de wanhoopsdaad van iemand die zich zelven voor zich-zelven voelt verloren gaan.
Zijn droom, die droom van eindeloos genot en vol geluk, zijn droom van waarachtige vrijheid, van levens-ontvlieding, zijn heil is verloren.
En voortaan zal hij leven, slechts door de herinnering aan dien tijd. En toch ook weer in de absinth en in de armen van vele en gewillige vrouwen die zelfde herinnering - als zij tè schrijnend wordt en tè heftig verlangen wekt - trachten te verdooven.
Zoo kan men leven van een verlangen dat men vreest....
O, het is zoo menschelijk - en daarom zoo diep en hevig aangrijpend - dat plotseling, hals over kop, gedachteloos gaan naar Stuttgart, met een láátste hoop, een bang en schuw verwachten, half-gelovend, half zeer groote teleurstelling vreezend.
En aan den anderen kant is het éven menschelijk - en daarom gelijk begrijpelijk - hoe een blinde angst zich van Rimbaud meester maakt als hij zijn afgezworen - even gevreesd als gehate - verleden in Verlaine voor zich ziet levend geworden.
Gelijk Verlaine's aanval te Brussel, is die van Rimbaud te Stuttgart: een wanhoopsdaad.
Paul Verlaine wist zijn heerlijkheid verloren.
Arthur Rimbaud wist zich een nieuw, eigen-verworven geluk nabij.
En door die plotselinge, dwaze overkomst vreesde hij die toekomst - waarnaar hij innig verlangde - te zullen verliezen.
Hij mòcht niet zwak zijn.
De historie heeft Arthur Rimbaud ten slotte gelijk gegeven.
Hij heeft de bevrijding gevonden. In de Daad. Hij is geworden, die hij wezen moest naar innerlijken aanleg: de Werker, midden in het leven, in het meest-bewogen leven staande, en alleen daarin gelukkig en vrij...
Dit nu is de groote tragiek in het verloop van de vriendschap van Paul Verlaine en Arthur Rimbaud, dat hun dubbel breken niet te wijten was het toeval der omstandigheden, minder nog aan de wispelturigheid des gemoeds, maar voortvloeide als een ijzerwreede maar noodzakelijke (misschien juist dáárom zoo wreede) consequentie van het te samen komen van twee aldus en zoo verschillend geaarde persoonlijkheden.
Het was onontkoombaar als het Noodlot en het is geschied met de volle, exacte zekerheid van àl het natuurlijke.