofdargument hiervoor is dat de schriftelijke bronnen nogal ‘gekleurd’ zijn. Het argument dat de bronnen nogal gekleurd zijn, kan op zichzelf weer ondersteund worden met het argument dat de bronnen bijna allemaal afkomstig zijn van geestelijken, ... etc. Over de strekking van de uitspraken in het bovenstaande tekstje zullen de meeste lezers het wel met elkaar eens kunnen worden: standpunt en argumenten zijn duidelijk herkenbaar en ook is duidelijk dat het om onderschikende argumentatie gaat. Bezwaarlijk is dat men het over de onaantrekkelijkheid van de tekst eveneens al zeer snel eens zal zijn. Het hierboven geformuleerde advies zou dus genuanceerd moeten worden: wees zo expliciet als nodig is. Dit betekent dat op verschillende uispraken de substitutietransformatie moet worden uitgevoerd. De strekking van ‘argument’ hoeft bijvoorbeeld niet op alle plaatsen in de tekst expliciet weergegeven te worden, maar kan worden vervangen door bijvoorbeeld een retorische vraag, zoals hieronder gebeurd is met argument l.l. Ook in plaats van een expliciete performatieve formule voor het standpunt kunnen soms beter minder expliciete formuleringen gekozen worden: ... Dat de bruikbare schriftelijke bronnen nogal ‘gekleurd’ zijn, hoeft geen verbazing te wekken. Zijn ze niet bijna allemaal afkomstig van geestelijken? En bronnen die door geestelijken worden geschreven zijn nu eenmaal gekleurd. Geestelijken werden namelijk door de paus in Rome verplicht om bepaalde historische feiten opzettelijk te verdraaien, zoals De Graaf in 1987 uitvoerig heeft aangetoond. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AdditieDoor middel van additie kunnen er elementen aan de argumentatieve kern van het betoog worden toegevoegd, zoals een inleiding, een afsluiting en uiteenzettende tekstgedeeltes. Het uitgangspunt dat een betoog deel uitmaakt van een kritische discussie die er op gericht is een verschil van mening op redelijke wijze op te lossen, betekent dat in de confrontatiefase van het betoog (die onderdeel vormt van de inleiding) duidelijk moet worden dàt er een verschil van mening is en om welk type verschil van mening het gaat.Ga naar eindnoot5 Voordat het standpunt gepresenteerd wordt in het betoog, zullen er daarom in de vorm van een inleiding vaak uiteenzettende tekstgedeeltes toegevoegd moeten worden waarin dit voor de lezer duidelijk gemaakt wordt. Bij een gemengd verschil van mening zal het standpunt van de opponent weergegeven moeten worden, met eventueel diens (belangrijkste) argumenten. Zo zou aan he betoog op basis van de eerder weergegeven structuur een inleiding toegevoed kunnen worden, waarin uiteengezet wordt dat dit betoog een reactie vormt op het artikel van de archeologe De Bock, waarin zij opmerkt dat mediaevisten het eigenlijk maar gemakkelijk hebben, omdat zij over geschreven bronnen kunnen beschikken. Additie kan verder betrekking hebben op de afsluiting van het betoog. Vooral bij langere betogen kan het de begrijpelijkheid vergroten wanneer aan het eind van de tekst het standpunt nog eens herhaald wordt. Waar nodig kunnen in de vorm van concretiseringen, voorbeelden, anecdotes, et cetera ook op andere plaatsen uiteenzettende tekstgedeeltes toegevoegd worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 RevisieWanneer een eerste versie van het betoog klaar is, moet in de revisiefase nagegaan worden in hoeverre de tekst een adequate weergave vormt van de structuur. Om de tekst te kunnen beoordelen op begrijpelijkheid en aanvaardbaarheid, moet de schrijver beschikken over een adequaat analyse- en beoordelingsinstrumentarium. Analyse-vaardigheden vormen een belangrijke voorwaarde voor het afleveren van een goed schrijfprodukt. Een checklist kan een handig hulpmiddel vormen om de revisie systematisch te laten verlopen. Aan de hand van zo'n lijst vragen kan gecontroleerd worden of het betoog voldoet aan de eisen en kan dus nagegaan worden of de transformaties terecht zijn uitgevoerd. Wanneer blijkt dat de tekst nog niet in alle opzichten optimaal begrijpelijk en aanvaardbaar is, moeten bepaalde transformaties alsnog uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld door toevoeging van een uiteenzettende passage waarin voor de lezer een bepaalde term verduidelijkt wordt. Wanneer blijkt dat een transformatie onterecht werd uitgevoerd, moet deze ongedaan gemaakt worden. De additie van het standpunt aan het eind van de tekst moet bijvoorbeeld ongedaan gemaakt worden als de tekst al te duidelijk dreigt te worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 SlotWe hebben hierboven voorbeelden gegeven van richtlijnen voor het schrijven van betogen die op basis van pragma-dialectische inzichten geformuleerd en verantwoord zijn. De vraag of deze richtlijnen het gewenst effect sorteren kunnen we hier niet met stelligheid beantwoorden, al bevestigen onze ervaringen in het geven van schrijfonderwijs wel dat de richtlijnen bijdragen aan het verbeteren van schrijfproces en schrijfprodukt. Gedegen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
empirisch onderzoek zal hier verder uitsluitsel over moeten geven. Het is met schrijfonderwijs immers net als met therapieën in de geestelijke gezondheidszorg: je weet niet of de verbetering het effect is van wàt er precies gedaan is, of van het feit dàt er iets gedaan is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|