Levenswoorden.
Het verschil van wilsverlangen wordt eerst duidelijk, wanneer er sprake is de wegen en de middelen te moeten kiezen om gelukkig te worden; enkele menschen gelooven hun geluk onvereenigbaar met dat van anderen; ziehier wat de goede van de kwade onderscheidt.
Guijau.
De mensch heeft behoefte om zich groot te gevoelen, om bij tijden overtuigd te zijn van de voortreffelijkheid van zijn wil. Deze overtuiging verkrijgt hij door strijd: strijd tusschen zichzelven en materieelen of intellectueelen tegenstand.
Guijau.
De zedelijke vorming der menschen moet niet beginnen met de verbetering der zeden, maar wel met de verandering van het denken en met de hervorming van het karakter.
Kant.
De volbrachte daad ziet er heel anders uit dan zij ons toescheen. De wraak kwam ons voor als iets grootsch en moedigs, maar eenmaal bedreven staart zij ons aan met bleeke wangen.
Schiller.
De plicht vindt haar oorsprong in het geweten, door een zekere innerlijke macht, een macht van natuur, superieur aan alle andere machten. In zijn binnenste te gevoelen tot iets grootsch in staat te zijn, is bewust zijn een plicht te moeten vervullen.
Guijau.