| |
| |
| |
Ontvluchtingsplannen van St. Helena.
De vraag of Napoleon op St. Helena ooit plannen gevormd heeft om te ontvluchten, mag vrij zeker ontkennend beantwoord worden. In den eersten tijd van zijn gevangenschap koesterde hij de stellige hoop, dat zijn verblijf op dat onherbergzame eiland slechts van tijdelijken aard zou zijn, dat het hem vergund zou worden zich in Engeland metterwoon te vestigen, zoodra de nieuwe staat van zaken in Europa meerdere vastheid zou hebben gekregen. Het schijnt, dat Sir Hudson Lowe hem in die meening stijfde, vermoedelijk met het doel om zijn gevangene gemakkelijker in zijn lot te doen berusten, hem af te houden van pogingen tot ontvluchting, iets waarvoor de wantrouwende man voortdurend sidderde. Later verflauwde die hoop en al liet de gevangene haar ook nooit geheel varen, toch begon hij langzamerhand te begrijpen, dat er groote kans bestond, dat St. Helena niet alleen zijn kerker, maar ook zijn graf zou zijn.
Ook toen schijnt hij nooit ernstig aan ontvluchten gedacht te hebben. Hij zag in, dat het nagenoeg onmogelijk was bij het uiterst strenge systeem van bewaking, dat de gouverneur had ingevoerd. Maar bovendien besefte hij, dat zijn loopbaan was afgesloten, dat er, zooals hij tot lord Malcolm zeide, voor hem geen plaats meer was op aarde. Fatalist als hij was, onderwierp hij zich aan zijn noodlot, niet met de kalme berusting van een Christen, maar met de doffe onderwerping van een Mohammedaan.
Doch dacht hij zelf niet aan ontvluchten, anderen deden het voor hem. Onder zijne oude wapenbroeders had hij te trouwe aanhangers, te warme vrienden, dan dat er geen pogingen zouden zijn gedaan om hem te onttrekken aan het droevig lot, waartoe het verbitterd Europa hem had gedoemd. Vooral in Amerika, werwaarts vele Bonapartisten, o.a. de ex-koning Jozef, de wijk genomen hadden, en waar de gevallen keizer ook onder de bevolking duizenden bewonderaars had, werden herhaaldelijk plannen ontworpen. De meeste kwamen nimmer tot uitvoering, doch een er van, dat getuigde van een buitengemeene stoutmoedigheid en inderdaad wel eenige kans van slagen scheen te hebben, bracht zoowel in Europa als op St. Helena de grootste onrust teweeg.
| |
| |
In October 1817 liep een brik, die de sterrenvlag der Unie voerde, een kleine haven op de Noordkust van Brazilië binnen. Onder de passagiers, die zij aan wal zette, waren er twee, die zich verdacht maakten door den ijver, waarmede zij berichten zochten in te winnen aangaande den te Pernambuco uitgebroken opstand. Op last van den gouverneur in hechtenis genomen, bleek de een te zijn kolonel Latapie. In de veldtochten van 1813 en 1814 had hij zich roemvol onderscheiden; bij Waterloo was hij licht gewond geworden en na Napoleons val was hij naar Amerika uitgeweken. De tweede was een Duitscher, vroeger in Oostenrijkschen dienst, later kapitein in een Fransch dragonder-regiment. Herhaaldelijk in verhoor genomen, weigerden zij halsstarrig mede te deelen, wat het doel van hunne komst in Brazilië was. Intusschen bleek uit ingewonnen informaties, dat beiden bekend stonden als ondernemende mannen en vurige aanhangers van Napoleon.
De gouverneur eindigde met hen op te zenden naar Rio Janeiro, werwaarts ze gebracht werden op het Portugeesche schip la Rainha. Ook hier waren zij in den beginne even gesloten, doch toen zij vernamen, dat de opstand te Pernambuco gedempt was, liet Latapie zich door den minister van staat Bezena tot spreken brengen, nadat deze zijn eerewoord gegeven had, dat hij, een openhartige bekentenis afleggende, met zijn reisgenoot in vrijheid zou worden gesteld. Thans verklaarde hij, dat hij in de Vereenigde-Staten gehoord had, dat er te Pernambuco een opstand was uitgebroken. Vernemende, dat de rebellen gebrek aan officieren hadden, was hij met eenige andere oud-officieren overgekomen om hunne diensten aan de partij van den opstand aan te bieden; niet omdat zij iets voor deze zaak gevoelden, maar omdat zij hoopten, dat zij, wanneer deze zegevierde, de middelen zouden vinden om eene expeditie uit te rusten, ten einde Napoleon van St. Helena te ontvoeren. Hij verklaarde, dat hij en zijne krijgsmakkers, die alles aan den gewezen keizer te danken hadden, ook bereid waren alles te wagen, ja, dat zij met blijdschap voor hem hun leven zouden geven.
Om hem verdere onthullingen te ontlokken, trachtte de minister aan te toonen, dat dit plan onmogelijk had kunnen slagen. Latapie ontkende niet, dat er groote bezwaren aan verbonden waren, doch onuitvoerbaar achtte hij het niet voor dappere mannen, die nergens voor zouden terug deinzen. Op een aantal stoomschepen zouden zij naar St. Helena overgestoken zijn. Terwijl sommige de aldaar kruisende oorlogsschepen zouden hebben beziggehouden, zouden de overige een aanval op het eiland hebben gedaan. Dat zij dit hadden kunnen bemachtigen, geloofde Latapie niet, maar dat was ook niet noodig geweest. Hij hoopte en vertrouwde, dat Napoleon gelegenheid zou hebben gevonden uit zijn banningsoord te ontsnappen, terwijl zij met de Engelschen handgemeen waren en zich desnoods tot den laatsten man zouden hebben laten dooden.
| |
| |
De uitkomst van dit verhoor werd door den heer Maler, zaakgelastigde en consul-generaal van Frankrijk in Brazilië medegedeeld aan den Markies de Montchenu, commissaris van de Fransche regeering op St. Helena, die niet verzuimde er den gouverneur mede in kennis te stellen. Het veroorzaakte op het eiland de grootste ontsteltenis. Hudson Lowe geraakte in een toestand van opgewondenheid, die aan krankzinnigheid grensde. Hij verdubbelde de wachten en liet terstond de om het eiland kruisende oorlogsschepen voor het dreigend gevaar waarschuwen. Dag noch nacht gunde hij zich rust. Als een bezetene vloog hij heen en weder om zich persoonlijk te overtuigen, dat zijne bevelen waren nagekomen. Te Jamestown kwam alles in rep en roer. Ieder oogenblik vreesde men, de Amerikaansche schepen voor de haven te zullen zien verschijnen. Eerst nadat men uit de Nieuwe-Wereld de meest stellige berichten ontvangen had, dat de onderneming althans voor het oogenblik verijdeld was, kwam er eenige ontspanning en keerde langzamerhand de kalmte terug.
De Engelschen twijfelden er niet aan, of de Franschen op St. Helena waren er in geslaagd betrekkingen aan te knoopen met de ontwerpers van den aanslag en geheel in hunne plannen ingewijd. Niets was minder waar dan dat. Toen de loopende geruchten ook tot Longwood doordrongen, verwekten ze daar slechts bekommering en vrees. ‘Dat zou de grootste ramp zijn, die ons kon overkomen,’ sprak Bertrand, ‘want er is geen twijfel aan, of ze zouden den keizer vermoorden, alvorens zijne redders tijd gehad hadden om te landen.’ En inderdaad, al waren Napoleons aanhangers er in geslaagd aan wal te komen en zelfs het eiland te bemachtigen, dan zouden zij vrij zeker slechts het lijk van hunnen meester teruggevonden hebben.
Intusschen, hoe goed Bezena ook ingelicht meende te zijn, toch had Latapie hem slechts de halve waarheid medegedeeld. Het plan had reeds een veel vaster vorm gekregen, dan de kolonel het deed voorkomen. Achtereenvolgens waren een aantal Bonapartisten uit de Vereenigde-Staten in de Braziliaansche havens aangekomen. Nog meerdere werden verwacht, ook uit Europa. De laatsten zouden zich in Engeland inschepen. Het meerendeel der saamgezworenen zou zich te Rio Janeiro onder de bevelen van generaal Boyer stellen, terwijl de overigen in een haven op de Noordkust zouden samenkomen onder den leiding van kolonel Latapie.
Meerdere stoomschepen hadden zij te hunner beschikking. Gebruik makende van de verwarring, door den opstand te Pernambuco veroorzaakt, zou men een aanval doen op het eiland Pernambuco de Noranha. Dit was de verblijfplaats van omstreeks 2000 ballingen, voor het meerendeel kerels, die geen vrees kenden en tot alles in staat waren. Daar men alle krachten noodig had voor het dempen van den opstand te Pernambuco, werd het eiland slechts door een zwak garnizoen bewaakt. Dit meende men gemakkelijk te kunnen overrompelen. Daarna zou men de verloste ballingen inschepen en terstond naar St. Helena oversteken.
| |
| |
Dat het plan goed overlegd was, valt niet te ontkennen en betwijfeld mag het worden, of de op St. Helena aanwezige krijgsmacht bestand zou zijn geweest tegen een zoo groote bende avonturiers, die tot het uiterste besloten waren. Maar niet minder twijfelachtig is het, of de onderneming geleid zou hebben tot bevrijding van den gevangen keizer. Zooals we reeds zeiden, het gevaar, waarop Bertrand wees, was volstrekt niet denkbeeldig.
Hoe dit ook zij, reeds in den aanvang werd het plan verijdeld. Of er heeft verraad geschuild onder de Bonapartisten, die zich in Engeland zouden inschepen, óf sommigen hunner hebben zich in hunne opgewondenheid te veel uitgelaten. Zeker is het, dat de Fransche ambassadeur te Londen, Markies d'Osmond, achter de zaak kwam en weldra met alles bekend was. Hij zond er bericht van aan den Franschen zaakgelastigde in Brazilië. Deze verzuimde niet er de autoriteiten mede in kennis te stellen en terstond werden de noodige maatregelen genomen. Toch zouden wellicht die waarschuwingen te laat gekomen zijn, wanneer de uitvoering van den aanslag niet vertraagd geworden ware door de betrekkelijk toevallige gevangenneming van Latapie.
Ontmoedigd keerden de reeds in Brazilië aanwezige aanhangers van Napoleon naar de Vereenigde-Staten terug om nieuwe plannen te beramen, die echter niet tot uitvoering kwamen.
Terwijl dit alles aan gindsche zijde van den oceaan plaats had, ontving de gevangene op St. Helena zelf kort na elkander twee aanbiedingen, om hem te doen ontvluchten, beide van Engelsche zijde.
Wanneer schepen op de reis van Indië naar Europa het eiland aandeden, verzuimden de officieren en aanzienlijke passagiers zelden de gelegenheid waar te nemen, om hunne opwachting te maken bij den doorluchtigen gevangene. Gedurende de twee eerste jaren van zijn verblijf op St. Helena schepte hij behagen in die bezoeken, welke hem een heilzame afleiding gaven. Later, toen zijne gezondheid achteruitging en zijn gemoed meer en meer verbitterd werd door de aanhoudende beleedigingen en vernederingen, die hij ondervond van de zijde van zijnen onbarmhartigen cipier, werd hij minder toegankelijk.
In den zomer van 1817 ontving hij een bezoek van een Engelsch kapitein. Deze stelde zijn vaartuig ter beschikking des keizers en bood aan hem te brengen, werwaarts hij wenschte. Hij was tot dit besluit gekomen door de verontwaardiging over de handelingen der Engelsche regeering en van haren handlanger op St. Helena. De keizer hoorde den goeden zeeman met welgevallen aan, doch weigerde met beslistheid in te gaan op zijn plan, dat, naar het schijnt, meer goed gemeend dan goed overdacht was.
Eenige weken later ontving graaf de Montholon een ongeteekenden brief, waarin hij werd uitgenoodigd tot een samenkomst met den schrijver op een zeer eenzaam punt van het eiland. De graaf aarzelde niet op het bepaalde uur te bestemder plaatse te verschijnen. Hij trof
| |
| |
er een jongen man aan, die zich bekend maakte als een officier van het garnizoen van St. Helena. Ook hij verklaarde verontwaardigd te zijn over de gedragingen van Hudson Lowe, die volgens hem door de overgroote meerderheid der Engelsche natie streng werden afgekeurd. Hij had zich in verbinding gesteld met een der gezagvoerders van de voor St. Helena kruisende fregatten, die bereid was, den gevangene aan boord van zijn schip te ontvangen en hem naar Amerika over te brengen. Hij nam aan, den keizer in den nacht te geleiden naar de kust aan de overzijde van het eiland, wat hem als Engelsch officier niet moeilijk zou vallen. In een kleine baai, voor vaartuigen van eenigszins grooter diepgang ontoegankelijk, zou een sloep gereed liggen om den keizer aan boord van het fregat te brengen.
Deze aanbieding vormde een punt van ernstige beraadslaging tusschen Napoleon en zijne vrienden. Onder de laatsten waren er, die er op aandrongen, dat hun meester deze kans zou wagen en hij zelf schijnt een oogenblik geaarzeld te hebben. Weldra echter wilde hij er niet meer van hooren, vermoedelijk omdat hij de zaak niet recht vertrouwde en vreesde, dat men het er op toelegde hem in een hinderlaag te lokken.
In de volgende drie jaren schijnen er geen plannen tot vlucht of ontvoering meer beraamd te zijn; doch eenige maanden voor zijnen dood ontving Napoleon nog tot twee malen toe een aanbieding, om hem uit zijn gevangenschap te verlossen.
In Juli 1820 ontving Montholon een schrijven van een tijdelijk op St. Helena vertoevend Amerikaansch kapitein, waarin hij aanbood den keizer te ontvoeren. Hij zou hem een veilige gelegenheid verschaffen, om zich op een aangewezen punt op de kust in een boot in te schepen. Voor zich zelven verlangde hij geenerlei belooning, maar wel eischte hij, dat één millioen francs te zijner beschikking werd gesteld ten bate van personen, wier medewerking onmisbaar was om het plan te doen slagen. Hij stelde verder de voorwaarde, dat Z.M. zich door niet meer dan twee personen zou doen vergezellen.
Napoleon vroeg nadere inlichtingen omtrent dit plan en een opgave van de personen, die er bij betrokken zouden zijn. Een en ander werd hem verstrekt, doch daarna ontving Montholon de opdracht, den kapitein den dank des keizers te betuigen voor de aanbieding en hem tevens mede te deelen, dat Z.M., ofschoon hij geloofde, dat het plan zou kunnen slagen, er toch niet op in zou gaan, omdat zijn besluit onwankelbaar vast stond, zich niet tegen het noodlot te verzetten.
In dien zelfden tijd werd nog een plan ontworpen om den gevangene te ontvoeren door middel van een vaartuig, dat zich gedurende eenigen tijd onder water kon voortbewegen. Het is niet onwaarschijnlijk, dat Napoleons gewezen lijfarts O'Meara daar de hand in had; althans een van diens vrienden had reeds vijf à zesduizend louis-d'or uitgegeven voor de voorbereidende maatregelen om het schip te bouwen. Dan, ook dit plan werd van de hand gewezen.
| |
| |
‘Op al die aanbiedingen,’ aldus spreekt Montholon, ‘antwoordde de Keizer mij steeds: ‘Men moet niet met zijn noodlot twisten. Alles is daar boven beschreven. Bovendien, al bereikte ik Amerika, binnen een half jaar zou ik vallen als slachtoffer van een der sluipmoordenaars, uitgezonden door het royalistisch comité, dat in het gevolg van den Graaf van Artois in Frankrijk is teruggekeerd. Ginds grijnst mij slechts sluipmoord of vergetelheid aan. Ik geef de voorkeur aan St. Helena.’
Vergetelheid, dat was voor hem een schrikbeeld. Hij was gebroken naar lichaam en ziel; zijn geestkracht was van hem geweken, doch zijn trots was gebleven. Hij begreep, dat hij op het groot wereldtooneel geen rol meer zou kunnen spelen. Liever kwijnde hij weg als de beroemde balling op St. Helena, dan als een vergeten burger in Amerika te leven.
Heerenveen, Juli 1906.
J.C. van den Berg.
|
|