Onze leestafel.
Dr. K.W. van Gorkom's Indische Cultures, op nieuw uitgegeven onder redactie van H.C. Prinsen Geerligs. - Amsterdam, J.H. de Bussy, 1911.
Wij wachtten met eene aankondiging van deze nieuwe uitgave, totdat een bepaald aantal afleveringen zou zijn verschenen en wij dus beter zouden kunnen beoordeelen, hoe het werk waarschijnlijk in zijn geheel zal uitvallen. Met genoegen kunnen wij thans schrijven, dat, wat tot nu toe verschenen is, uitmunt door degelijken inhoud en keurige uitvoering. De gunstige indruk, daardoor reeds teweeggebracht, wekt daarom de verwachting, dat de volgende afleveringen niet voor de eerste zullen onderdoen en rechtvaardigt haar voorzeker, wanneer men let op de namen van de medewerkers, die den heer Prinsen Geerligs ter zijde staan. Zoo zal dan naar alle waarschijnlijkheid, bij voltooiing van het geheel, Nederland een standaardwerk over zijne Koloniën rijker zijn en behoort dus eene inteekening daarop niet tot de gewaagde ondernemingen.
Het geheele werk verschijnt in 30 afleveringen, die te zamen drie deelen zullen vormen. De inteekenprijs is 50 cts. per aflevering. Na de verschijning van het werk in zijn geheel zal echter de prijs verhoogd worden. De uitgave is zoo ingericht, dat van de drie deelen afwisselend eene aflevering zal verschijnen, zoodat zij toch nagenoeg gelijktijdig gereed zullen zijn.
Het eerste deel behandelt ‘Het klimaat van Nederlandsch-Indië’, door Dr. J.P. van der Stok (reeds verschenen) ‘De bodem’, door D.J. Hissink (reeds verschenen) en ‘Bemesting’ door Dr. A. van Bijlert (reeds verschenen). Verder ‘Groei, ademhaling en voeding van de planten’ en ‘Erfelijkheid, bastardeering, kruising’, beide door Prof. Dr. F.A.F.C. Went en ‘Plantaardige en dierlijke parasieten’, door Dr. J. Westerdijk.
Het tweede en derde deel bevatten de beschrijving der verschillende cultuurgewassen. Daarvan zagen tot nu toe het licht ‘Rijst’ door J.J. Paerels, ‘Suiker’, door H.C. Prinsen Geerligs en ‘Indigo’, door C.J. van Lookeren Campagne.
Deze artikelen zijn allen frisch en onderhoudend geschreven en door tal van toepasselijke illustraties keurig verlucht. Daarom twijfelen wij er niet aan of ‘Oost-Indische Cultures’ zal in de toekomst vele lezers weten te boeien en er niet weinig toe kunnen bijdragen onze belangstelling in onze Koloniën door meerdere kennis daarvan te verhoogen.
B.v.R.