Dat geeft een hard, massief en klinkend metaal, gangbaar aan elke bank, bruikbaar tot elken koop en ruil in het leven.
Maar er is ook een gevoel, dat fladdert als bladgoud en omhoog dwarrelt, waar het, weldra met het tin der verbeelding versmolten, een munt oplevert die blinkt, straalt, flonkert, lust voor het oog maar licht voor de hand; aan de toonbank van het leven heeft het geen koers.
Hooijer.
Verscheiden godsdiensten zijn aan prachtige mausolea gelijk; wanneer men die graven opent, vindt men niets, zij zijn ledig, maar hun schoonheid alleen is reeds voldoende om ze te rechtvaardigen en voorbijgaande buigt men voor hen.
Guyau.
Tegenover de ontwikkeling staat het teniet gaan. Als er eenmaal volkomen harmonie zal zijn, zullen storende krachten optreden. Er is dus afwisseling van ontstaan en vergaan; het wereldworden geschiedt rhytmisch.
Spencer.
Dit leven is een wonderlijk bont laken. Elken steek weef ik zelf; den draad houd ik in mijn hand, maar een enkele fout, die nooit hersteld kan worden, bederft onverbiddellijk het kostbaar doek.
Borger.
Ik geloof, dat ik bij ernstig, energisch willen met mijn verstand en kracht mijn plichten vervullen en mij tot een zedelijke persoonlijkheid kan bekwamen en ook daardoor de bestemming van mijn leven beter kan bereiken.
Unold.