De Tijdspiegel. Jaargang 71(1914)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 260] [p. 260] Gedichten. H.C. Rümke. Dichten is.... Dichten is het schoon ontwaken van verpuurd' erinnering, die den brozen band ging slaken van verborgen sluimering. Dichten is het zoekend tasten naar een wijkend droomen-rag, naar den luister die verraste in een zon-door-lichten dag. Dichten is het àl vergeten.... overgave aan den drang, die het diepste zijn doet weten, door den toover van den zang. Dichten is de openbaring van wat onbegrepen kwam.... wat in zuivere verklaring oplaait tot een hooge vlam. 1912. [pagina 261] [p. 261] Avondliedje. In den gouden avondglans zie ik naar den muggendans tusschen lage boomen. Op den dicht-omgroeiden plas, boven riet en vochtig gras, zie ik nevels doomen. Door de zoele loome lucht komen op een winde-zucht geuren van jasmijnen.... In de stille schemering van den dag die henen ging, gaat mijn liedje kwijnen. 1912. [pagina 262] [p. 262] Weifelingen. I. Ik was tot het outer der waarheid gegaan; had vroom haar geofferd mijn glanzenden waan uit trots en verblinding geweven. Toen zag ik mij zelven van logen ontdaan, in heel mijn naaktheid en armoede gaan, want alle schijn was verdreven. Ik kende de vreugde van 't ware niet en voelde een stil en aanhoudend verdriet; verlangen naar waan was gebleven. Toen ben ik opnieuw naar de waarheid gegaan met vragende oogen zag ik haar aan; zij heeft mij ten antwoord gegeven: Neem 't weer zoo gij onder uw offer lijdt Gij, die te zwak voor mijn hoogheid zijt en zonder waan niet kunt leven. Febr. '13. [pagina 263] [p. 263] II. Wie in 't pantser van zijn waan, Zelfbeschouwing kan doorstaan, nooit in 't duister is gegaan, van zijn diepste zielgewelven.... Wie steeds zingt zijn trotsche lied en zijn kleinheid niet doorziet, kent de wrange vreugde niet: Te lachen om zich zelven. Wie in stille eenzaamheid met zijn falend kunnen strijdt, en vindt onvolkomenheid, waar hij schoonheid wilde delven.... Wien door eenen gril van 't lot machtloos pogen werd gebod, wordt het tot een laatst genot: Te lachen om zich zelven, Febr. '13. Vorige Volgende