De Tijdspiegel. Jaargang 72(1915)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Verzen. A. Cardinaal-Ledeboer. Herfst. O, waarom heeft de herfst geen vooglen-lied En zwijgen trotsch d'ervaring-rijke wouden, En storten van hun levensschat, hun gouden, Het grootsch geheim in onze zielen niet? Is daar geen zanger, die hun rijkdom kent, die in zijn stem d'ontroering kan doen beven Van 't zon-doorstraald en storm-doorbruiste leven, Dat antwoord bracht op 't vragen van de Lent'? Een zanger? neen, de stilte is majesteit! Mijn ziel, in eenklank met de ziel der wouden Draagt zwijgend ook haar levensschat, haar gouden, En 't stil geheim wordt door geen klank ontwijd! [pagina 83] [p. 83] Eenzame lijder. O, nimmer valt het zwaar zijn vreugd te deelen Want Vreugde is licht en bruist als eed'le wijn, En weldra blijkt de ziele-kelk te klein En haar kristal te klaar om te verheelen. Maar Smart is als het zware, harde brood: De hand des lijders moet het langzaam breken, Het eenzaam met zijn bitt're tranen weeken, Want zelfs de kleinste bete is vaak te groot! O, eisch niet dat hij deelen zal en spreken, Gij kunt niet eten van zijn levensbrood! [pagina 84] [p. 84] Eerbied voor smart. 'k Heb wel vaak, in stille nachten, 't Leed van andren mêegelêen, En mijn teederste gedachten Uitgezonden naar hen heen, In het heiligdom gegraven Van mijn eigen ziele-schat, Stil genomen van de gaven, Die ik daar verzameld had, En, met tranen van verlangen Om te lenigen hun smart, Uitgestort in warme zangen Al de deernis van mijn hart. Ach, geen antwoord klonk mij tegen... Uit de diepte van een leed Rijst de ziel langs eigen wegen, Die een ander kent noch weet! Toon uw eerbied door uw zwijgen! Breng een handdruk met een traan, Die als dauw moog' nederzijgen... En gij hebt genoeg gedaan! Vorige Volgende