De aphoristicus is de philosoof van den inval, de polemicus de philosoof van den uitval.
Ieder mensch heeft iets geniaals; maar hun schepping beginnen zij bij den laatste regel, als het te laat is.
De burger is de hengelaar aan de rivier der eeuwigheid, hij tuurt zoo op zijn dobber in den stroom, dat hij op 't laatst denkt zelf... vooruit te gaan.
De fout der romantici is dat ze de continuïteit niet konden grijpen in de levende realiteit, doch deze liet afstroomen tot een spiegelend meer van verlangen.
Veel bespiegeling, die stilstaat, is de ijdelheid van een vijver, die het mooie huis weerkaatst; doch natuurlijke bespiegeling flitst de zonnevonk weer terug naar den hemel.
Het mooiste aphorisme is de dauwdrop; want daarin valt een zon te gruizel op een roos.
Degene die met deze aphorismen een loopje willen nemen, voorspel ik, dat ze het gauw zullen matigen tot een sukkeldrafje en als men vermoeid is, is 't dan maar het beste een uiltje te knappen.