De Tijdspiegel. Jaargang 71(1914)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 264] [p. 264] De leider. Willem de Mérode. Gij roept, en wij verlaten Ons huis en volk en land, En gaan, ter steile strate, Naar zaalger overkant. Gij duidt ons, onder 't stijgen, Te dulden, sterk en waar, En doet ons gramme zwijgen Verzachten wonderbaar. Gij voert langs wondre paden, Naar wijze willekeur, En laat ons, wenschend, raden Naar uw beschìkt gebeur. Tot, zaligste genade, Gij, lang bezeten goed, Leert louteren het kwade Tot deugden, schoon en zoet. O, gij, die ons doet dolen En vinden plotseling, Die maakt tot een verholen Verheuging ieder ding; Slechts, die u zoèken, leidt gij Tot daden, goed en groot, En die u vìndt, bevrijdt gij Van 's levens staêgen dood. Vorige Volgende