| |
| |
| |
Tijdschriften.
Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en J.D. van der Waals Jr. Haarlem, de Erven F. Bohn.
De Maart-aflevering wordt geöpend met eene novelle ‘Nonneke’ door P. Raëskin. Prof. Dr. Th. Bussemaker begint een studie over John Bright. Prof. J. de Zwaan behandelt het karakter der Grieksche Kerk en de toekomst van het Hellenisme. De heer C.R.C. Herckenrath toont de onbruikbaarheid van Esperanto aan en bepleit de invoering van het Italiaansch als wereldtaal. Mej. J.E. van der Waals dicht verzen.
| |
De Gids. Onder redactie van D. van Blom, H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen &. Zoon.
De Maart-aflevering vangt aan met een comedie, ‘een geval van tooneelbescheming,’ door J. de Meester. Dr. M.A. v. Herwerden beschrijft de vriendschap tusschen de physiologen Donders, Moleschott en Van Deen. Dr. P.C. Boutens dicht een rei van vrouwen in Jozef's hof. Prof R.C. Boer besluit zijn IJslandsch reisdagboek. De heer R.P.J. Tutein Nolthenius beoordeelt een Belgisch boek over Hollandsche steden en Prof. N. van Dijk Dr. Jacob van Ginneken's handboek der Nederlandsche taal. Dr. Jan Veth wijdt een herinnerend woord aan Albert Neuhuys. Verzen en liederen dichten Marie Koenen en Jacob Israël de Haan.
| |
De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.
De Maart-aflevering begint met een schets van Jac. van Looy, getiteld ‘Het Verhaal,’ gevolgd door een novelle van G. van Hulzen, ‘Aan 't lichtende Strand.’ De heer H.J. Schouten verhaalt eene episode uit den strijd om het ambtsgewaad der predikanten. De heer M.C. Stolk verhaalt Susan B. Anthony's strijd voor vrouwenkiesrecht. De heer Frans Erems handelt over Ronsard. Dr. J. de Jong kondigt een Hollandsche opera aan. De heer Frans Vink handelt over Prof. Dr. Hugo Riemann en de Toonkunstpraktijk. De heer J.R. van Stuwe Jzn. vervolgt zijn beschouwing over John Masefield.
| |
De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is. P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.
De Maart-aflevering heft aan met een gedicht van Albert Verwey ter gedachtenis van Mevr. A.W.L. Versluys - Poelman. De heer H.P. Berlage Nzn. plaatst zijne eerste lezing over Stedebouw, te Delft in het genootschap Practische Studie gehouden. Na een epiloog van P.N. van Eyck behandelt Geertruida Carelsen
| |
| |
Bouwkunst en Tuinkunst. Albert Verwey vertaalt een gedicht van Wordsworth. P.N. van Eyck houdt eene avondmijmering over Gustave Flaubert. Na gedichten van W.L. Penning Jr. vertaalt Albert Verwey de novelle van E.T.A. Hoffmann ‘Ridder Gluck.’
| |
Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, H. Colijn, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, P.J. Molenaar, Dr. J.C. De Moor, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.
De Maart-aflevering brengt indrukken van Egypte door Dr. W.J. Aalders. Dr. M. Visser behandelt Gladstone's geschriften. De heer O. Ruysch geeft eene novelle ‘Roeping.’ Dr. H.M. van Nes handelt over verdraagzaamheid.
| |
Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.
De Februari-aflevering bevat gedichten van P Minderaar en Willem de Mérode en novellen van G. Schrijver en E.M.F. Kleijn. Opgenomen wordt Jhr. Dr. C.G.S. Sandberg's rede: ‘Indië verloren, rampspoed geboren.’ Sympathiek als steeds is de Terugblik.
| |
Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; bestuurder: Dr. P. Buschmann Jr.; Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, - voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam, - voor Duitschland: F. Völckmar, Leipzig.
In de aflevering van Maart besluit Dr. N. Beets zijne beschouwing over de tentoonstelling van Noord-Nederlandsche Schilder- en Beeldhouwkunst voor 1575, gehouden te Utrecht 3 September - 3 October 1913 en de heer Sander Pierron de zijne over den Belgischen schilder Edouard Huberti.
| |
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
Het nummer van 15 Maart brengt een beschrijving van het 228 Meter hooge Woolworth-building te New-York. De heer Dr. D. van Gulik beschrijft eenvoudige ontvangtoestellen voor draadlooze telegrafie. Moderne toepassing van windkracht voor polderbemaling in Nederland wordt dan beschreven. De heer C. Vreedenburch Jr. besluit zijn opstel over lijkverbranding en het eerste Nederlandsche crematorium. Een bezoek aan een hydroelectrische installatie in aanbouw wordt door den heer F.E. Alsberg gebracht. De heer J. Vijverberg wandelt met ons in het duingebied van Schouwen. Dr. A.H. Borgesius beschrijft een nieuwen barometer. De heer Feickens geeft een korte beschrijving der veenlijken in het museum te Assen. De heer D. Stavorinus schrijt over natuurgas.
| |
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 Maart wijden de heeren Heimans en Thijsse een In Memoriam aan Mevrouw Versluijs - Poelman. De heer C. Eykman vertoont ons kemphanen. De heer Leon. A. Springer besluit zijn schilderachtig kijkje in een deel van de vulkanische Eifel. De heeren Jansen en Wachter beschrijven het groene Naaldaargras. Een studie volgt over huidmondjes van bladeren. De heer F. Wiersma Jr. handelt over kievitseieren zoeken.
In het nummer van 15 Maart brengt de heer M. Pinkhof ons nog meer landvlakken. De heer Jac. P. Thijsse verdedigt den Jan van Gent. De heer G.A. Posthuma beschrijft de flora van Corngum: De heer H.K. vervolgt zijn studie der huidmondjes. De heer H.M. Touber Jr. beschrijft het voorkomen der meeuwen in de stad.
|
|