De Tijdspiegel. Jaargang 71(1914)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Een augustusmorgen in 1914. Elise Soer. In nevelsluier rust het duin; Het ligt zoo stil, zoo strak, Wijl nog geen gouden zonnestraal Door 't wolkgewemel brak. En d' aarde in angstig zwijgen vraagt: Of nooit de morgen daagt. Of slechts één lange, grijze dag Den horizont omprangt, De velden met een lijkkleed dekt, Het woud met zwart behangt; Terwijl een zachte doffe zucht Snikt door de tranenzware lucht. Maar plotsling deint het golvend groen In Hollands vruchtbren tuin; Waar d' akkers sluiten zij aan zij, Beschermd door Hollands duin. Onzichtbre voeten gaan langs 't veld, Waar 't koren in zijn aren zwelt. [pagina 68] [p. 68] Het wordt een roepen hier en daar, Veel stemmen overal, Dof tromgeroffel, kort bevel, Een schetterend fel geschal. Geren van paarden, zwaar gedeun, Een heftig donderend gedreun. Als wervelwinden stuiven ze aan En zijn reeds weer voorbij. - Ontwaakt is 't al, in fellen schrik. - Nu straalt de zon zoo blij, Zoo schitterend over 't gouden graan, En.... over d' oorlogsvaan. Vorige Volgende