De Tijdspiegel. Jaargang 72
(1915)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 205]
| |
Grouchy bij Waterloo.
| |
[pagina 206]
| |
prestige konden hergeven en dat de eerste nederlaag, zoowel als het prijsgeven van een groot deel van Frankrijk, de Kamers, zoowel als den Royalisten den moed zou geven hem te verraden en den vijand te steunen. Daarom besloot Napoleon tot een aanvallenden oorlog. Hij kon 15 Juni een leger van 125000 man tot zijn beschikking hebben om een inval in België te doen, om daar Wellington en Blücher afzonderlijk te verslaan, om daarna zich te vereenigen met het leger van Rapp en de Austro-Russen te vernietigen. Wellicht was dit laatste niet eens noodig en zouden de overwinningen in België den verlangden vrede geven. Dien zelfden aanval in België had Napoleon reeds 1 April kunnen doen aan het hoofd van 50000 man. Toen had hij zeker zonder eenige moeite Brussel ingenomen. De Geallieerden hadden toen ongeveer 80000 man in België en hiervan waren nog wel 14000 Saksers, die tegenover Napoleon niet te vertrouwen waren. Buitendien was Wellington in Weenen en Blücher in Berlijn. Napoleon liet dit na, omdat hij begreep, dat dit succes niet afdoende kon zijn om de Coalitie tot vrede te doen besluiten; tegenover Europa en Frankrijk zou hij buitendien wederom de oorlogzuchtige man zijn. En ook zou de begonnen veldtocht de organisatie van het leger zeer storen. Het plan de campagne van Napoleon voor den inval in België behoort tot de meest geniale plannen, die men in de geheele krijgsgeschiedenis vinden kan. Hij had zijn leger aan de grenzen geconcentreerd, zonder dat Wellington en Blücher er iets van bemerkt hadden. BlücherGa naar voetnoot1. schreef 3 Juni nog aan zijn vrouw, dat hij spoedig Frankrijk zou binnentrekken. Napoleon zou hem niet aanvallen, zoodat hij in België nog wel een jaar zou kunnen wachten. WellingtonGa naar voetnoot2. schreef aan den Czar, dat hij aan het einde der maand offensief dacht op te treden. Dit schreef Wellington 15 Juni, toen het Fransche leger de grenzen reeds overschreden had. Alles had Napoleon er op ingericht om zoo te manoeuvreeren | |
[pagina 207]
| |
dat hij het vereenigingspunt der beide vijandelijke legers zou bezetten om vandaar uit ze beiden afzonderlijk te verslaan. HoussayeGa naar voetnoot1. zegt over die plannen van Napoleon: ‘Jamais son génie n'avait été plus lucide, jamais il n'avait mieux montré son application au détail, ses larges vues sur l'ensemble, sa clarté et sa maîtrise de la guerre.’ Ondanks de fouten van Drouot, d'Erlon, Vandamme, Gérard, Ney, Flahaut, Reille, Forbin-Janson, Kellermann en andere hoofdofficieren van het Fransche leger gelukt het Napoleon Blücher te Ligny te verslaan. Maar door die verschillende fouten was dit geen Entscheidungsschlacht, geen ‘bataille á gagner jusqu'à l'écrasement et la dissolution de l'ennemi’. De slag bij Quatre Bras eindigde ook door die fouten niet zooals het had kunnen zijn. De Engelschen behielden hunne positie tegenover Ney. En toen 17 Juni Napoleon Wellington bij Quatre-Bras zelf vernietigen zou, kwam hij te laat. Het Engelsche leger was op den terugtocht. Wel werd de Engelsche achterhoede onder Lord Uxbridge bij GemappeGa naar voetnoot2. aangevallen en teruggeworpen, maar dit bleef zonder afdoend resultaat. Het Engelsche leger kon verder ongestoord terugtrekken op Mont-Saint-Jean. De 17 Juni was het te laat geworden om het daar aan te vallen, terwijl Napoleon buitendien toen niet genoeg troepen bij zich had om een veldslag van beteekenis te beginnen. Den volgenden dag werd daar slag geleverd met het resultaat dat het Fransche leger bij Waterloo volkomen verslagen werd. In hoofdzaak werd die nederlaag veroorzaakt door het feit dat de corpsen van Bülow en van Zieten, kortom het grootste deel van het leger van Blücher, den Engelschen te hulp kwam. Had Grouchy, waarvan Houssaye zegt: ‘La mémoire de Grouchy est liée désormais au souvenir maudit de Waterloo’, dit kunnen verhinderen?
Grouchy was een der schitterendste officieren van het Keizerrijk. In 1793 was hij commandant van de cavallerie van het Alpenleger. In 1795 werd hij divisiegeneraal en chef van den generalen staf. In 1798 vinden wij hem onder Joubert | |
[pagina 208]
| |
in Piemont, waar hij generaal Bellegarde bij Tortona versloeg. Bij Novi werd hij gewond en gevangengenomen. In 1799 vinden wij hem terug bij het leger van Moreau en heeft hij een groot aandeel aan de overwinning bij Hohenlinden. Hier sloeg hij, aan het hoofd van de 46 halve brigade, de Hongaarsche grenadiers, die reeds aan de overwinning geloofden. Daarna zien wij hem als onderbevelhebber van de expeditie naar Ierland, in het jaar vijf. Commandant van Madrid is hij in 1808, in 1809 Kolonel-generaal van de jagers bij Wagram. Ook bij Eylau, Friedland en de Moskowa onderscheidde hij zich, terwijl hij op den terugtocht uit Rusland commandant was van het ‘Escadron sacré’, dat in de achterhoede van het leger steeds de vervolgende Russen terugsloeg. Hij was het, die den slag bij Vauchamps in 1814 in een schitterende overwinning deed verkeeren, door bij Fromentière aan het hoofd van 3500 ruiters een charge te doen op de 20000 man van BlücherGa naar voetnoot1.. In 1815 benoemde Napoleon hem tot opperbevelhebber van de 7 en 19 militaire divisie om op te treden tegen den Hertog van Angoulème te Lyon. Het gelukte hem zeer snel de oproerige beweging daar te fnuiken en den Hertog te dwingen zich te Cette in te schepenGa naar voetnoot2.. Dien ten gevolge kreeg hij den rang van Maarschalk en bij het begin van den Belgischen oorlog was hij opperbevelhebber der geheele Fransche cavallerie. Napoleon wenschte Murat, die in het Fransche leger wilde strijden, geen benoeming te geven. Na Murat was Grouchy zeker de beste cavallerieofficier van het Fransche leger, en de eenige die bijna zoo goed als Murat met cavallerie wist te manouvreeren en te chargeerenGa naar voetnoot3.. Aanvankelijk had Napoleon hem benoemd tot bevelhebber van het Alpen-leger, doch na zijn terugroeping in Parijs, werd hem het commando der geheele cavallerie van het Belgische | |
[pagina 209]
| |
of Noorder-leger gegeven en als zoodanig overschreed bij de Belgische grenzen. Zijn staat van dienst bewijst dat Napoleon een goede keuze deed, toen hij dezen ‘meneur de chevauchées’ aan het hoofd der cavallerie van het Noorder-leger plaatste. Den 17 Juni kreeg Grouchy echter een veel gewichtiger commando. Den 16 Juni ontving Napoleon s'avonds een brief van Ney met de mededeeling dat het Engelsche leger zich nog voor Quatre Bras bevond, in de posities Bosch van Bossu, Piraumont en GémincourtGa naar voetnoot1.. Latere berichten bevestigen de juistheid van deze mededeelingGa naar voetnoot2.. Nog later in den avond kreeg hij van Pajol ook berichten omtrent de Pruisen. Deze had op den weg naar Namen acht kanonnen op de Pruisen veroverdGa naar voetnoot3.. Exelmans berichtte buitendien nog dat hij met zijn twee divisies cavallerie en ook artillerie naar Gembloux was gegaan. Exelmans schreef: ‘J'ai l'honneur de vous informer ce matin du mouvement que j'ai fait sur Gembloux pour y suivre l'ennemi qui y est massé.’Ga naar voetnoot4. Napoleon kon eigenlijk niet gelooven, dat de zoo voorzichtige Wellington te Quatre-Bras gebleven was. Een zekere nederlaag wachtte hem daar, nu het geheele Fransche leger hem daar kon aanvallen. Doch ook indien Wellington zoo wijs was te retireeren tot Brussel, of zelfs daar voorbij, besloot Napoleon nu het Engelsche leger aan te vallen. Waar ook, maar liefst te Quatre-Bras was dit leger een zekere prooi voor hem. Het eenige, waarvoor hij te zorgen had, was, dat de Pruisen niet in staat zouden zijn Wellington in dien slag te hulp te komen. Het Pruisische leger was wel verslagen, maar niet vernietigd. Liet men het geheel met rust, dan kon het misschien na een of twee dagen weder offensief optreden en verloor Napoleon daardoor het geheele te Ligny behaalde voordeel. Hij herhaalde hier dus de zelfde taktiek, die hem in 1814 de schitterende overwinningen te Champaubert, Montmirail en Vauchamps verschaft had. Met de hoofdmacht het eene vijandelijke leger aanvallen en verslaan, terwijl ondertusschen een kleinere afdeeling het andere vijandelijke leger in het oog hield. | |
[pagina 210]
| |
Daarom besloot Napoleon de verslagen Pruisen te doen vervolgen om het hun onmogelijk te maken zich te mengen in den nu te volgen strijd tusschen hem en Wellington. Nadat hij Lobau bevolen had met het zesde corps naar Marbais te marcheeren om Ney te helpen bij den nieuwen aanval op Quatre-Bras, terwijl ook de geheele garde onder Drouot het zelfde bevel kreeg, gaf hij Grouchy bevel de Pruissen onschadelijk te makenGa naar voetnoot1.. Napoleon zeide toen aan Grouchy: ‘Pendant que je vais marcher aux Anglais, vous allez vous mettre à la poursuite des Prussiens. Vous aurez sous vos ordres les corps de Vandamme et de Gérard, la division Teste, les corps de cavalerie de Pajol, d'Exelmans et de Milhaud’2. Dit was dus een zeer belangrijk commando. Het corps van Gérard bestond uit de 12e, 13e en veertiende divisie infanterie, de zevende divisie cavallerie, en de artillerie onder generaal Baltus, sterk vijf batterijen, en ten slotte vier compagniën genie onder generaal Valazé. De veertiende divisie infanterie werd gecommandeerd door generaal Bourmont, den generaal die in vollen oorlog deserteerde en van wien Blücher zeide: ‘Einerlei was das Volk für ein Zeichen ansteckt! Hundsfott bleibt Hundsfott.’ Blücher toch negeerde dezen gemeenen deserteur, waarop een der Pruisische officieren hem er opmerkzaam maakte, dat Bourmont toch de witte cocarde droegGa naar voetnoot3.. Gérard zelfGa naar voetnoot4. zeide dat zijn afdeeling wat infanterie betrof niet sterker was dan 13000 man. DavoutGa naar voetnoot5. noemt dit corps echter 17303 man sterkGa naar voetnoot6.. Het corps van Vandamme bestond uit de negende, tiende en elfde divisie infanterie onder generaals Lefol, Habert en Berthezène, de derde divisie cavallerie onder Domon, vijf batterijen artillerie onder Dauguereau en drie compagniën genie onder Nempde. De divisie Teste behoorde tot het zesde corps onder generaal Mouton, comte de Lobau. De cavallerie-corpsen onder Pajol, | |
[pagina 211]
| |
Exelmans en Milhaud stonden reeds onder bevel van Grouchy, evenals het derde corps onder Kellermann, comte de Valmy. Dit laatste corps werd dus nu aan zijn bevel onttrokken. Totaal kreeg hij nu ongeveer 34000 man van alle wapens onder zijn bevelen. De medegedeelde bevelen aan Grouchy werden door Napoleon mondeling gegeven. Het is dus te begrijpen, dat ze door verschillende auteurs verschillend worden weergegeven. GrouchyGa naar voetnoot1. zelf geeft het ontvangen bevel als volgt weder: ‘Mettez-vous à la poursuite des Prussiens. Complètez leur defaite en les attaquant dès que vous les aurez joints, et ne les perdez jamais de vue. Je vais me rěunir au Maréchal Ney pour attaquer les Anglais, s'ils tiennent de ce côté-ci de la forêt de Soignes. Vous correspondrez avec moi par la route pavée (route de Namur aux Quatre-Bras).’ NapoleonGa naar voetnoot2. zelf zegt: ‘Grouchy devrait suivre Blücher l'épée dans les reins pour l'empècher de se rallier. Il avait l'ordre positif de se tenir toujours entre la route de Charleroi et Blücher afin d'être constamment en communication et en mesure de se réunir à l'armée. Si l'ennemi se retirait sur la Meuse, il devait le faire observer par la cavallerie de Pajol et occuper Wavres avec le gros de ses troupes.’ Grouchy beroept zich voor zijne lezing ook nog op de getuigenissen van den Kolonel de Blocqueville en van den Generaal Baudrand. De eerste zeide: ‘L'empereur donna ordre au Maréchal Grouchy de poursuivre l'ennemi vers Gembloux et Wavres’, terwijl de laatste zeide: ‘L'empereur dit: Vous allez prendre les 3e et 4e corps d'armée, une division du 6e, la cavallerie, etc, et vous entrerez ce soir dans Namur.’ Slechts zeer korten tijd na dit mondeling bevel dicteerde Napoleon Bertrand de schriftelijke bevelen voor GrouchyGa naar voetnoot3.. Die bevelen luidden: ‘Rendez-vous à Gembloux avec les corps de cavalerie des generaux Pajol et Exelmans, la cavalerie légère du 4e corps, la division Teste et les 3e et 4e corps d'infanterie. Vous vous ferez éclairer dans la direction de Namur er de Maestricht, et vous poursuivrez l'ennemi. Eclairez sa marche et instruisez-moi de ses mouvements de maniére que je puisse pénétrer ce qu'il veut faire. Je porte mon quartier- | |
[pagina 212]
| |
général aux Quartre-Chemins, où ce matin étaient encore les Anglais. Notre communication sera donc directe par la route pavée de Namur. Si l'ennemi a évacué Namur, écrivez au général, commandant la 2e division militaire à Charlemont, de faire occuper cette ville par quelques bataillons de garde nationale. Il est important de pénétrer ce que veulent faire Blücher et Wellington et s'ils se proposent de réunir leurs armées pour couvrir Bruxelles et Liège en tentant le sort d'une bataille. Dans tous les cas, tenez constamment vos deux corps d'infanterie réunis dans une lieu de terrain, ayant plusieurs débouchés de retraite; placez des détachements de cavalerie intermédiaires pour communiquer avec le quartier-général’Ga naar voetnoot1.. Iedere leek op militair gebied begrijpt de bedoeling van de mondeling en schriftelijk aan Grouchy gegeven bevelen. De Pruisen moeten voorloopig op een afstand gehouden worden om Napoleon den tijd te geven met het Engelsche leger af te rekenen. Maar bijzonder duidelijk is die bedoeling voor ieder, die de Napoleontische oorlogen en vooral de campagne van 1814 bestudeerd heeft. Maar hoeveel te meer moet het duidelijke in het oog springen voor den man, die de campagne van 1814 zelf medemaakte en die te Vauchamps onder de bevelen van Napoleon die zelfde Pruisen schitterend sloeg in een volkomen analoog geval? Onder het gewicht der op hem gelegde verantwoordelijkheid begreep Grouchy nu echter niets. Voor Grouchy de hem opgegeven taak ging vervullen, ontnam Napoleon hem de divisie Domon van het corps Vandamme en de kurassiers van Milhaud, daar hij begreep bij het hoofdleger meer cavallerie noodig te hebbenGa naar voetnoot2.. De divisie Domon bestond uit drie regimenten, terwijl het cavallerie-corps van Milhaud bestond uit de dertiende en veertiende divisie cavalerie onder bevel van de generaals Wathier de Saint-Alphonse en Delort. Deze kurassiers namen deel aan de schitterende maar nuttelooze charges van Ney te Waterloo. Gneisenau besloot het Pruisische leger te doen retireeren naar Tilly en WavreGa naar voetnoot3.. Gneisenau was toch al de man, die | |
[pagina 213]
| |
in het Pruisische leger het meeste te zeggen had, maar vooral nu was dit het geval, daar Blücher in de laatste uren van den slag bij Ligny bij een charge van de kurassiers van het negende regiment van het paard geworpen werd. Slechts door de hulp van zijn aide de camp Nostiz ontkwam hij het gevaar van door de Franschen gevangen genomen te worden. Toch had hij door den val zoo geleden, dat hij half bewusteloos in een huisje te Mellery werd binnen gebracht. Natuurlijk was de keuze van Gneisenau voor het Pruisische leger het beste, maar de lof, die door Pruisische geschiedschrijvers aan Gneisenau wordt toegezwaaid, klinkt wel wat overdreven. Wel gaf Gneiseuau zoodoende de linie van terugtocht over Namen en Luik prijs, maar kreeg nieuwe verbindingswegen van Tirlemont en Leuven naar Maastricht, Keulen, Wezel, Munster en Aken. Ja, door het kiezen van dezen weg was het Pruisische leger in staat bij Waterloo Wellington te hulp te komen en de reeds halve overwinning van Napoleon te doen veranderen in een ‘débacle’; maar vergeten wij niet, dat dit geschiedde door de schuld van Grouchy. Had die gehandeld volgens de bevelen van Napoleon, gehandeld zooals een Desaix gehandeld zou hebben, dan ware bij Waterloo niet slechts Wellíngton, maar ook Blücher of minstens eenige corpsen van diens leger volkomen geslagen. De eerste grove fout van Grouchy was, dat hij zich niet onmiddelijk op de hoogte stelde van den weg langs welken de Pruisen terug trokken. De Pruisen konden ongehinderd retireeren. Von OllechGa naar voetnoot1. zegt, dat geen enkele patrouille op verkenning uitging. Alleen Pajol met zijn huzaren was actiever, maar ongelukkigerwijze zocht Pajol de Pruisen op den verkeerden weg, namelijk op dien naar Namen. Wel versloeg hij hier enkele verdwaalde vijanden van het zevende regiment ulanen en nam hij een konvooi en een batterij. Doch waar de vijanden waren, wist hij niet. Toen hij geen vijanden zag, keerde hij terug tot het kruispunt van den Namer-weg en den weg naar Saint-Denis. Daar ging hij de Pruisen vervolgen op den weg naar Leuven. Natuurlijk vond hij ze daar evenmin. Door aangekomen versterkingen, zooals het eerste regiment huzaren en de divisie Teste had Pajol te beschikken over drie regimenten cavallerie, twee batterijen en vier reginenten infanterie, een aardige | |
[pagina 214]
| |
macht dus om een vluchtenden vijand te schaden, maar er was geen vijand te bekennen. De dragonders van Berton, die het door Thielmann verlaten Sombreffe konden bezetten, deden dit niet, maar volgden Pajol op den weg naar Namen. Gelukkig hoorde Berton spoedig van de boeren dat hij verkeerd ging, daar de vijand terugtrok op Gembloux. Dit berichtte hij wel aan Exelmans, maar niet aan Pajol. Exelmans vereenigde zich daarop met Berton en vond werkelijk de Pruisen voor Gembloux. Hun aantal was echter te groot om ze daar aan te tasten met de geringe macht waarover Exelmans te beschikken had. Ook Exelmans liet Pajol niet waarschuwen, en evenmin deed hij dat Grouchy of Napoleon. Daarbij kwam nog dat hij zelfs geen schot op de Pruisen loste. Al deze fouten waren nog niet voldoende om het succes van de plannen van Napoleon te schaden. Het Pruisische leger was toen niet geconcentreerd. Bülow bevond zich met zijn corps te Walhain, Thielmann bij Gembloux, Zieten en Pirch te Wavre. Grouchy zelf gaf nu bevel aan Vandamme, die zich nog te Saint Amand bevond, om op te rukken naar Point-du-Jour. Gérard gaf hij mondeling het bevel het derde corps te volgen naar Gembloux. Grouchy beging nu de fout deze beide corpsen langs één weg te doen oprukken, waardoor natuurlijk groot tijdverlies ontstond, daar Gérard nu op het voorbijtrekken van Vandamme wachten moest. Het corps van Vandamme marcheerde ook niet snel, twee kilometers per uur. Grouchy ging nu zelf, gelijk met het corps van Vandamme, naar Point-du-Jour, en ontmoette daar den aide de camp Bella, dien hij naar Exelmans gestuurd had om informaties. Deze bracht een brief mede van Exelmans met het bericht dat het Pruisische leger gekampeerd was aan den linker oever der Orneau, en dat hij ze volgen zou zoodra ze zich in beweging stelden. Ondanks dat bericht deed Grouchy het corps van Vandamme niet sneller marcheeren, zoodat het eerst te zeven uur te Gembloux aankwam. Thielmann was ondertusschen met zijn geheele corps verdwenen zonder dat Exelmans er iets van bemerkt had. Nu bezette Exelmans het verlaten Gembloux. In plaats van nu de Pruisen weder op te zoeken, deed Exelmans dat niet, maar ging bivakkeeren iets ten noorden van Gembloux. Ook de corpsen van Vandamme en van Gérard | |
[pagina 215]
| |
bleven in de ongeving van Gembloux. Men zou de Pruisen wel den volgenden dag vervolgenGa naar voetnoot1.. Wel ging men s'ochtens op verkenning uit. Zoo zond Exelmans de brigade Bonnemains naar Sart-à-Walhain en het vijftiende regiment dragonders naar Perwez. Bonnemains, die tot Tourinnes doordrong rapporteerde aan Grouchy dat de Pruisen oprukten naar Wavre. Het zelfde berichte hem de kolonel van het vijftiende regiment dragonders. Grouchy wist dus, dat het grootste gedeelte van het Pruisische leger naar Wavre ging om zich met Wellington in de buurt van Brussel te vereenigenGa naar voetnoot2.. Ondanks die berichten begreep Grouchy den toestand absoluut niet. Hij schreef toch aan Napoleon: ‘Il parait, d'après tous les rapports, qu'arrivés à Sauvonière les Prussiens se sont divisés en deux colonnes: l'une a dû prendre la route de Wavre, l'autre parait s'étre dirigée sus Perwez. On peut peut-ètre en inférer qu'une portion va rejoindre Wellington et que le centre, qui est l'armée de Blücher, se retire sur Liège, une autre colonne avec de l'artillerie ayant fait sa retraite sur Namur. Le général Exelmans a l'ordre de pousser ce soir six escadrons sur Sart-à-Walhain et trois escadrons sur Perwez. D'après leurs rapport si la masse des Prussiens se retire sur Wavre, je les suivrai dans cette direction, afin qu'ils ne puissent gagner Bruxelles et de les séparer de Wellington. Si au contraire, mes renseignements prouvent que la principale force prussienne à marché sur Perwez, je me dirigerai par cette ville à la poursuite de l'ennemi’Ga naar voetnoot3.. Niettegenstaande Grouchy in dit schrijven toont te begrijpen, dat zijn werk is de Pruisen te verhinderen zich met Wellington te vereenigen, neemt hij absoluut geen maatregelen om den volgenden dag naar Wavre op te rukken. Al zijn bevelen voor den volgenden dag bewijzen, dat hij de Pruisen zoekt in de richting van LuikGa naar voetnoot4.. Napoleon had ondertusschen van Milhaud vernomen, dat hij op zijn marsch van Marbais naar Quatre-Bras Pruisische caval- | |
[pagina 216]
| |
lerie ontdekt had, die van Tilly naar Wavre ging. Napoleon deed dit Grouchy berichten, maar de officier, die met dit bericht uitgestuurd werd, bereikte Grouchy niet. Napoleon geloofde trouwens zelf niet dat Blücher het wagen zou van Wavre naar Plancenoit te marcheeren met Grouchy in de nabijheid. Blücher dorst echter alles. Hij had bericht ontvangen, dat Wellington den slag zou aannemen bij Mont-Saint-Jean. Gneisenau aarzelde of men het wagen zou Wellington te hulp te komen met het oog op de groote gevaren, die daaraan voor het Pruisische leger verbonden waren. Blücher wist hem echter over te halen, zoodat hij den Engelschen kolonel HardingeGa naar voetnoot1. met genoegen vertellen kon, dat men Wellington te hulp zou komen. Dadelijk schreef hij, dat reeds in den vroegen morgen het corps van Bülow zich op weg zou begeven naar Mont-Saint-Jean, onmiddelijk gevolgd door het corps van Pirch en zoo mogelijk ook door de andere corpsenGa naar voetnoot2.. Tevens ontving ook Bülow order zoo vroeg mogelijk naar Chapelle-Saint-Lambert te marcheeren, terwijl Pirch hem direct volgen moest. Blücher was ondanks zijn kneuzingen weder vol vuur en verliet Wavre om Bülow in te halen en met hem van uit Chapelle-Saint-Lambert de Engelschen te ondersteunen. Hij zeide: ik zou mij liever op mijn paard laten vast binden, dan bij dezen veldslag niet aanwezig te zijnGa naar voetnoot3.. Grouchy begreep absoluut niet, dat de Pruisen van uit Wavre zich direct met de Engelschen konden vereenigen. Daarom begreep hij evenmin, dat zijn plicht was hen te vervolgen over Saint-Géry en Mousty in plaats van over Walhain en Corbais. In het laatste geval toch verhinderde hij die vereeniging niet. In het eerste geval daarentegen was hij op alle eventualiteiten voorbereid. Zoo de Pruisen werkelijk zich met Wellington tegen Napoleon wilden vereenigen dan kon Grouchy hen met zijn 33000 man in de flank aanvallen, en hen tot een slag dwingen, die zelfs bij een nederlaag voor Grouchy, Napoleon den tijd gaf de Engelschen te verslaan. Doch niet slechts begreep Grouchy den toestand niet, maar buitendien was hij niet actief. In plaats van zijn troepen zoo vroeg mogelijk te doen opmarcheeren, gaf hij order aan Vandamme zijn troepen | |
[pagina 217]
| |
in beweging te stellen om zes uur, terwijl Gérard dit eerst om acht uur behoefde te doenGa naar voetnoot1.. En zelfs op die uren stelden de troepen van Grouchy zich nog niet in beweging. Vandamme rukte pas op om half acht en tot overmaat van ramp gebruikten Vandamme en Gérard den zelfden weg, in plaats van in twee kolonnes te marcheerenGa naar voetnoot2.. Grouchy zelf kwam pas tegen tien uur te Walhain aan en schreef daar in het huis van den notaris Hollert een brief aan Napoleon. Hij had van zijn aide de camp Pontbellanger vernomen, dat in de buurt van Mousty geen vijanden te zien waren. Ook hoorde hij van iemand, die zich oud-Fransch officier noemde, dat de Pruisen gekampeerd waren ten noorden van Wavre bij den weg van Namen naar LeuvenGa naar voetnoot3.. Grouchy geloofde die domheid van Blücher en was dus zeer tevreden, dat daardoor alle vereeniging met Wellington uitgesloten wasGa naar voetnoot4.. Hij schreef aan Napoleon: ‘Daignez Sire, me transmettre vos ordres; je puis les recevoir avant de commencer mon mouvement de demain’Ga naar voetnoot5.. Dat het op vandaag en niet op morgen aankwam begreep Grouchy niet. CapéfigueGa naar voetnoot6. zegt te recht: ‘Singulier changement qui s'était opéré dans les lieutenants de l'empereur depuis leurs grandes journées: à Austerlitz, à Jéna, tous osaient; maintenant en Belgique, tous craignaient! la fut la cause d'une grande décadence.’ Inderdaad iets onbegrijpelijks dat feitelijk geen enkele der groote namen van het Keizerrijk bij dezen Belgischen veldtocht iets presteerde. Ook Grouchy handelde als een dwaas. Datgene wat ieder van zijn soldaten begreep, was voor hem duister. En toch zou het hem niet aan goeden raad ontbreken. Terwijl hij zat te ontbijten kwam Gérard binnen, spoedig gevolgd door den chef van diens staf, Simon Lorière. Beiden hadden het kanon van Waterloo gehoord en kwamen dit Grouchy vertellen. Grouchy overtuigde zich in den tuin dat dit inderdaad het geval was. Daar bevonden zich verscheidene | |
[pagina 218]
| |
hoofdofficieren, waaronder generaal Valazé van de genie en generaal Baltus chef van de artillerie van het vierde corpsGa naar voetnoot1.. Na eenige oogenblikken zeide Gérard: ‘Je crois qu'il faut marcher au canon.’ Dat deed Desaix te Marengo, en hier begreep ieder soldaat, dat dit juist gezien wasGa naar voetnoot2.. Grouchy begon met te zeggen dat het niets beteekende ‘une affaire d'arrière-garde’. Toen het kanongebulder echter veel sterker werd, was dit niet meer vol te houden, en nog veel minder toen een boer zeide, dat er te Mont-Saint-Jean een veldslag geleverd werd. Ook de notaris Hollert bevestigde dit en tevens voegde hij er aan toe, dat de afstand naar Mont-Saint-Jean niet groot was. Gérard zoowel als Valavé herhaalden: ‘Il faut marcher au canon’. Grouchy weigerde dit omdat hij dit niet begreep uit de bevelen van Napoleon. ‘Si l'empereur avait voulu que j'y prisse part, il ne m'aurait pas éloigné de lui au moment mème oû il se portait contre les Anglais.’ Buitendien zou hij door de slechten toestand der wegen toch wel te laat komen. Dit was ook de meening van BaltusGa naar voetnoot3.. ValazéGa naar voetnoot4. antwoordde, dat hij met zijn sapeurs die moeilijkheden wel zou overwinnen. Ook de gids van Valazé, de reeds genoemde boer, bevestigde, dat de marsch naar Mont-Saint-Jean weinig beteekende. Gérard werd kwaad om de besluiteloosheid van Grouchy en zeide daarom: ‘Monsieur le maréchal, il est de votre devoir de marcher au canon.’ Nu werd ook Grouchy boos en antwoordde: ‘Mon devoir est d'exécuter les ordres de l'empereur, qui me prescrivent de suivre les Prussiens; ce serait enfreindre ses instructions que d'obtempérer à vos avis.’ Dat hij de orders van Napoleon inderdaad niet uitvoerde, begreep hij niet en evenmin, dat de Pruisen door hem niet vervolgd werden, maar dat hij ze volkomen vrijheid liet om zich met Wellington te vereenigen. Op dat oogenblik kwam een aide de camp van Exelmans. Deze, d'Estourmel geheeten, kwam vertellen, dat een sterke afdeeling Pruisen, ‘une arrière-garde’ geposteerd was voor Wavre, maar dat waarschijnlijk het overige deel van het | |
[pagina 219]
| |
Pruisische leger over de brug van Wavre gegaan was op weg naar Wellington. Ook nu nog begreep Grouchy niet wat zijn plicht was. Hij vroeg zijn paard om zelf zijn orders aan Exelmans te gevenGa naar voetnoot1.. Voor hij vertrok vroeg Gérard hem nog: ‘Si vous ne voulez vous porter vers la forêt de Soignes avec toutes les troupes. permettez-moi, de moins, de faire ce mouvement avec mon corps d'armée et la cavallerie du général Vallin. Je suis certain d'arriver, et d'arriver en temps utile.’ Grouchy meende zich een goed veldheer en antwoordde: ‘Non, ce serait commettre une impardonnable faute militaire que de fractionner mes troupes et de les faire agir sur les deux rives de la Dyle. J'exposerais l'une et l'autre de ces fractions, qui ne pourraient se soutenir, à être écrasées par des forces deux ou trois fois supérieures.’ ‘Une impardonnable faute militaire!’ Een fout waardoor Waterloo niet evenals Sedan een der ongelukkigste gebeurtenissen uit de Fransche geschiedenis zou zijn, maar integendeel op den Arc de Triomphe ingeschreven kon worden naast Austerlitz en Jena. Terwijl Grouchy wegreed dacht ieder, behalve Gérard, dat men den Keizer ging helpen. Grouchy echter bereidde slechts alles voor voor den totaal nutteloozen aanval op het corps van Thielmann, dat Wavre bezet hield. Hij ontving nog een depeche van Soult, hem gebracht door den officier Zenowicz. Na lezing van die depeche zeide Grouchy tot zijn aide de camp Bella: ‘Qu'il se félicitait d'avoir si bien rempli les instructions de l'empereur en marchant sur Wavre au lieu d'écouter les conseils du général Gérard.’Ga naar voetnoot2. Om vijf uur ontving hij een tweede bericht van Soult luidende o.a.: ‘En ce moment la bataille est engagée sur la ligne de Waterloo en avant de la forêt de Soignes. Ainsi manoeuvrez pour rejoindre notre droite. Nous croyons apercevoir le corps de Bülow sur la hauteur de Saint-Lambert. Ainsi ne perdez pas un instant pour vous rapprocher de nous et nous joindre et écraser Bülow que vous prendrez en flagrant délit.’Ga naar voetnoot3. Grouchy las in plaats van ‘engagée’ het | |
[pagina 220]
| |
woord ‘gagnée’ en beweerde, dat de officier, brenger van dit bericht dronken was, zoodat men van hem geen inlichtingen kon krijgen. Maar waarvoor waren inlichtingen noodig nu hij het categorische bevel kreeg naar Saint-Lambert te gaan om Bülow te vernietigen? In plaats echter van nu met zijn geheele leger op te rukken, bleef hij vasthouden aan de gedachte om Wavre te nemen, en gaf slechts aan Pajol order naar Limale te marcheeren. Na eenige vergeefsche aanvallen op Wavre besloot hij ook de twee andere divisies van Gérard naar Limale te zenden. Om elf uur s'avonds was Grouchy eindelijk door een schitterenden aanval van Pajol met de huzaren van Vallin in het bezit van Limale en was daardoor de weg naar Mont-Saint-Jean vrij, maar sinds lang werd geen kanongebulder vandaar meer gehoord. De slag van Waterloo was afgeloopen.
Zoodra Grouchy bericht ontvangen had van de nederlaag van Napoleon bij Waterloo, begon hij zijne terugtocht, en die terugtocht is waard om genoemd te worden. Wel maakten Thielmann en Pirch het hem gemakkelijk, maar toch toonde Grouchy zoowel door het kiezen van de juiste aftochtslinie, als door zijn actief optreden, dat hij wel een goed generaal was. Van groote schakers, die door een groven blunder een partij verliezen spreekt men van ‘schaakblindheid’. Voor gevallen als dat van Grouchy bestaat geen dergelijk woord. Grouchy was in laatste instantie toch de oorzaak van de nederlaag bij Waterloo, al kunnen ook anderen zooals Ney en d'Erlon zich in dit opzicht niet van schuld vrijpleiten. Wij herinneren hier aan de geciteerde woorden van Capefigue. De generaals van Napoleon waren in België zich zelf niet meer. Zij hadden het zelfvertrouwen verloren. Dat is de oorzaak dat Reille Quatre-Bras niet dorst aan te tasten, eveneens de reden van de besluiteloosheid van Ney bij Quatre-Bras, kortom het is de oorzaak van alle begane fouten, in dien gedenkwaardigen veldtocht gemaakt. Napoleon had echter voor dit commando wel een betere keus kunnen doen. Zoowel Vandamme als Gérard bijv. waren er beter voor geschikt. Indien Grouchy de bevelen van Napoleon gevolgd had, dan had hij minst genomen de corpsen van Zieten en Thielmann | |
[pagina 221]
| |
kunnen tegenhouden en tot een slag dwingen. Wellicht had hij hen niet verslagen, maar toch verhinderd te Waterloo te komen, daarmede was in de eerste plaats vermeden de paniek te Waterloo toen Zieten te Papelotte verscheen. Buitendien had Wellington dan niet de cavallerie van Vivian en Vandeleur naar het bijna doorgebroken Engelsche centrum kunnen brengen. Op dat oogenblik was de toestand van het Engelsche leger zeer kritiek, en zonder dien steun zou de ‘moyenne garde’ er wel in geslaagd zijn de Engelsche linie geheel te verbreken en de overwinning was dan aan Napoleon geweest. Buitendien ook zouden de toen reeds aanwezige Pruisen onder Bülow en Blücher, indien zij achter hen het geluid van een kanonade gehoord hadden, niet zoo resoluut Plancenoit aangevallen hebben. Het gevaar was dan toch zeer groot om tusschen twee vuren te geraken. En inderdaad, indien Grouchy zijn weg genomen had over Ottignies en Maransart, dan zou het hem mogelijk geweest zijn de troepen van Bülow, die strijdende waren met het corps van Lobau, in de flank te vallen en dan ware er van de Pruissen niet veel te recht gekomen. Daardoor kon Napoleon zijn garde geheel gebruiken tegen Wellington en het Engelsche leger ware verslagen geweest. Houssaye zegt: ‘Grouchy agit en aveugle, mais Napoleon ne fit rien pour l'éclairer.’ Napoleon had te veel vertrouwen in Grouchy, dat is zeker. Het ongeluk was echter dat Berthier niet in plaats van Soult ‘major-général’ was. Berthier was niet zoo intelligent als Soult, had echter veel meer het vertrouwen van het geheele leger dan de halve verrader Soult, maar was buitendien door zijn langjarige ervaring meer geschikt voor chef van den generalen staf. Berthier was de acuratesse zelf. Zijne depeches waren overdreven duidelijk gesteld en werden, zoo mogelijk, in triplo verzonden, zoodat het onmogelijk was dat niet minstens één het gewenschte doel bereikte. Berthier was echter in Stockach gevangen gehouden daar de geallieerden hem niet gaarne in dienst van Napoleon zagen. Hij was namelijk op weg naar Frankrijk. Uit wanhoop daarover sprong hij uit de derde verdieping van het kasteel te Bamberg, waardoor hij stierf. Maar bovendien was Grouchy in alles langzaam en liet hij de Pruisen ontsnappen zonder te weten waar zij gebleven waren. Houssaye zegt ‘Grouchy agit en aveugle,’ men zou hier aan toe kunnen voegen ‘en imbécile.’ | |
[pagina 222]
| |
Met Gérard of Vandamme aan het hoofd van het legercorps van Grouchy, was de slag bij Waterloo onherroepelijk voor Napoleon gewonnen ondanks al de daar begane fouten. Grouchy is dus de eenige schuldige, en al zijne geschriften over het gebeurde in 1815 kunnen den aandachtigen lezer niet van zijn gelijk overtuigen. Integendeel. |
|