Onnes in zijn stillevens weet te geven. Voelen wij niet een stille weemoed, een zacht verdriet, als wij die verflenste rozegele bloemen zien staan voor het venster waarachter wazig de huizen schemeren.
Wat voor bloemen het zijn, wij weten het niet, het zijn welkende kelken, slap hangend in een dof glazen bol met wat troebel water. Een laatste glimp van schoonheid.
Tegen de roze lucht staan de trapjesgevels der huizen treurend in den grijzen nevel. Vaag gezien als door een glimp van tranen.
Zoo schildert Kamerlingh Onnes zijn stillevens als dragers van een gevoel van een stemming, als geen ander dat gedaan heeft.
Hij schildert een pot met parkiettulpen, half vergane, grootbladige bloemen in vreemde verbleekte kleuren. ‘De Vooze Pracht’ noemt hij de aquarel.
Er spreekt een ziekelijke vergankelijke schoonheid uit deze grillige bloemen. Het is een oververfijnde, haast perverse rijkdom van gefaneerde tinten.
Daartegenover staat een ander werk ‘De Ware Pracht.’
Een heldere glazen bol met gelige rozen, en hier en daar wat groen, tegen een donkeren achtergrond. Hier is ook weelderigheid; maar wij vinden nu het opene, het klare.
In dit stilleven is rust, terwijl in het andere een benauwende onrust is.
Van een prettig opgewekt gevoel is een aquarel; potjes en flesschen voor een raam.
Een paar glazen flesschen en enkele gemberpotten staan voor het raam, aan den buitenkant omslingerd door groene ranken. Door het venster zien wij een zomersch grasveld met wat boomen.
Aardig is het zongeflikker tusschen de potten en flesschen op de, door het licht, paarsig getinte vensterbank, het bewegelijke van de kleine gouden plekjes. Zuiver is ook het verschil van atmosfeer voor en achter het raam.
Het is voornamelijk met waterverf dat deze schilder zijn bloemstemmingen maakt. Het eigenaardige vloeiende, het wegwazen der kleuren van een aquarel leent zich bijzonder voor deze droomerige stillevens. Alles komt hier echter op de kleur en het gevoel aan, de vorm staat in deze aquarellen geheel op den achtergrond.