Ontvangen boeken.
Het Huis, Oud en Nieuw, maandelijksch prentenboek, gewijd aan huisinrichting, bouw- en sierkunst. Uitgave van Ed. Cuypers, arch., Amsterdam.
In de Mei-aflevering zet de heer F.A. Hoefer zijn wandelingen over Oud-Zwolle voort. De heer A.J.A. Flament geeft kijkjes met beschouwingen in het museum van geschied- en oudheidkunde te Maastricht. De redactie geeft een mooien windwijzer in gedreven koper, voorstellende een galjoot, ontwerpen voor auto-garages voor vijf en drie automobielen en een chaffeurswoning, benevens de afbeelding van een interessante Noord-Duitsche gebeeldhouwde kast van omstreeks 1700.
In de Juni-aflevering danken wij aan de wandelingen van den heer F.A. Hoefer door Oud-Zwolle een afbeelding van de mooie gevels van het raadhuis, gemeentehuis, het mosterthuis in de Sassenstraat voor 1821, benevens afbeeldingen der fraaie trouwzaal in het raadhuis en de zich daarin bevindende détails, als schoorsteen, muurkastjes, lichtkroon en kostelijke bassen of balkdragers. Zeer schilderachtige boerenhuizen uit den omtrek van Godesberg, Rhöndorf en Honnef werden door den heer Frans Huysser gephotografeerd. De redactie draagt détails van de heerenkamer uit het landgoed ‘De Hooge Vuursche’ bij. |
De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.
In het nummer van 15 Mei opent de heer D. Stavorinus een serie over onze brandstoffen met het watergas. De heer K. Scheringa schrijft iets over evolutie, de heer J. Gaillard, W.I. over Stoomketels. Dr. Z.P. Bouwman over wervels. J.C.C. prijst J.J. Rousseau als botanist, de heer J.H.E. Rückert beschrijft den invloed van elecrrische stroom op gewapend beton en de heer C.J.A. Mulder vervolgt zijn windwerkingen. De heer C.H. Geevers draagt een welgelukte photographische opneming van de zonsverduistering bij.
In het nummer van 15 Juni schrijft Dr. A.L.W.E. van der Veen, m.i., over de beweeglijkheid der aardschors, en de heer P. Fransen Jz. over een paar takrupsen. Dr. J.A.C. Snijders vervolgt zijn beschouwing over de houtskool en hare beteekenis voor de nijverheid, over het vergaan van de Titanic en over de Zuidpool en Amundsen wordt dan geschreven, waarna de heer H.J. Prins scheikundig over ammoniak-soda-bereiding schrijft. Over de zonsverduistering van 17 April handelt de heer R.A. Biegel en de heer G.J.A. Mulder vervolgt zijne windwerkingen. |
De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.
In het nummer van 1 Juni beschrijft de heer J. Heimans een botanische excursie naar Briska. De heer B.E. Bouwman beschrijft den bonten wantsendooder, Dinetus pictus; de heer G. Wolda den waterrietzanger. De heer Jac. P. Thijssen beschrijft een onlangs te Bergen opgerichten plantentuin voor de duinflora. De heer D.J. van der Ven gaat voort de bescherming der wilde planten aan te bevelen; de heer J.L.F. de Meyere bevestigt het broeden van den aschgrauwen kuikendief in Nederland; de heer H.A. Kuyper vervolgt zijn nachtelijke excursies.
In het nummer van 15 Juni beschrijft Dr. J.J. Tesch twee merkwaardige Zuiderzee-bewoners: de kwal Nemopsis bachei Agassiz en de krab Pilumnus tridentatus. De heer G. Wolda besluit de beschrijving van den waterrietzanger. De heer H. Hoogenraad schetst het leven der eencellige Hyalosphenia Cuneata. De heer A.B. Wigman heeft Canus Larus, de zeldzaam op Schouwen voorkomende kleine zeemeeuw kunnen photografeeren. De heer H.A. Kuyper vervolgt zijn nachtelijke excursies. De heer P. Hanink looft het tienvormige stekeltje als aquariumvisch. |
De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.
Tegenover de eerste bladzijde van het nummer van 25 Mei staat een groep van het partijcongres van den vrijzinnig-demokratischen bond. De karakterschets is gewijd aan den kunsthistoricus Gustaaf van Kalcken. |
|
|